Als je opgroeit, zijn je hersenen nog volop in ontwikkeling. Sommige hersengebieden kunnen daarbij in volume toe- of afnemen ten opzichte van de rest van je hersenen. En anders dan dus werd gedacht, kunnen zulke veranderingen wel degelijk tot flinke veranderingen in je IQ leiden.
Je IQ of intelligentieniveau is niet aangeboren en ligt dus niet vast bij je geboorte. Overigens is het meten van IQ niet hetzelfde als het meten van intelligentie of slimheid. IQ testen meten vooral abstracte logica.
Onderzoek toont aan dat er een relatie bestaat tussen de mate van emotionele intelligentie en hoe succesvol je bent. Hoewel niet iedereen ermee wordt geboren kun je -in tegenstelling tot IQ- emotionele intelligentie wel ontwikkelen door te oefenen.
Genen die zowel de structuur als het functioneren van het brein beïnvloedden, vormen een verklaring voor de gemeten IQ-verschillen. Posthuma zegt in haar proefschrift dat verschillen in IQ voor wel tachtig tot negentig procent aan erfelijke factoren liggen.
Researchers aan de University of Washington en in Glasgow zijn het er na uitgebreid onderzoek over eens: de intelligentie van een kind wordt bepaald door het genetisch materiaal langs moeders kant. Het genetisch materiaal van de vader heeft geen invloed.
Slimme mensen storen zich niet aan zulke dooddoeners, maar stellen zich open op. Ze luisteren ze aan en zien ze als startpunt van een gedachte. Ze passen altijd een inductieve manier van denken toe. Ze ontleden uitspraken door vervolgvragen te stellen en conclusies uit af te leiden.
IQ (Intelligence Quotient) meet: de mate waarin iemand informatie tot zich neemt, begrijpt, verwerkt en toepast. EQ (Emotional Quotient) meet: de mate waarin iemand emoties – van zichzelf en anderen – aanvoelt, begrijpt, verwerkt en reguleert.
Als je een hoog EQ hebt, heb je veel self-controle, je bent in staat om impulsieve acties te vermijden en je doel te volgen. Ook blijkt dat emotioneel intelligente mensen niet praten in termen als 'ik denk het niet' of 'ik weet het niet zeker'.
Slim is beperkt tot een daad of actie, in tijd beperkt dus en intelligentie is meer een eigenschap van een persoon die continue is. En zoals van Dale het zegt: hoogbegaafd is uitzonderlijk intelligent en niet dat hoogbegaafden slimme mensen zijn.
Omgevingsfactoren zijn van invloed op het IQ.
Zaken die helpen om je hersenen en je intelligentie te ontwikkelen zijn gezond en genoeg voedsel, en goed onderwijs. Ook het leren spelen van een muziekinstrument lijkt te helpen.
"In ons onderzoekscentrum onderzoeken we de impact van voeding, maar het is algemeen geweten dat ook gezondheid, slaap, beweging, kwaliteit van het onderwijs en andere omgevingsfactoren de intelligentie kunnen beïnvloeden.
Dit basale psychologische inzicht heet algemene intelligentie. Lang werd gedacht dat dit stabiel bleef. Natuurlijk kan je trainen om je IQ te verhogen maar enkel door je vaardigheden in het maken van intelligentietesten te vergroten. Je daadwerkelijke intelligentie kan niet veranderd worden door training.
Lager IQ door stress en nog veel meer
Stress heeft enorme gevolgen voor ons gedrag. Onderzoek laat zien dat de sterke focus van ons brein op de stressor er zelfs voor kan zorgen dat we 13 punten lager scoren op een IQ-test.
90 – 110: normaal.
Iemand met een hoge sociale intelligentie heeft inzicht in de behoeften en interesses van anderen. Daarnaast richt sociale intelligentie zich ook op zelfinzicht en reflectie en de bewustwording van reactiepatronen. Sociale intelligentie biedt de mogelijkheid om effectief om te gaan met complexe sociale relaties.
Een gemiddeld intelligentieniveau ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ dat hoger is dan 130.
Je bent nieuwsgierig naar de wereld
Slim zijn gaat over nieuwsgierigheid naar van alles en nog wat. Volgens experts stellen intelligente mensen vaak vragen als wie, wat, wanneer, hoe, waarom en wat als. Ze vinden het leuk om te leren over andere mensen, culturen, dieren, geschiedenis en de wereld als geheel.
Het zijnsluik hoogbegaafdheid geeft aan dat de volgende (karakter)eigenschappen bij veel hoogbegaafden aanwezig zijn: een hoog rechtvaardigheidsgevoel, perfectionisme, een kritische instelling en een vorm van hooggevoeligheid. Hoogbegaafden hebben vaak een hoog rechtvaardigheidsgevoel.
Wil je als man een slim kind? Dan is het zaak om een intelligente moeder te vinden. Intelligentie hebben kinderen namelijk vooral te danken aan de genen die zij van hun moeder hebben geërfd. Dit blijkt uit een recent onderzoek gepubliceerd in Psychology Spot, waarover Ouders van Nu schrijft.
Tandgrootte, het formaat van de kaak en de vorm van je tanden zijn allemaal genetisch bepaald, en kinderen kunnen deze karakteristieken van beide ouders erven volgens het American Journal of Physical Anthropology. Echter blijkt de kans groter dat kinderen deze kenmerken van hun vader erven.
Hoogintelligent ben je wanneer je op een erkende intelligentietest een IQ-score haalt van minimaal 130. Zoals hiervoor besproken, maakt alleen een hoge intelligentie nog niet hoogbegaafd want hoogbegaafdheid is breder dan hoogintelligent zijn.