Als we verwijzen naar de feestdag, krijgen Hemelvaart en Hemelvaartsdag een hoofdletter. Officiële namen van feestdagen schrijven we met een hoofdletter.
Namen van feestdagen, (religieuze) feesten en gedenkdagen krijgen een hoofdletter. Behalve voor Hemelvaart en Hemelvaartsdag geldt dat bijvoorbeeld voor: Pasen, Kerstmis, Suikerfeest, Offerfeest, Chanoeka, Moederdag en Nieuwjaar.
Nog een aantal officiële benamingen die we met een hoofdletter schrijven zijn: Aswoensdag, Bevrijdingsdag, Boekenweek, Chanoeka, Driekoningen, Goede Vrijdag, Hemelvaart, Hemelvaartsdag, Koninginnedag, Koningsdag, Lichtfeest, Lieve-Vrouwedag, Loofhuttenfeest, Moederdag, Offerfeest, Pesach, Prinsjesdag, Rozenkransfeest, ...
Volgens een spellingregel van het Nederlands schrijven we de officiële namen van feestdagen met een hoofdletter: Kerstmis, Pasen, Hemelvaartsdag, Pinksteren, Koningsdag, Dag van de Arbeid enzovoort.
Officiële namen van feestdagen schrijven we met een hoofdletter. Niet-officiële en informele namen van feestdagen schrijven we met een kleine letter. Samenstellingen met namen van feestdagen schrijven we klein.
De goede schrijfwijze is dus Pasen. Ook met een hoofdletter zijn: Kerstmis, Nieuwjaar, Pinksteren, Goede Vrijdag, Hemelvaart, Oud en Nieuw, Loofhuttenfeest, Suikerfeest, Bevrijdingsdag, Moederdag, Sinterklaas, Koninginnedag, Valentijnsdag.
Schrijf woorden waarmee we de tijd indelen, zoals dagdelen, dagen, maanden en seizoenen, klein. Ze worden als soortnamen beschouwd.
Het Groene Boekje schrijft voor dat namen van feestdagen en feesten altijd een hoofdletter krijgen. Je schrijft dus Pasen en niet pasen. Maar let op: als het gaat om informele aanduidingen van diezelfde feestdagen, schrijf je een kleine letter. Dus schrijf je geen Tweede Paasdag, maar tweede paasdag.
De correcte spelling is Pasen, met een hoofdletter.
Officiële namen van feestdagen, zoals Pasen, schrijven we met een hoofdletter. Samenstellingen met namen van feestdagen schrijven we klein: paasfeest, paasvakantie, paasmaandag, paasbloemen.
hoofdletters bij feestdagen
Een naam van een religieuze periode krijgt een kleine letter (carnaval, ramadan, vastentijd).
Dit gaat over een langere periode en wordt dus niet gezien als een officiële naam van een feest, dus geschreven met kleine letters. Zonder hoofdletter: kerstfeest, eerste kerstdag, tweede kerstdag, kerstavond, kerst, kerstontbijt, kerstviering, kerstboom, kerstversiering, advent, adventsperiode.
De namen van feesten krijgen een hoofdletter: Goede Vrijdag, Pasen, Kerstmis. Ook is het Moederdag, Suikerfeest en Nieuwjaar. Zodra je een samenstelling maakt met de naam van een feest, dan verdwijnt de hoofdletter. Daarom is het inderdaad paasdagen, tweede paasdag en kerstvakantie.
De correcte spellingen zijn Valentijnsdag en valentijn.
Officiële namen van feestdagen, zoals Valentijnsdag, krijgen een hoofdletter. Niet-officiële en informele namen, zoals valentijn, krijgen een kleine letter. Samenstellingen met namen van feestdagen schrijven we klein: valentijnsdagcadeau, valentijnskaart.
Officiële namen van feestdagen, zoals Kerstmis, schrijven we met een hoofdletter. Niet-officiële en informele namen, zoals kerst, schrijven we met een kleine letter. Samenstellingen met kerst schrijven we klein: kerstavond, kerstbal, kerstdag, kerstfeest, kerstkaartje, kerstvakantie.
Sinds 1954: kleine letter
De officiële woordenlijst van 1954 bepaalde dat namen van maanden en de dagen van de week een kleine letter krijgen, omdat het geen unieke namen zijn. Dat is sindsdien zo gebleven.
Samenstellingen met feestdagen schrijf je echter met een kleine letter. Uitzondering is Hemelvaartsdag. Pasen: eerste paasdag, tweede paasdag, paasei, paasfeest, paashaas, paaszondag, paasontbijt. Kerstmis: eerste kerstdag, tweede kerstdag, kerstavond, kerstboom, kerstvakantie.
Hoofdletterregels feestdagen
Samenstellingen of afleidingen van het woord krijgen een kleine letter. Zo schrijven we eerste kerstdag en tweede kerstdag met een kleine letter. Ook kerstavond, kerstochtend, kerstontbijt krijgen geen hoofdletter.
De correcte spelling is Vaderdag, met een hoofdletter. Officiële namen van feestdagen, zoals Vaderdag, schrijven we met een hoofdletter. Samenstellingen met Vaderdag schrijven we klein: vaderdagcadeau.
Officiële namen van feestdagen, zoals Moederdag, schrijven we met een hoofdletter. Samenstellingen met Moederdag schrijven we klein: moederdagcadeau.
Als naam van de heilige Sint-Nicolaas (de bisschop van Myra) of de personificatie daarvan (in wie kinderen geloven) krijgt Sinterklaas een hoofdletter. De aanduiding functioneert dan als een eigennaam: ze benoemt een unieke persoon.
's morgens is een bijwoord van tijd. Het is een zinsdeel dat geen andere woorden nodig heeft om de tijd aan te duiden. De vlucht is verplaatst naar 5 uur 's morgens.
De namen van de maanden worden klein geschreven.
Hoofdletters gebruik je alleen voor namen van personen, bedrijven, instellingen, merken, wetten, boeken, aardrijkskundige plaatsen, talen, dialecten, volkeren, feestdagen en historische gebeurtenissen. Ook afleidingen van namen en namen in samenstellingen schrijf je met een hoofdletter.
Niet alle eigennamen worden met een hoofdletter geschreven: namen van (cultuur)historische perioden (middeleeuwen, barok) krijgen een kleine letter, evenals de namen van de maanden en de dagen van de week (maandag, januari). In andere talen gelden voor dergelijke eigennamen soms andere conventies.