Afleidingen en samenstellingen met aardrijkskundige namen krijgen een hoofdletter. Dat geldt ook voor namen van talen en de verbogen vormen daarvan (Nederlands, de Nederlandse taal), alsook voor de samenstellingen die hiermee worden gevormd (Nederlandstalig, Nederlandssprekend, Middelnederlands, Vroegnieuwnederlands).
Bijgewerkt op 3 november 2021 door Julia Merkus. Hoofdletters gebruik je in twee situaties: aan het begin van een zin en bij namen. Je gebruikt ze bij namen van personen, bedrijven, instellingen, merken, wetten, boeken, aardrijkskundige plaatsen, talen, dialecten, volkeren, feestdagen en historische gebeurtenissen.
Schrijf de naam van een taal, een dialect of een andere taalvariëteit met een hoofdletter. Een taalnaam die is afgeleid van een aardrijkskundige naam, behoudt de hoofdletters van de aardrijkskundige naam.
Een aardrijkskundige naam schrijven we met een hoofdletter.
Deze regel geldt voor plaatsen, streken, landen, maar ook bijvoorbeeld voor bergen, rivieren, woestijnen, hemellichamen.
Een aardrijkskundige naam krijgt een hoofdletter, ook in een afleiding: Amsterdam, Amsterdams. Een soortnaam krijgt wel een kleine letter, vergelijk Champagne (de landstreek) en champagne (de drank).
Aardrijkskundige namen schrijven we met een hoofdletter. Ze behoren namelijk tot de categorie van de eigennamen.
Aardrijkskundige namen schrijven we met een hoofdletter. Ze behoren namelijk tot de categorie van de eigennamen.
Aardrijkskundige namen én hun afleidingen schrijf je altijd met een hoofdletter. Het is ook Fransman, Franssprekend en Franstalig. Alleen als een aardrijkskundige naam niet meer als zodanig wordt gebruikt, maar als een aanduiding voor iets anders fungeert, vervalt de hoofdletter.
HOOFDREGEL: Schrijf namen van plaatsen, rivieren, streken, bergen, landen, woestijnen, hemellichamen en sterrenbeelden met hoofdletters.
Bewoners van een land, regio, stad etc.worden met een hoofdletter geschreven: les Européens; les Français; les Bretons; un Parisien. Talen worden met een kleine letter geschreven: il parle l'anglais.
We schrijven het bijvoeglijk naamwoord Grieks ('van, uit, betreffende Griekenland') dus met een hoofdletter. In een samenstelling schrijven we een koppelteken vóór een woord met een hoofdletter: oud-Grieks.
De correcte spelling is Duitstalig, met een hoofdletter.
De correcte spelling is Engelstalig, met een hoofdletter.
Aardrijkskundige namen schrijf je altijd met een hoofdletter. Dit geldt ook voor bijvoorbeeld gebergtes, zoals 'de Alpen'. Ook samenstellingen en afleidingen die zijn gebaseerd op een aardrijkskundige naam beginnen met een hoofdletter.
Schrijf woorden waarmee we de tijd indelen, zoals dagdelen, dagen, maanden en seizoenen, klein. Ze worden als soortnamen beschouwd.
Functiebenamingen en titels, al dan niet gevolgd door een naam, schrijven we met een kleine letter.
Je schrijft een hoofdletter bij namen van landen, steden en rivieren, volken en talen: Nederland, Groningen, de Maas, Franse kaas, Spaanstalig, de Britten.
Namen van talen en dialecten krijgen een hoofdletter. Samenstellingen en afgeleiden van een taal houden hun hoofdletter, maar werkwoorden en afgeleide zelfstandige naamwoorden krijgen een kleine letter. kleine letter: vernederlandsen.
Namen van landen schrijven we met een hoofdletter.
Dat geldt ook voor andere aardrijkskundige namen, zoals namen van werelddelen, streken, provincies, steden, gemeentes, rivieren, zeeën, bergen, woestijnen.
De meest bekende regels over hoofdlettergebruik zijn: 1 - Een zin begin je met een hoofdletter.
Officieel is provincie altijd met een kleine letter. Dus provincie Noord-Holland.
Toelichting. Als een aardrijkskundige naam uit verschillende delen bestaat, wordt elk van die delen met een hoofdletter geschreven.
'Antwerpen' is een eigennaam en begint om die reden wel met een hoofdletter. De juiste schrijfwijze is dus 'provincie Antwerpen', zowel in aardrijkskundig als bestuurlijk verband.
Een aardrijkskundige naam schrijf je met een hoofdletter. Dat geldt ook voor samenstellingen en afleidingen. --> Ook planeten, hemellichamen en sterren(-beelden) krijgen een hoofdletter.
Het woord stad is een soortnaam en wordt in de regel klein geschreven. Dat geldt in principe ook als het woord wordt gevolgd door de naam van de stad. Louis groeide op in een middelgrote stad.