Bij het werkwoord 'houden' is de stam 'houd. ' In de hij-, zij- of het-vorm pak je dus de stam (houd) en daar plak je een –t achter.Dan ontstaat het woord 'houdt'. De juiste schrijfwijze is dus: 'Papa houdt van mama.
Na het persoonlijk voornaamwoord je/jij (tweede persoon) komt er een t achter de stam houd: Jij houdt toch niet van voetbal? Je houdt het schilderij verkeerd om. Je houdt geen rekening met anderen.
Houdt, met een t aan het eind, is niet correct als gebiedende wijs (ook niet als meer dan één persoon wordt aangesproken). We zeggen bijvoorbeeld ook 'Neem een winkelwagentje' en niet 'Neemt een winkelwagentje.
Zowel Ik hou van zingen als Ik houd van zingen is correct. In gesproken taal is hou de gewoonste vorm, evenals in minder formele geschreven taal. In formelere geschreven taal komt de vorm houd meer voor.
Hou en houd zijn allebei goed. 'Ik hou van kerstliedjes' is het gewoonst. In teksten met een informele toon gaat de voorkeur uit naar hou, net als in de spreektaal: Ik hou er wel van.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
Maar houdt vol is fout. Dat moet zijn houd vol of hou vol. Waarom? Omdat een imperatief tweede persoon enkelvoud is (volg deze link voor uitleg), en omdat jij ontbreekt achter de persoonsvorm.
Een klein onderzoekje op internet brengt de goede oplossing: het mag allebei. Hou je aan de snelheidslimiet is wat informeler taalgebruik, meer spreektaal. Maar hou of houd is dus allebei goed. In de spreektaal laten we de slotmedeklinker vaak weg.
U is als onderwerp gaan fungeren en dat leidde tot stam + t. Ook in 'Houdt u toch uw hoofd erbij! ' is daarom stam + t juist: houdt. Je kunt het verschil tussen houd en houdt weliswaar niet horen, maar een werkwoord als houden wordt hetzelfde behandeld als een werkwoord als gaan.
In de uitspraak valt de d vrijwel altijd weg en is het dus ik hou van jou. Dit gebruik dringt ook steeds meer door in de geschreven taal. Literaire uitgevers hebben daarom vaak een voorkeur voor deze vorm, zeker als het gaat om de weergave van een conversatie.
staat in de gebiedende wijs. De regel voor de gebiedende wijs is vrij duidelijk en eenvoudig: de gebiedende wijs krijgt altijd alleen de stam. Houd schrijf je dus zonder t.
Ik rij en ik rijd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik rij de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Ik rij / ik rijd nooit onder invloed.
Het werkwoord bezighouden wordt in één woord geschreven.
Ook de vervoegde vormen schrijven we in één woord, tenzij de twee delen (bezig en houden) gescheiden worden door andere woorden (bijvoorbeeld: wat me bezig heeft gehouden), of de volgorde ervan gewisseld is (bijvoorbeeld: ik hou me bezig).
In de eerste zin vraagt iemand mij wat mij tegenhoudt om iets te doen. Misschien wordt het nog duidelijker als je je vervangt door jou: wat houdt jou tegen. Het onderwerp in de eerste zin is dan ook wat en niet je. In de tweede zin gaat het om de vraag wat ik tegenhoud.
houdt is de persoonsvorm, de vorm van het werkwoord die samenhangt met het onderwerp. omdat wat het onderwerp is, komt er een t achter de stam houd.
houden. hou / houd, houdt. hield, hielden. gehouden.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
begrijpen (ww) : er rekening mee houden, meetellen, ermee rekenen.
De gebiedende wijs: word wakker of wordt wakker? De gebiedende wijs is eigenlijk een zin zonder onderwerp waarin je iemand iets beveelt. 'ga naar school', 'meld u aan', 'bestel een broodje'... Eigenlijk is het heel simpel: je kan hier nooit 'dt' zien staan, want in de gebiedende wijs moet je nooit een 't' toevoegen.
Inhoudt is een vorm van het werkwoord inhouden ('te betekenen hebben, behelzen'). 'Ik wil weten wat dat inhoudt' is vergelijkbaar met bijvoorbeeld 'Ik wil weten wat dat zegt', 'Ik wil weten wat dat oplevert' en 'Ik wil weten wat dat toevoegt. ' In al deze gevallen moet je een t aan de stam toevoegen.
De gebiedende wijs is een werkwoordsvorm die we gebruiken om een gebod of een bevel uit te drukken. In zinnen met een gebiedende wijs ontbreekt het onderwerp en staat de werkwoordsvorm op de eerste plaats.
Wat is juist: u hebt of u heeft? Het is allebei goed. U heeft komt iets vaker voor, maar in ons tijdschrift Onze Taal, en op deze website, gebruiken wij de vorm u hebt.
Voor het enkelvoud zijn wilde en wou allebei correcte verledentijdsvormen. Voor het meervoud is wilden de correcte verledentijdsvorm. In de spreektaal wordt voor het meervoud weleens wouden of wouen gebruikt, maar in verzorgd taalgebruik kunt u die vormen beter vermijden.
' Toen de aanvoegende wijs van willen in de loop der tijd ook als een 'gewone' tegenwoordige tijd gebruikt werd, behield de persoonsvorm wil dit kenmerk van de oorspronkelijke aanvoegende wijs. Er kwam dus geen t achter de stam in de derde persoon enkelvoud. Daarom is hij wil nog steeds juist.