Ondanks verdrijvingen en ballingschappen hebben er door de eeuwen en millennia heen altijd Joden in het Land van Israel gewoond. De laatste grote ballingschap begon in het jaar 135 en leidde ertoe dat het merendeel van de Joden over de wereld verspreid raakte.
Op 15 mei 1948 liep het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop riep het Jewish Agency een dag eerder de staat Israël uit. De Amerikaanse president Truman erkende Israël binnen een half uur; de formele erkenning zou tot 1949 op zich laten wachten.
De oude Israëlieten worden beschouwd als nakomelingen van de oorspronkelijke Kanaänitische bevolking die lange tijd woonden in de zuidelijke Levant, Syrië, het oude Israël en de Transjordaanse regio.
Hoe komt Israël tot stand? Israël wordt uitgeroepen op het moment dat de Britten hun zeggenschap over Palestina in 1948 beëindigen. Daarmee komt Palestina in een machtsvacuüm. De voorlopige Joodse regering maakt hier gebruik van door Israël uit te roepen.
In november 1947 besliste de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een einde te stellen aan het na WO I aan Groot-Brittannië toevertrouwde mandaat over Palestina en dat land (27.000 km²) te verdelen in twee onafhankelijke staten, een joodse en een Arabische, de eerste 14.500 km² groot, de tweede 12.500 km².
In de oudheid werd Palestina bewoond door Semitische volkeren, waarvan de eerste van Kanaänitische oorsprong waren. Volgens de overlevering kwam Abraham, de gemeenschappelijke stamvader van joden en Arabieren, uit Ur naar Kanaän.
Bij de wapenstilstand van 1949 besloeg de nieuwe staat Israël 77% van het grondgebied van het voormalige mandaatgebied Palestina. Transjordanië hield 22% van het gebied bezet (de Westelijke Jordaanoever inclusief Oost-Jeruzalem) en annexeerde dit in 1950, waarbij de naam Transjordanië gewijzigd werd in Jordanië.
Op 14 mei 1948 roept David Ben-Goerion de onafhankelijkheid uit van de nieuwe staat Israël. Het land krijgt internationaal veel tegenstand, maar ook veel steun, want het kan een thuishaven zijn voor de vele slachtoffers van de Duitse Jodenvervolging in Europa.
Het noordelijke deel, dat tien van de twaalf stammen omvatte, nam de naam "Israël" mee, maar werd ook wel het "Tienstammenrijk" of "Efraïm" genoemd, naar de meest dominante stam. Het rijk hield stand tot 722 v. Chr.. Het zuidelijke deel na de splitsing werd het koninkrijk Juda genoemd.
Palestijnse vluchtelingen worden door deze organisatie gedefinieerd als: personen die in Palestina woonden tussen juni 1946 en mei 1948, die zowel hun huis als hun bron van inkomsten zijn kwijtgeraakt als gevolg van het Arabisch-Israëlisch conflict in 1948, en de nakomelingen van deze personen.
Israël is geen groot volk, het heeft geen enkele status. God koos dit volk, omdat Hij het liefhad en aansloot bij de belofte die Hij aan Abram had gedaan (Deut. 7:6-8). Israël als volk van God wil zeggen: het is het volk van God, het is zijn eigendom (Ex.
Enkele uren voordat het Britse mandaat officieel afliep riep de Joodse gemeenschap onder leiding van David Ben-Gurion op 14 mei 1948 de onafhankelijke staat Israël uit. De burgeroorlog mondde uit in de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948.
In het Oude Testament wordt het gebied veelal Kanaän, het beloofde land of het land Israël (Èrètz Yisrael) genoemd. Het gebied wordt beschouwd als een goddelijk geschenk aan de aartsvadersAbraham, Isaak en Jakob. Jeruzalem, de stad van de Tempel, is de voornaamste locatie in het Heilig Land.
De Kanaänieten zijn archeologisch gedocumenteerd in de Midden Bronstijd (2100-1550 v.Chr.). Er waren waarschijnlijk onafhankelijke of semi-onafhankelijke stadstaten. Steden werden vaak omringd door enorme aarden wallen, wat resulteerde in de archeologische heuvels, of 'tells' die tegenwoordig veel voorkomen in de regio.
Israël is de enige Joodse staat ter wereld, gelegen net ten oosten van de Middellandse Zee. Palestijnen, de Arabische bevolking die afkomstig is uit het land dat Israël nu controleert, noemen het gebied Palestina en willen een staat met die naam vestigen op het gehele of een deel van hetzelfde land.
Tegenwoordig wordt de term gebruikt om de Arabische inwoners van de streek aan te duiden. Zij stammen af van Arabieren die de afgelopen eeuwen in de landstreek Palestina zijn gaan wonen, vooral vanaf de negentiende eeuw.
Vanaf 1517 tot na de Eerste Wereldoorlog maakte Gaza deel uit van het Ottomaanse Rijk. Na 1917 viel het onder het Britse Mandaatgebied Palestina, waarin later de staat Israel werd opgericht. Tijdens de daarop volgende Arabisch-Israelische Oorlog van 1948 bezette Egypte de strook.
Judea - Palestina - of het Heilige Land | Houston Christian University.
Vanaf 1516 tot het eind van de Eerste Wereldoorlog maakte het gebied van de huidige staat Palestina deel uit van het uitgestrekte Ottomaanse Rijk, net als het gebied van het huidige Israël, Libanon, Syrië en Jordanië.
Conflict 2021
In mei 2021 escaleerde het conflict tussen de Palestijnen en Israël. Dat had 2 oorzaken, als eerste Israël wilde namelijk Palestijnse mensen uit hun huis zetten waar vroeger Joden woonden.
Arabisch-Israëlische oorlogen, militaire conflicten tussen verschillende Arabische strijdkrachten en Israël, met name in 1948-49, 1956, 1967, 1973, 1982, 2006 en 2023-heden .
Meer dan de helft van de Palestijnse Arabische bevolking vluchtte of werd verdreven. Jordanië en Egypte controleerden de rest van het gebied dat door resolutie 181 aan de Arabische staat was toegewezen. In de oorlog van 1967 bezette Israël deze gebieden (de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever), inclusief Oost-Jeruzalem, dat vervolgens door Israël werd geannexeerd .
In mei 1948 verwierven Joden ongeveer twee miljoen van Palestina's 26 miljoen dunams . In termen van Palestina's totale landoppervlak onder het mandaat, was dit een klein percentage.
De aanleiding van de oorlog was een verrassingsaanval door de militante tak van Hamas vanuit de Gazastrook op nederzettingen in Israël. Onder de naam Operatie Al-Aksa-storm werd een groot aantal mensen mishandeld, vermoord en gekidnapt. Als reactie daarop volgde een Israëlische militaire invasie in de Gazastrook.
Tijdens de oorlog was het voornaamste doel van de Britten in het Mandaatgebied om zoveel mogelijk de rust te bewaren. Zij waren bang dat de Arabieren uit onvrede met het Britse bestuur de kant van Duitsland zouden kiezen en hoopten dit tegen te gaan door de Joodse immigratie te beperken.