Conversiestoornissen komen voor bij mannen en vrouwen van alle leeftijden, al komen ze meestal voor bij vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 39 jaar. De oorzaak van een conversiestoornis is onbekend, maar men denkt dat een combinatie van omgevings-, erfelijke en psychische factoren verantwoordelijk zijn.
De oorzaak ligt in acute stress door angst of woede die de persoon niet kan verwerken. De spanning of angst is op dat moment zo hoog dat de hersenen bepaalde lichamelijke functies uitschakelt zodat de persoon deze stress niet meer ervaart. Het beeld doet daardoor vaak denken aan een neurologische aandoening.
Er zijn geen medicijnen die een conversiestoornis kunnen genezen. Wel zijn er medicijnen die bijvoorbeeld somberheid en angst, die samen kunnen voorkomen met de conversiestoornis, kunnen verminderen.
Jouw conversiestoornis kan op verschillende manieren worden behandeld. Een conversiestoornis kan worden behandeld door je huisarts, fysiotherapeut, neuroloog en/of psycholoog. Welke behandelaar en behandelvorm voor jou geschikt is, ligt aan jouw klachten en de oorzaak van jouw conversiestoornis.
Verlamming van één of meer armen of benen: u kunt plotseling een been of arm niet meer bewegen. Een raar gevoel in een arm of been, zoals een tinteling. Geen gevoel in een arm of been. Wegrakingen: andere mensen krijgen geen contact meer met u.
Probeer stressvolle situaties zoveel mogelijk te vermijden en probeer zo regelmatig mogelijk te leven. Zoek contact met lotgenoten om over jouw stoornis te praten. Ga met je klachten naar de huisarts. Hij of zij kan jou doorverwijzen naar een neuroloog en/of psycholoog.
Sommige mensen met een conversiestoornis worden arbeidsongeschikt verklaard, terwijl van anderen juist verwacht wordt dat zij blijven werken. De druk om versneld of binnen een bepaalde tijd te re-integreren heeft regelmatig een averechts effect. Werk kan een belangrijke waarde zijn voor een patiënt.
Er kunnen verschillende lichamelijke klachten ontstaan, zoals spierzwaktes en moeite met praten. Zo kan een van de ledematen door stress 'uitvallen' of verlamd raken, zoals een been of arm.
Conversieklachten zijn allerlei neurologisch aandoende lichamelijke verschijnselen, waar echter géén neurologische of andere lichamelijke oorzaak voor kan worden gevonden.
ALS begint vaak met zwakke spieren in uw armen of benen. Het kan ook beginnen met problemen met slikken of praten. De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken.
Religieuze methoden (homogenezing/conversietherapie)
Homogenezing (ook wel conversietherapie of reparatieve therapie genoemd) is een psychologische behandeling of spirituele begeleiding met als doel de seksuele geaardheid van een persoon te veranderen van homo- of biseksueel naar heteroseksueel.
Bij motorische uitval is er spierzwakte, de spiermassa neemt af, en krijg je soms onwillekeurige spiersamentrekkingen. Bij volledige uitval van een zenuw treden verlammingen op.
'We weten dat stress en spanning een rol spelen bij het ontstaan van de klachten. Het kan zijn dat mensen op de één of andere manier te veel van zichzelf vragen in bepaalde situaties. Ook komt het voor dat mensen een medische ingreep hebben gehad, waarna ze een functioneel neurologische stoornis ontwikkelen.
Psychisch verzuim is een vorm van ziekteverzuim. Een medewerker is dan niet in staat om te werken vanwege psychische klachten. Denk bijvoorbeeld aan overspannenheid, een burn-out, een depressie of een angststoornis. Het duurt vaak langer voor de werknemer helemaal is hersteld bij psychische klachten dan gemiddeld.
FNS is alleen niet eenvoudig of bijvoorbeeld met medicijnen te verbeteren. Er is wel steeds meer inzicht welke behandelingen effect hebben. Speciaal opgeleide fysiotherapeuten spelen daar een belangrijke rol in. Met de juiste behandeling kan 70% van de patiënten verbeteren.
Bij een valaanval (vaak wordt de Engelse term 'drop attack' gebruikt) valt iemand plotseling op de grond, zonder het bewustzijn te verliezen. Meestal gebeurt het tijdens lopen of staan, zonder enige waarschuwing.
Naar schatting hebben 40 op de 100.000 mensen last van een conversiestoornis. De stoornis uit zich vaak voor het eerst wanneer je in de puberteit zit of jongvolwassen bent. Vrouwen hebben vaker last van een conversiestoornis dan mannen.
Bij een neurologische ziekte is sprake van veranderingen in de hersenen. Dit kan verschillende gevolgen hebben. Bijvoorbeeld voor het bewegen en het aansturen van de spieren, maar ook voor zaken als concentratie, geheugen, woordvinding en planning – dit noemen we cognitieve problemen.
Bij akinesie is het heel moeilijk om die eerste stap te zetten als je ergens heen wilt lopen en sta je aan de grond genageld. Of het is juist moeilijk om te stoppen met lopen op het moment dat je de hoek om wilt gaan. Het niet op gang kunnen komen wordt ook wel freezing genoemd.
Bij een conversiestoornis gaat er iets mis met de signalen van de hersenen naar delen van het lichaam. U kunt bijvoorbeeld uw armen of benen niet meer bewegen, u verliest uw bewustzijn of u krijgt problemen met praten, slikken, zien of horen.
Symptomen van stress
versnelde hartslag en ademhaling. opgejaagd gevoel. snel boos zijn, huilen. piekeren, slecht slapen.
Langdurige stress hangt samen met depressie, burn-out en angststoornissen. De hormoonhuishouding is namelijk verstoord, hersengebieden zijn ontregeld en soms zelfs beschadigd en verschillende systemen werken niet zoals normaal. Stress en psychische klachten werken elkaar vaak ook in de hand.
Ook kun je bang zijn dat je klachten verergeren wanneer je (veel) beweegt. Je lichamelijke klachten kunnen zo ernstig zijn dat jij in een rolstoel belandt. Het lukt jou niet meer om zelf te lopen.
Bij een conversiestoornis zet het lichaam psychische klachten om in fysieke klachten; voornamelijk uitvalsverschijnselen. Conversie betekent letterlijk 'omzetten'. Mensen met deze stoornis hebben last van verschillende neurologische klachten waarvoor geen lichamelijke oorzaak is te vinden.
Onder neurologische uitvalsverschijnselen verstaat men uitval van motoriek (verlamming), van het gevoel ('verdoofd gevoel') en van gehoor, gezichtsvermogen of spraak. De aard van het functieverlies hangt nauw samen met schade aan een specifiek deel van de hersenen (zie figuur).