Vaststaat dat de VNG als vereniging een privaatrechtelijke rechtspersoon is en derhalve geen bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Awb is.
Voorstel van wet
In deze wet wordt verstaan onder bestuursorgaan: een persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed, behalve:a. de wetgevende macht;b. de kamers en de verenigde vergadering der Staten-Generaal; c.
1:1 Awb: 'Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b.een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
Voorbeelden van bestuursorganen zijn het college van burgemeester en wethouders, de Rijksoverheid, de Gedeputeerde Staten, Provinciale Staten, Waterschappen en de Commissaris van de Koningin. Niet alle overheidsinstellingen zijn bestuursorganen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
Een bestuursorgaan bezit publiekrechtelijke bevoegdheden die bij of krachtens de wet zijn toebedeeld. Een openbaar lichaam vormt de organisatorische samenhang waarin een aantal organen is verenigd.
In artikel 1:1 lid 2 Awb is onder meer opgenomen dat rechters, de wetgevende macht en de Eerste en Tweede Kamer niet worden aangemerkt als bestuursorgaan. De uitzonderingen gelden niet voor besluiten en handelingen ten aanzien van een ambtenaar als zodanig.
Een gemeenschappelijke regeling is een besluit tot samenwerking tussen bestuursorganen van gemeenten, provincies, waterschappen, rechtspersonen of andere openbare lichamen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die bestuursorganen.
Een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) voert een overheidstaak uit. Zbo's hebben een bijzondere positie binnen de Rijksoverheid. Zbo's oefenen ten eerste meestal openbaar gezag uit. Dit houdt in dat een zbo iets kan gebieden of verbieden.
Ingevolge artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb is een orgaan van een privaatrechtelijke rechtspersoon een bestuursorgaan als dat orgaan met openbaar gezag is bekleed.
In het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen van 23 maart 2019 wordt niet meer raad van bestuur, maar bestuursorgaan genoemd.
De raad is het hoogste bestuursorgaan in een gemeente. De raad bepaalt in grote lijnen wat er in de stad gebeurt en het college (van burgemeester en wethouders) voert het beleid uit.
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester zijn beide bestuursorgaan in de zin van de Awb. Het gaat bij deze bevoegdheid om het nemen van besluiten zoals bedoeld in de Awb.
Er was begrip voor dat, net als andere bestuursorganen al hebben, nu ook het Openbaar Ministerie als zelfstandig bestuursorgaan zonder tussenkomst van de rechter straffen kan opleggen.
Intrekking van een besluit of intrekking van een vergunning door de overheid is mogelijk. Maar er dient wel een goede grond voor intrekking van een vergunning te zijn. Ook kan de een bestuursorgaan een besluit gedeeltelijk intrekken. Het intrekken van een besluit of vergunning komt niet veel voor.
107 lid 2: “de wet stelt algemene regels van bestuursrecht vast”). Daarmee is de Algemene wet bestuursrecht een organieke wet: de Grondwet geeft opdracht tot het vaststellen van deze wet. In 1983 werd de Commissie algemene regels van bestuursrecht ingesteld. Deze commissie bereidde de Algemene wet bestuursrecht voor.
Deze wet beschrijft kaders die alle overheden moeten hanteren bij het besturen. Uitgangspunt van deze wet is dat de bestuursorganen van Nederland, zoals gemeenten, meer uniform algemene bestuurskaders hanteren. Andere overheidsinstanties, zoals het Centrum Indicatiestelling Zorg, vallen onder de Awb.
Een orgaan is een zo aangeduide groep personen waaraan, bij de wet en/of de statuten (en bij een personenvennootschap, bij overeenkomst), bevoegdheden zijn toegekend.
In de Awb is een tweedeling van bestuursorganen gemaakt: de a- en b-organen. De a-organen zijn de klassieke bestuursorganen. Hierbij is sprake van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld. Een b-orgaan is een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
Gemeenschappelijk orgaan
Dit is een lichtere vorm van een gemeenschappelijke regeling. Zo heeft een gemeenschappelijk orgaan geen rechtspersoonlijkheid, waardoor het geen personeel in dienst kan hebben. Een gemeenschappelijk orgaan is vooral geschikt als overlegorgaan tussen gemeenten.
Er zijn vier verschillende samenwerkingsvormen (art. 8 WGR). Dit zijn het openbaar lichaam, de bedrijfsvoeringsorganisatie, het gemeenschappelijke orgaan en de 'regeling zonder meer' (een voorbeeld hiervan is een centrumregeling).
Bestuursorganen als belanghebbende
Artikel 1:2 lid 2 Awb bepaalt dat bestuursorganen ook een belanghebbende kunnen zijn als er wordt gekeken naar hun toevertrouwde belangen.
De Hoge Raad maakt geen uitzondering voor (onderdelen van) bestuursorganen van de Staat die in sterke mate zelfstandig zijn, zoals de Belastingdienst op organisatorisch, budgettair en begrotingstechnisch gebied is.
De GGD is wel een bestuursorgaan in de zin van de Awb.
Binnen de politie bestaat slechts één bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht: de korpschef. De korpschef is in alle wet- en regelgeving aangewezen als bevoegd orgaan om besluiten te nemen.
De gemeente zelf is geen bestuursorgaan orgaan, maar een publiekrechtelijk rechtspersoon (2:1 lid 1 BW); betreft hier geen ORGAAN van een rechtspersoon maar de rechtspersoon zelf. -De gemeente is krachtens publiekrecht ingesteld namelijk op grond van artikel 2:1 BW is de staat een publiekrechtelijk rechtspersoon.