Kort gezegd is geslacht aangeboren en gender aangeleerd. Wanneer je geboren wordt, wordt er aan de hand van je geslachtsdelen bepaald of je een meisje of een jongen bent. Dit is dus je geslacht. Maar door je opvoeding en invloeden van buitenaf, zoals je cultuur en de samenleving ontwikkel je je gender.
Gender gaat over eigenschappen, gedragingen en rolpatronen die cultureel bepaald zijn voor elke sekse. Het gaat dus niet over biologische kenmerken, maar over sociale en culturele aspecten van het man- of vrouw-zijn. Bijvoorbeeld dat de kleur blauw bij jongens hoort en de kleur roze bij meisjes.
Als iemand geen keuze maakt in de genderidentiteit man of vrouw spreken we van non-binair. Non-binaire personen voelen zich een beetje jongen/man en meisje/vrouw, of juist geen van beiden. Of zij voelen zich soms jongen/man en soms meisje/vrouw. Dit heet genderfluïde.
Behandeling genderdysforie
Ze moeten minimaal 12 jaar oud zijn en de eerste fase van de pubertijd hebben ervaren. En tot die tijd hebben kleine kinderen vooral behoefte aan acceptatie, liefde en begrip.
Mannen- en vrouwenrollen
Het gebruik van het begrip gender betekent een relativering van de verbinding tussen de biologische status (sekse) en identiteit (zelf-gevoel en uiting daarvan). De invulling van mannen- en vrouwenrollen is in allerlei culturen verschillend.
De grote doorbraak van het concept gender werd in gang gezet door Joan Scott, die in 1986 haar baanbrekende artikel 'Gender: A Useful Category of Historical Analysis' schreef. Daarin betoogde ze dat het een fabeltje is dat elke sekse zijn eigen wereld heeft die niet in contact staat met de wereld van de andere sekse.
Er bestaan verschillende genderidentiteiten: de meest bekende zijn man en vrouw. Daarnaast bestaan ook trans vrouw, trans man, genderqueer, non-binair, agender,.. Meestal worden genderidentiteiten verzameld in twee grote groepen: transgender en cisgender.
Genderdysforie komt al op jonge leeftijd voor. Bij de meeste kinderen verdwijnt deze echter. Het is wijs om bij prepuberale kinderen voorzichtig te zijn met een complete sociale rolwisseling.
Genderdysforie wordt dus volgens de ICD 11 niet meer als een mentale ziekte gezien. In de ICD 11 is genderdysforie hernoemd tot incongruentie van het geslacht (Gender incongruentie).
Genderbevestigende operaties worden pas uitgevoerd als de jongere 18 jaar of ouder is. Een uitzondering geldt voor de borstenverwijdering bij transgender jongens die al op 16 jarige leeftijd kan worden uitgevoerd.
Of voel je je een jongen terwijl je als meisje geboren bent? Dat heet transgender. Je kunt je ook jongen én meisje voelen of juist iets daar tussenin. Als jij je niet fijn voelt met het geslacht waarmee je bent geboren, met jouw jongens- of meisjeslichaam, dan heet dit 'genderdysforie'.
Misschien voel je je niet per se mannelijk óf vrouwelijk. Dit noem je non-binair of genderqueer. Deze mensen voelen zich man en vrouw tegelijk, geen van beiden, of iets tussen een man en vrouw in. Er zijn ook mensen die zich de ene keer man en de andere keer vrouw voelen, dit noem je ook wel genderfluïde.
Probeer mee te leren wat non-binariteit net betekent voor jouw kind en waar je kind zelf informatie vindt. Ook wanneer je kind zichzelf als non-binair identificeert, kan je de adviezen op deze pagina rond 'transgender' gebruiken. Daarnaast kan je ook terecht bij zorgverleners met expertise rond het transgenderthema.
Een transgender vrouw identificeert zich als een vrouw maar werd bij de geboorte voor jongen/man aangezien en stond als zodanig geregistreerd. Mensen die zich noch als man, noch als vrouw identificeren worden non-binaire transgender personen genoemd. Ze vallen buiten de binaire hokjes man of vrouw.
Hoewel de mensheid doorgaans in twee geslachten wordt ingedeeld, is de natuur gevarieerder. Er zijn mensen met een intersekse-conditie; meestal hebben zij afwijkende geslachtschromosomen. Soms is er maar 1 X-chromosoom aanwezig; dergelijke mensen zien eruit als vrouw (syndroom van Turner).
Gender verwijst anders dan sekse en geslacht niet naar biologische kenmerken, maar naar sociale, culturele en psychologische kenmerken die met een geslacht in verband worden gebracht. Onder gender kan vallen wat traditioneel als 'mannelijk' en 'vrouwelijk' gezien wordt, maar ook alles ertussenin.
Bij transseksualiteit is iemand in het verkeerde lichaam geboren. Een transseksueel meisje is dus iemand die als jongen is geboren, maar zich eigenlijk een meisje voelt, Een transseksuele jongen is iemand die als meisje is geboren, maar zich eigenlijk een jongen voelt.
Een non-binair persoon is iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit. Dit uit zich soms in de genderexpressie, door mannelijke en vrouwelijke kenmerken te combineren of net te verwerpen.
In Nederland zijn er tussen de 90.000 en 390.00 transgender personen afhankelijk van welke definitie je gebruikt. Als je alleen kijkt naar mensen die een sociale (en medische) transitie doormaken dan kom je snel bij het lagere aantal uit.
Sommige jongeren noemen zichzelf panseksueel. Dat betekent dat ze op mensen verliefd worden en dat het niet uitmaakt of iemand nou een meisje, een jongen of iets ertussenin is. 'Pan' betekent namelijk 'alles' in het Grieks. Meer over lesbisch, homo, bi.
Cisgender betekent: 'niet transgender'. Dus: je bent geboren als jongen, en je voelt je ook jongen. Of je bent geboren als meisje, en je voelt je ook meisje.
Zelfstandige naamwoorden hebben een woordgeslacht (ook wel grammaticaal geslacht of genus genoemd). Dat woordgeslacht bepaalt de keuze van het bepaald lidwoord en speelt ook een rol bij de keuze van de meeste voornaamwoorden. Het Nederlands kent drie woordgeslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig.
Bij de bevruchting is het maar net door welke zaadcel de eicel bevrucht wordt, of het een jongen of meisje wordt. Wordt de eicel bevrucht door een zaadcel met een Y chromosoom, dan wordt het een jongetje, wordt de eicel bevrucht door een X chromosoom, dan wordt het een meisje.
Kies een gepaste tijd en plek om uit te komen.
Dit kan je ouders laten denken dat je uit de kast komt omdat je boos bent, of omdat je de focus van een ander weg wil nemen. Vind of maak een tijd waarop het alleen jou en je ouders zal zijn. Dan zullen er geen andere afleidingen of onderbrekingen zijn.