Onderbouw vmbo
In de onderbouw van het vmbo moet je naast Engels nog 1 moderne vreemde taal volgen. Dat is Frans of Duits. De school is verplicht om je deze talen aan te bieden.
De kernvakkenregel houdt in dat je om te slagen hooguit één 5 als eindcijfer mag hebben voor de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde. Deze regel geldt zowel voor de havo als het vwo.
Er is één uitzondering op deze regel: als je als Havo CM-Leerling aan de exameneisen kan voldoen zonder wiskunde, kan je wiskunde buiten beschouwing laten. Je hebt dan een extra keuzevak nodig. Op het VMBO is wiskunde geen kernvak.
In de bovenbouw van havo en vwo heb je verplicht Engels. Je doet ook eindexamen in Engels. Op het atheneum moet je eindexamen doen in een 2e moderne vreemde taal.
Engels als kernvak
Vanaf 2013 zijn Engels, Nederlands en wiskunde kernvakken. De overheid (OCW) ziet ze als bepalend voor succes in het vervolgonderwijs en op de arbeidsmarkt. Engels kent als enige moderne vreemde taal globale kerndoelen.
De kernvakken zijn: Nederlands, Engels en wiskunde. In het profiel C&M hoef je geen wiskunde te kiezen. Als je geen wiskunde kiest, zijn de kernvakken alleen Nederlands en Engels.
Eindexamenleerlingen mogen het eindcijfer van 1 vak wegstrepen. Dat mag geen kernvak zijn, zoals Nederlands, Engels of wiskunde. Het eindcijfer van het weggestreepte vak telt dus niet mee bij het bepalen van de uitslag, maar blijft wel zichtbaar op de cijferlijst.
Op het vmbo beginnen de leerlingen in de eerste klas gewoonlijk met Engels op het niveau A1/A2 (ERK). Via de reguliere leerweg kan men in het examenjaar van vmbo BL/KL tot niveau A2 komen. In het examenjaar van vmbo GT/TL is het streefniveau A2/B1.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Je mag twee keer een 5 hebben of één 5 en één 4, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn. Let op dat geen enkel eindcijfer (afgerond) lager mag zijn dan een 4.
Verplichte vakken: Nederlands, Engels, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en wiskunde en een keuze uit biologie of nask 1 (natuurkunde).
Leerlingen die 16 jaar zijn of ouder en die gezakt zijn, kunnen eventueel een diploma via het volwassenonderwijs (vavo) halen (voor vmbo-t, havo of vwo). Je kind doet dan alleen de vakken waar hij een onvoldoende voor heeft gehaald. De cijfers voor de behaalde vakken blijven staan.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
Dat heeft onderwijsminister Wiersma besloten. Leerlingen mogen één vak wegstrepen, de zogeheten duimregeling. Dat mag geen kernvak zijn, zoals Nederlands, Engels of wiskunde. Het eindcijfer van het weggestreepte vak telt niet mee bij het bepalen van de uitslag, maar blijft wel zichtbaar op de cijferlijst.
De kernvakkenregel is een van de eisen waaraan je moet voldoen om te slagen voor havo of vwo. De kernvakkenregel houdt in dat je voor de kernvakken (Engels, Nederlands en wiskunde) maximaal één 5 mag halen en de eindcijfers van de andere twee kernvakken moeten minimaal een 6 zijn.
Een leerling is bevorderd wanneer: alle cijfers 6 of hoger zijn of als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan: er zijn maximaal 3 onvoldoende cijfers. er zijn maximaal 4 tekortpunten toegestaan.
Een leerling gaat over als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: Hij/zij heeft geen tekorten bij de kernvakken en maximaal 3 tekorten bij de andere vakken. Het gemiddelde over alle vakken is 6,0 of hoger. Hij/zij heeft 1 tekort bij de kernvakken en maximaal 2 tekorten bij de andere vakken.
Bevorderen van 2 VMBO b(k) naar 3 VMBO Basis
-bij een gemiddelde van 6.0 of hoger, met maximaal 3 verliespunten en een totaal van 30 punten voor het gekozen profiel. Slechts in bijzondere gevallen mag een leerling doubleren.
In een wereld waarin internationale contacten blijven toenemen en grensoverschrijdend werken en studeren steeds gewoner wordt, is het beheersen van een wereldtaal onmisbaar geworden. Dat de overheid dit onderkent mag blijken uit de plaats die Engels inneemt in het primair en het voortgezet onderwijs.
Gemiddeld moeten alle resultaten van je centraal examen minimaal een voldoende zijn. Dit wordt de 5,5-regel genoemd. Zijn al je eindcijfers een 6 of hoger, dan ben je sowieso geslaagd. Als je één 5 hebt en de rest is 6 of hoger, dan ben je ook geslaagd.