Een bus of touringcar die binnen de bebouwde kom een bushalte wil verlaten, heeft voorrang op achteropkomend verkeer. De chauffeur van de bus geeft met de richtingaanwijzer aan de weg op te willen rijden. Buiten de bebouwde kom geldt deze voorrangsregel niet.
Een rotonde is in de wet niet vastgelegd als voorrangsweg en in de praktijk wordt op elke rotonde de voorrang door borden en verkeerstekens geregeld. Is dat niet zo, dan geldt de regel dat verkeer dat van rechts komt, voorgaat.
Als de buschauffeur een halteplaats verlaat die gelegen is binnen de bebouwde kom, dan moet je inderdaad voorrang verlenen aan de bus. Hiervoor is wel vereist dat de busbestuurder via zijn richtingaanwijzer te kennen gaf dat hij de halte zou verlaten.
De regel rechts heeft voorrang gaat voor op de regel van rechtdoorgaand verkeer. In dit geval moet auto C dus voorrang verlenen aan auto A. Omdat C nu voorrang moet verlenen aan A blijft B over. B krijgt dus voorrang van B en C.
Bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders van rechts. Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dat hun op dezelfde weg tegemoetkomt of dat zich op dezelfde weg naast, dan wel links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
Geen oversteekplaats
Een voetganger die de rijbaan wil oversteken op een plaats waar geen zebrapad is, moet zelf voorrang verlenen. Toch is de boodschap dat je altijd voorzichtig moet zijn.
Een lijnbus is een autobus. Je moet autbussen voor laten gaan binnen de bebouwde kom. Op de site van de belastingdienst staat dat een autobus een motorrijtuig op 3 of meer wielen, die is ingericht voor personenvervoer van meer dan 8 personen.
Eerst en vooral de voorrang van het openbaar vervoer: wanneer een buschauffeur van een bushalte wil wegrijden in een bebouwde kom en zijn richtingaanwijzer gebruikt, moeten de voertuigen die in dezelfde richting rijden de bus voorrang geven.
U moet als bestuurder, blinden voorzien van een witte stok met één of meerdere rode ringen en mensen die zich moeilijk voortbewegen voor laten gaan. U moet als bestuurder, voetgangers en bestuurders van gehandicapten voertuigen die oversteken of van plan zijn over te steken bij een zebrapad voor laten gaan.
Als je de tweede of de derde afrit op de rotonde wil nemen, sorteer je beter links voor. Je rijdt dan de rotonde op en blijft aan de binnenkant (of op de linkerrijstrook). Geef met je richtingaanwijzer tijdig aan als je gaat afslaan. Let wel op: auto's die zich op de rechterrijstrook bevinden hebben steeds voorrang.
Geef indien nodig voorrang (bestuurders), of laat voor gaan (overige weggebruikers). Rijd vloeiend de rotonde op, zoveel mogelijk aan de linkerzijde (of rijstrook) van de rotonde. Schuif/rijd langzaam en geleidelijk op naar rechts, zodat je op een kwart vóór je de rotonde wilt verlaten, zoveel mogelijk rechts rijdt.
U vraagt zich af wie er voorrang heeft bij een wegversmalling. In de desbetreffende situatie heeft het verkeer op de rechterbaan vrije doorgang te verlenen aan het verkeer op de linkerbaan. Een (stads)bus wegrijdt van een halte -en richting aangeeft- dan heeft die voorrang.
Laden, lossen en parkeren op een bushalte is niet toegestaan binnen de zwart-witte blokmarkering, of indien afwezig binnen 12 meter voor en voorbij het haltebord (L3). Wel mag de halte door ieder voertuig gebruikt worden om passagiers in of uit te laten stappen.
Een lijnbus is een bus die wordt ingezet voor openbaar vervoer. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen stads-, streek- en langeafstandsbussen. Lijnbussen zijn vaak voorzien van apparatuur voor verkeerslichtbeïnvloeding, zoals VETAG.
Trams hebben altijd voorrang: of je nu op de fiets, te voet of met de auto bent. Ook als een tram afslaat naar links of rechts, of van links of rechts komt, heeft deze voorrang. Uitzondering: als je op een voorrangsweg rijdt en de tram niet, dan heb jij voorrang.
Normaal hebben voetgangers geen voorrang. Als een voetganger bij een zebrapad staat moeten de bestuurders hun wel voorrang geven om over te steken. voorrangsregels voetgangers hebben ook voorkeur in situaties waarbij de bestuurders moeten afslaan.
Hierbij uitgelegd hoe voorrang buiten de bebouwde kom is geregeld voor alle bestuurders, inclusief de fietser en de lijnbus. Kom je bij een kruispunt en is voorrang niet aangegeven door borden of verkeerstekens? Dan geldt de algemene voorrangsregel: rechts heeft voorrang.
De maximumsnelheid voor autobussen is 80 kilometer per uur. Bussen mogen in Nederland op de auto(snel)weg en in Duitsland op de Autobahn 100 km per uur rijden als ze aan speciale eisen voldoen. Dan heet het een Tempo 100-bus of T100-bus.
Autoredacteur Niek Schenk: ,,Voor die lagere limiet is gekozen, omdat vrachtauto's nu eenmaal groter en zwaarder zijn dan personenauto's. Dat maakt ze minder wendbaar in het verkeer en bij een aanrijding richten ze door hun gewicht en omvang meer schade aan.
Aanduiding van de rijstroken van een rijbaan met een strook voorbehouden voor autobussen. Fietsers mogen op de busstrook rijden. Aanduiding van de rijstroken van een rijbaan met een strook voorbehouden voor autobussen. Bromfietsen mogen op de busstrook rijden.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Bestuurders zijn alle weggebruikers, behalve voetgangers. Dus een fietser die links afslaat, moet een auto die dicht achterop komt en rechtdoor gaat, voor laten gaan.