De belangrijkste bijwerkingen van een stamceltransplantatie zijn een verhoogd risico op infecties en bloedingen (hemorragie, bloeduitstortingen). Dat zijn niet de bijwerkingen van de stamceltransplantatie zelf, maar van het feit dat vóór de transplantatie je eigen (resterende) beenmerg volledig vernietigd moet worden.
Wanneer er verder geen complicaties zijn, kun je na drie tot vijf weken naar huis. Je moet nog wel regelmatig naar het ziekenhuis voor controles. Het herstel duurt bij een autogene stamceltransplantatie ongeveer een half jaar en bij een allogene transplantatie een jaar.
Als een stamceltransplantatie mislukt, kunt u overlijden. Dit kan komen doordat de donorstamcellen niet aanslaan. Maar vaker komt het door ernstige complicaties zoals de graft-versus-host-ziekte of infecties. De kans op overlijden na een allogene stamceltransplantaties ligt tussen 15 en 20%.
Een droge mond, verandering of verlies van smaak en reuk is een veelvoorkomende klacht na stamceltransplantatie. Perioden van misselijkheid, braken en/of een veranderd ontlastingspatroon kunnen tot een aantal maanden na de transplantatie nog optreden. Bij deze klachten kan er ongewenst gewichtsverlies optreden.
Na een stamceltransplantatie zijn de eerste 3 tot 6 maanden lichamelijk erg zwaar. Vooral na een allogene stamceltransplantatie is langdurig intensieve controle vereist. De eerste drie maanden onderzoekt uw arts u wekelijks op infecties, de graft-versus-host ziekte (transplantaat tegen gastheer) en andere complicaties.
De artsen nemen 2 tot 3% van je beenmerg weg vóór de behandeling en spuiten ze na de chemotherapie weer in. Een allogene transplantatie gebeurt met de stamcellen van iemand anders (een donor). De donor kan een familielid zijn, maar het kan ook gaan om iemand die je zelfs helemaal niet kent.
De gemiddelde kosten van een autologe beenmergtransplantatie bij non-Hodgkin-patiënten kwamen hierdoor op ongeveer ƒ 63.400,-.
Met beenmerg transplantatie wordt bedoeld het transplanteren van afgenomen beenmerg. Met stamceltransplantatie wordt bedoeld het transplanteren van stamcellen die door een speciale voorbehandeling vanuit het beenmerg naar het bloed verplaatst zijn.
Een stamceltransplantatie kost rond de 35.000 tot 40.000 euro.
Als je weer naar huis mag, zijn je afweersysteem en conditie nog niet volledig hersteld. Gemiddeld duurt dit na een allogene transplantatie een jaar. Tijdens dit jaar kun je beperkt worden in je dagelijks leven. Vooral de eerste 3 tot 6 maanden zijn lichamelijk gezien zwaar.
Isala heeft een samenwerkingsverband met het Amsterdam UMC (locatie VUmc) op het gebied van allogene stamceltransplantaties. De eventuele voorbehandeling met chemotherapie gebeurt in Isala, net als voorbereidende onderzoeken voorafgaande aan een allogene stamceltransplantatie.
Aan het eind van de behandeling met chemotherapie blijft er nog steeds een grote kans bestaan dat de AML 1 tot 2 jaar na de behandeling weer terugkomt.
Er worden stamcellen uit het lichaam gehaald. Dat kunnen je eigen cellen zijn of die van een donor. Je eigen stamcellen in het beenmerg worden verzwakt of vernietigd door een behandeling met chemotherapie of bestraling. Je krijgt gezonde stamcellen toegediend.
Partiële antibiotische decontaminatie (PAD) en isolatie
In de periode waarin het eigen beenmerg is uitgeschakeld en de donor stamcellen nog moeten uitgroeien (de 2 weken na de transplantatie) is de afweer tegen infecties met bacteriën sterk verminderd.
De gekregen stamcellen groeien niet direct uit tot bloedcellen. Het duurt zo'n 2 tot 3 weken voor dat zover is. Deze periode heet 'de dip'.
Wat is de overleving van AML? Gemiddeld zijn 5 jaar na de diagnose nog 25 van de 100 mensen in leven. Let op: dit zijn gemiddelde cijfers voor alle mensen met deze soort kanker. Jouw vooruitzichten kunnen anders zijn dan het gemiddelde.
Waarom iemand acute leukemie krijgt, is vaak niet te zeggen. De oorzaak zijn meerdere fouten (mutaties) in het DNA van de stamcellen in het beenmerg. Deze mutaties ontstaan spontaan. Wel neemt de kans op deze mutaties toe door bestraling of blootstelling aan bepaalde chemische stoffen.
Bij acute leukemie rijpen de witte bloedcellen in het beenmerg niet uit. Bij chronische leukemie rijpen de cellen nog redelijk goed uit, maar werken ze niet helemaal normaal. Het soort bloedcellen dat ongecontroleerd gaat delen, bepaalt of het om lymfatische of myeloïde leukemie gaat.
Een stamceltransplantatie kan een levensreddende behandeling zijn bij enkele ernstige aandoeningen. Maar niet een zonder risico. Afhankelijk van de aandoening waarvoor patiënten zo'n behandeling krijgen, overleeft tien tot veertig procent de stamceltransplantatie niet.
Aan het afnemen van het beenmerg zelf zijn geen risico's verbonden, behalve het geringe risico van de algehele narcose. Er kan een lichte bloedarmoede ontstaan na de beenmerg-afname, wat vermoeidheid kan veroorzaken. Vaak krijgt u voor een maand ijzertabletten mee om dit tekort weer aan te vullen.
De procedure. De patiënt moet eerst een voorbehandeling met chemotherapie ondergaan om de tumor zo ver mogelijk terug te dringen. Bovendien kan zo worden beoordeeld of de kwaadaardige cellen nog wel reageren op chemotherapie. Als na enkele kuren de respons bevredigend is, kunnen er stamcellen worden verzameld.
Nee, echt pijnlijk is de afname van stamcellen niet. Er zijn twee manieren om stamcellen af te nemen bij een donor: uit het bloed en uit het beenmerg. Een afname uit het beenmerg gebeurt onder algemene verdoving, wat op zich vrij ingrijpend is om als gezond persoon te ondergaan.
Stamceltherapie (aHSCT) is in Nederland nog niet beschikbaar en wordt niet vergoed als behandeling voor mensen met MS. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat de behandeling bij sommige vormen van MS nieuwe aanvallen kan voorkomen en achteruitgang kan remmen of zelfs stoppen.