Het risico op zelfdoding maakt depressie een bijzonder ernstige ziekte. Er zijn diversen soorten stemmingsstoornissen zoals major depression, manische depressiviteit en atypische depressie. Mensen kunnen kwetsbaar worden voor depressie door genetische factoren.
Zware depressie
Zware depressies hebben een grote invloed op het dagelijks leven: je gaat op den duur nergens meer naar toe, het lukt niet meer om te werken, boodschappen te doen, voor kinderen te zorgen en een normaal dag- en nachtritme te volgen.
Een depressie is een psychische aandoening die de gevoelens, gedachten en stemming van mensen raakt. Mensen die depressief zijn, zijn langdurige tijd somber en hebben vrijwel nergens zin in. Ze verliezen vaak interesse in de dingen om zich heen en kunnen niet echt meer genieten.
Je voelt je somber, hebt nergens zin in en alles lijkt meer energie te kosten dan voorheen. Vaak trekt zo'n sombere bui na een paar dagen weg. Maar het kan zijn dat je al langer rondloopt met dit gevoel, dat het maar niet weggaat. En dat het je leven beheerst.
In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters. Deze verstoringen in het chemische evenwicht geeft aanleiding tot angstklachten, overmatig piekeren, verminderde plezierbeleving, passiviteit en een sombere stemming.
Hersenactiviteit en volume kunnen gemeten worden met behulp van een MRI scanner. Er wordt gedacht dat mensen met een depressie- of angststoornis een verstoorde verwerking, reactie en geheugen hebben voor emotionele prikkels uit de omgeving.
Bij een typische depressie kan het basisadvies worden aangevuld met vitamine B12 (1.000 – 2.000 mcg per dag) en foliumzuur in de actieve vorm (folaat, 400 tot 1000 mcg per dag). Wanneer er sprake is van een atypische depressie worden ontstekingremmende stoffen als curcumine ingezet.
Over het algemeen gaan de klachten binnen drie maanden vanzelf over, maar als hulp te laat komt kunnen klachten flink verergeren en kan je depressie zelfs chronisch worden. Erkennen dat je depressief bent is vaak de eerste stap naar herstel. Depressiviteit worden niet altijd tijdig herkend.
Een niet-behandelde depressieve episode duurt gewoonlijk zes maanden of meer. Als de depressie langer dan zes maanden duurt, is de kans op herstel veel kleiner. Een behandeling is dan wel nodig omdat de depressie anders ernstiger of zelfs chronisch kan worden.
Slaapproblemen verhogen het risico op depressie en angststoornissen en kunnen bijdragen aan een slechter beloop van deze stoornissen, blijk uit Nederlands onderzoek. Slaap is één van de factoren die een sterke invloed kan hebben op depressie en angststoornissen.
Hoe lang duurt een depressie? Een depressie kan een paar weken of zelfs maanden duren. Sommige mensen raken in hun leven één keer depressief, andere mensen krijgen vaker last van een depressie. Bij ongeveer 50% van de mensen duurt een depressieve periode korter dan drie maanden.
Dit duurt minstens twee weken. Gemiddeld duurt een depressie een maand of 8, maar het overgrote deel van de mensen met een depressie voelt zich in minder dan 3 maanden weer beter. Aanhoudende depressies duren vaak 2 jaar en langer.
Beweeg regelmatig: wandelen, sporten en bewegen lijkt misschien geen aantrekkelijk idee als je somber bent, maar het is bewezen dat sporten helpt wanneer je depressief bent. Blijf leuke dingen doen: leuke dingen blijven doen met vrienden of familie is erg belangrijk als je depressief bent.
Zo zouden groenten, fruit, vis, kip, magere kaas en volkoren granen het risico op een depressie verlagen en bovendien zouden bestaande symptomen erdoor verminderen. Foliumzuur schijnt ook te helpen volgens de Finnen, en dan met name bij mannen.
Uiterlijk zien ze er misschien passief en bedrukt uit, maar van binnen is er een sterke onrust aanwezig. Soms komt deze onrust naar buiten met gejaagd gedrag, ongeduld, prikkelbaarheid, ongedurigheid en kwaadheid. Dit wordt soms 'geagiteerde depressie' genoemd.
Bekend is wel dat bij langdurig gebruik door ouderen het gevaar op vallen kan toenemen, met de kans op heupfracturen en andere botbreuken. Ook worden sommige mensen bij langdurig gebruik van antidepressiva dikker.
De studies in kwestie betroffen ruim 3,6 miljoen deelnemers en 418.000 sterfgevallen.
Een psychiater behandelt mensen met psychische stoornissen. Hij of zij gaat op zoek naar de oorzaak van de mentale problemen , en stelt vervolgens samen een behandelplan op. Dit behandelplan bestaat uit meerdere gesprekken en ook de omgeving van de hulpzoekende wordt in de behandeling betrokken.
Tegen een depressiepatiënt kun je dus beter niet alles zeggen wat er misschien in je opkomt. 'Het belangrijkste is dat je er voor iemand bent als hij daar behoefte aan heeft', zegt Cuijpers. 'Je mag natuurlijk altijd informeren hoe het met iemand gaat. En luister dan vooral naar wat hij zegt en oordeel niet.
Goede of slechte ervaringen of gebeurtenissen die je leven opeens erg veranderen, kunnen ervoor zorgen dat je depressief wordt. Voorbeelden daarvan zijn het verlies van je partner, ontslag of een verhuizing. Maar denk ook aan schokkende gebeurtenissen die je somber en angstig maken, zoals een beroving of een ongeluk.
Ongetwijfeld is sint-janskruid het plantaardige antidepressivum bij uitstek. Maar ook andere goed te verdragen geneeskrachtige kruiden kunnen van belang zijn voor de behandeling van stemmings- stoornissen.
Sint-Janskruid beïnvloedt de hormonen serotonine, dopamine en noradrenaline en heeft volgens onderzoek net zo'n positief effect als de 'gewone' antidepressiva. Uit andere studies blijkt dat kamillethee ook een goed alternatief kan zijn voor de standaardmedicatie tegen angsten en depressie.
Een magnesium tekort kan ten grondslag liggen aan stress, depressie en andere aandoeningen van de stemming en gevoelens. Bovendien verbruikt het lichaam meer magnesium in geval van stress. Het kan daarom lonen om met een magnesiumsupplement, specifiek magnesium tauraat, je stress of depressie te lijf te gaan.
PSYCHOLOGIE Medicijnen tegen depressie – de zogenaamde antidepressiva – nemen niet alleen de depressieve gedachten weg bij mensen, maar zorgen ook voor persoonlijkheidsveranderingen. Een nieuwe onderzoek toont aan dat patiënten minder neurotisch worden. Ook gedragen mensen zich extraverter dan voorheen.