Een gedragsstoornis is in de kinder- en jeugdpsychiatrie een psychiatrisch ziektebeeld bij kinderen. Wanneer afwijkend gedrag gestuurd wordt vanuit de aanleg (erfelijkheid of aangeboren afwijking), spreekt men van een gedragsstoornis. Als de sociale omgeving de oorzaak is, spreekt men van een gedragsprobleem.
Gedragsstoornis, wat is dat? Als een kind of een jongere minimaal 6 maanden lang opstandig, negatief, vijandig en zelfs gewelddadig gedrag vertoont wordt dit gedefinieerd als een gedragsstoornis. De twee belangrijkste gedragsstoornissen zijn de ODD (oppositional defiant disorder) en CD (conduct disorder).
Een gedragsstoornis is aangeboren en niet te genezen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ADHD, autisme of een persoonlijkheidsstoornis. Gedragsproblemen zijn niet aangeboren en ontstaan vaak door omstandigheden en de omgeving.
ODD is een gedragsstoornis die voornamelijk ontstaat tijdens de kinderjaren of adolescentie. Het kenmerkt zich door aanhoudend agressief gedrag en de neiging om anderen opzettelijk lastig te vallen en te irriteren. Het is normaal dat kinderen en jongeren soms boos of opstandig gedrag vertonen.
We spreken van een gedragsstoornis als iemand een langdurig patroon laat zien van negatief, opstandig of driftig gedrag of gedrag dat tegen de normen ingaat, zoals vechten, stelen of liegen.
Een gedragsprobleem is iets anders dan een gedragsstoornis. Een gedragsstoornis is aangeboren en niet te genezen: iemand vertoont gedrag dat voortkomt uit een aandoening, zoals autisme, ADHD of een persoonlijkheidsstoornis. Gedragsproblemen zijn niet aangeboren, maar worden veroorzaakt door de omstandigheden.
Er is nog geen duidelijke aanwijzing voor de oorzaak van ODD. Er wordt uitgegaan van een combinatie van een bepaalde aanleg en omgevingsfactoren. Een aangeboren temperament van een kind kan een rol spelen, maar ook aandachtsproblemen, impulsiviteit, pesten en wellicht gepest worden of een inconsistente opvoeding.
Kinderen met CD of ODD hebben relatief vaak last van stemmings- en angststoornissen. Van de kinderen met CD heeft naar schatting 15 tot 30% last van een depressie. Deze kinderen hebben meer zelfmoordneigingen, maar zijn juist weer minder agressief dan de kinderen met alleen CD.
Een kleine groep kinderen groeit over de ODD heen, maar er is ook een groep kinderen waarbij het zelfs erger kan worden. Zo kunnen ze depressief worden en moeilijk aan een baan komen of deze behouden. Zij komen vaker dan gemid- deld met de politie in aanraking en ze raken ook eerder verslaafd aan drugs.
De eerste symptomen van ODD ontstaan meestal vanaf het vierde levensjaar. Soms zelfs al daarvoor. ODD komt twee maal zo vaak voor bij jongens als bij meisjes. Bij meisjes verloopt het agressieve gedrag veel subtieler zodat minder snel de diagnose ODD gesteld wordt.
Er is geen medicatie speciaal voor ODD ontwikkeld, maar er worden wel middelen voorgeschreven, zoals bijvoorbeeld Dipiperon. Als het kind naast ODD ook ADHD heeft, kan er ADHD-medicatie worden voorgeschreven. Ook andere middelen kunnen bij comorbiditeit worden voorgeschreven.
De belangrijkste verklaring voor het ontstaan van gedragsproblemen is een negatieve spiraal tussen kenmerken of gedrag van een kind en de reactie van de omgeving daarop. Probleemgedrag roept een negatieve reactie van de omgeving op, die het probleemgedrag versterkt en zo opnieuw tot een negatieve reactie leidt.
Als kinderen ODD hebben, is er vaak sprake van comorbiditeit. Dat wil zeggen dat de aandoening samengaat met andere ziektebeelden. Stoornissen waar ODD vaak mee samengaat zijn ADHD, autisme of een reactieve hechtingsstoornis. Door het samengaan met andere ziektebeelden, is de diagnose ODD niet eenvoudig te stellen.
Bij het verminderen van gedragsproblemen en stoornissen zijn twee behandelprincipes het meest effectief, namelijk gedragstherapie en cognitieve gedragstherapie (CGT). Uitgangspunt bij gedragstherapie is dat gedrag bepaald wordt door wat eraan voorafgaat, en wat erop volgt.
Gebruik de term 'ernstige gedragsproblemen' wanneer er sprake is van dwars en opstandig gedrag, prikkelbaar en driftig gedrag, anderen ergeren, antisociaal gedrag en/of agressief gedrag en wanneer dit gedrag nadelige gevolgen heeft voor het kind, de jongere en/of de omgeving en gedurende minstens enkele maanden ...
Antisociaal en agressief gedrag komt vaak voor bij gedragsstoornissen (ODD en CD), maar ook bij ADHD. Antisociaal en agressief gedrag is deels erfelijk. De genetische aanleg voor dit gedrag wordt bepaald door een combinatie van veel genen die allemaal een klein effect hebben.
De periodieke explosieve stoornis is een psychische aandoening. Wie aan deze aandoening lijdt, kan zijn woede of drift niet beheersen en vertoont buitensporig gewelddadig gedrag.
Het kan verschillende oorzaken hebben dat een kind onhandelbaar wordt. Onbegrip vanuit de ouders, de komst van een jonger broertje of zusje, verkeerde vrienden en ook bepaalde aandoeningen, zoals asperger of ADHD kunnen ervoor zorgen dat ouders het kind minder goed begrijpen en begeleiding in de ontwikkeling.
Over het algemeen bestaat de behandeling in eerste instantie uit psychotherapie voor het kind en de ouders. Het is ook belangrijk dat de school zich verdiept in de kenmerken van ODD of CD. Verder kunnen ouders begeleiding krijgen bij de opvoeding, en het kind gedragstherapie.
Oppositioneel-opstandige stoornis (ODD)
Voor odd bij jongens variëren de prevalentiecijfers tussen de 2,1 en de 15,4%. Voor meisjes is dat vergelijkbaar: 1,5-15,6%.
CD (Normoverschrijdend-gedragsstoornis)
CD staat voor Conduct Disorder en is een type gedragsstoornis. In het Nederlands noemen we het ook wel normoverschrijdend-gedragsstoornis. Kinderen en jongeren met CD vertonen gedrag waarbij anderen geweld wordt aangedaan. Hierbij kun je denken aan vechten, bedreigen of liegen.
Farmacotherapie heeft in de behandeling van odd en cd een vaste plaats ingenomen, in het bijzonder bij comorbiditeit met adhd en bij ernstige agressie. Bij comorbiditeit met adhd worden psychostimulantia zoals methylfenidaat gebruikt.