De aangeraden dosering is zo'n 7-9 kg per 100 m². Dit is aanzienlijk meer dan wanneer je het op het gazon strooit, want dan kun je met 3-5 kg ongeveer 100 m² bemesten.
Voor landbouwgrond in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant of Limburg is de norm dan 230 kilogram per hectare. Voor de andere provincies is het 250 kilogram. Hij mag dus 1.700 kilogram stikstof uit dierlijke mest gebruiken op zijn landbouwgrond. De gebruiksnormen zijn er alleen voor landbouwgrond.
Hoeveel mest mag een particulier aanwenden? Een particulier mag maximaal 80 kg fosfaat en 170 kg stikstof uit dierlijke mest per ha gras- of bouwland aanwenden.
Gemiddeld kunnen we uitgaan van een grasland bemesting van 700 kg KAS per ha per jaar (300 kg KAS eerste snede, 250 kg KAS tweede snede en nog 150 kg KAS derde snede). Dit levert 189 kg stikstof per hectare (700 kg KAS x 27%N), wat op zijn beurt goed is voor 1181 kg eiwit per hectare (189 kg N x 6,25).
De meest efficiënte delen krijgen 200 kg per hectare, de minste efficiënte stukken 100 kg per hectare.De rest is in stappen van 25 kg per hectare daartussen verdeeld.
Voor fruitteelt op bouwland mag u het hele jaar ureum gebruiken. Voor fruitteelt op bouwland mag u van 16 september tot en met 15 oktober stikstofkunstmest gebruiken. Voor de teelt van winterkoolzaad mag u tot en met 15 oktober stikstofkunstmest gebruiken. Het bouwland moet u gelijkmatig betelen.
Na de oogst van de hoofdteelt mag er niet meer bemest worden tenzij: Er voor 31 juli een nateelt komt. In een niet-nitraatrijke hoofdteelt (granen, vlas, …) als er voor 15 september een vanggewas wordt ingezaaid kan nog 36 eenheden werkzame stikstof/ha uit type 2 of 3 meststoffen gegeven worden voor 31 augustus.
De prijzen voor stikstofkunstmest variëren vandaag de dag tussen de 70 en 90 euro per 100 kilo. Dezelfde prijsniveaus gelden voor kalium. Fosfaat kost doorgaans iets meer dan 100 euro per 100 kilo.
Bemesten volgens het principe van werkzame stikstof
stikstofnorm voor dierlijke mest: die norm wordt uitgedrukt in kg totale N uit dierlijke mest per hectare en per jaar. De norm voor dierlijke mest bedraagt normaal 170 kg N/ha, maar in sommige gevallen geldt een lagere norm (raadpleeg hiervoor het Mestbankloket).
Afhankelijk van de ligging en de grondsoort van uw perceel ligt wordt uw gebruiksnorm 220 of 240 kilogram per hectare in 2023. De gebruiksruimte rekent u op dezelfde manier uit.
Vanaf 1 januari 2023 meldt u het vervoer van dierlijke mest met het rVDM. Dit is een realtime en digitaal Vervoersbewijs dierlijke mest. Het huidige VDM vervalt dan. Wat er verandert en hoe zich voorbereidt, leest u op de website van RVO.
Houders van koeien die meer dan vijf volwassen dieren op hun UBN hebben staan, zijn verplicht om een één-op-één relatie aan te gaan met een (geborgde) rundveedierenarts. Dit geldt dus voor het hobbymatig houden van meer dan van vijf koeien.
Een melkveebedrijf heeft zo'n 30 tot 60 m³ plaatsingsruimte dierlijke mest per ha. Bij een gemiddelde van 4 kg stikstof per m³ mest komt er dus 120 tot 240 kg stikstof per ha beschikbaar voor het grasland uit drijfmest. In het bemestingsplan wordt exact uitgerekend hoeveel kuub moet worden bemest voor de eerste snede.
Kunstmest geeft een groeispurt
Ze worden als het ware snel opgedreven (net een plofkip). Met kunstmest zie je na een week tot tien dagen al verschil, met organische meststof duurt dat wel twee tot drie weken. Die groeispurt kan een voordeel hebben.
Afhankelijk van uw gewas mag u 15, 20 of 30 kilogram extra stikstof per hectare gebruiken.
Het gras sproeien na bemesten
Als je organische meststofkorrels gebruikt is direct sproeien na het bemesten niet nodig. Deze korrels zullen geen verbranding veroorzaken aan je gazon. Je kunt echter wel sproeien na het strooien van mestkorrels om te zorgen dat ze sneller opgenomen worden door de bodem.
Overbemesting kan de wortels van het gras verstikken, waardoor ze niet genoeg zuurstof krijgen en kunnen afsterven. Het is daarom belangrijk om de instructies op de verpakking van de meststof te volgen en de juiste hoeveelheid en frequentie van bemesting te bepalen op basis van de specifieke behoeften van uw gazon.
Wanneer er te veel meststof op het gazon wordt aangebracht, kan dit leiden tot verbranding van het gras. Dit komt doordat de zouten in de meststof de wortels van het gras kunnen verbranden waardoor ze geel of bruin worden.
De belangrijkste nadelen van kunstmest op een rij:
Kunstmest is van nature zout. Te veel zout in de bodem vermindert de kwaliteit van de grond. Kunstmest lost sneller op in water dan organische mest. Je zult dus vaker moeten strooien.
Organische mest is een combinatie van dierlijke mest en compost. Het voordeel van deze bodemverbeteraar is dat het voedingsstoffen langzaam afgeeft aan de bodem. Kunstmest bevat de juiste voedingsstoffen, maar verbetert de bodemstructuur niet. Bovendien belast kunstmest het milieu meer.
Diverse soorten kunstmest zijn in Duitsland aantrekkelijk geprijsd. Het team van Raiffeisen Ems-Vechte zorgt voor een uitgebreid en passend advies voor elke grondsoort en gewas.
Je kunt wel tijdens de dauw kunstmest strooien, maar besproei het gras dan zodat de meststoffen van de grassprieten spoelen. Het beste is om kunstmest te strooien bij droog weer, of als het regent. Voor organische meststoffen is dat niet van toepassing, omdat daarin geen zouten zitten.
Bij veel neerslag kan de stikstofbenutting dalen tot soms de helft van die onder normale omstandigheden. Als u gras heeft geoogst en nog moet gaan strooien is het advies: Wacht met strooien indien er binnen 1 a 2 dagen 25 mm of meer neerslag wordt verwacht.
Concreet mag u dus mest opslaan 100 meter in het veld op voorwaarde dat deze mest op dat veld uitgespreid wordt, de mest er max.2 maanden blijft liggen en de mest 100 m van woningen van derden en op min. 10 m van de perceelsgrens en waterlopen gelegen is.