Eten van varens is niet zonder risico en het gebruik als geneeskrachtige plant evenzo. Varens met de sporen aan de onderzijde van de bladeren moeten in elk geval gemeden worden, want deze zijn zeker giftig. Omdat een ongeluk in een klein hoekje zit zouden wij adviseren varens te mijden.
Eetbaarheid van varens
De in Nederland meest voorkomende soorten zijn de adelaarsvaren (Pteris aquilina) en de mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas). De adelaarsvaren is deel eetbaar. De wortelstok wordt eerst gedroogd en kun je dan gekookt of geroosterd eten.
Varens zuiveren de lucht en geven je ruimte een goede luchtvochtigheid. Varens heb je in alle soorten en maten, in totaal zijn er maar liefst 40 duizend verschillende soorten. Ook fijn: varens doen het goed binnen én buiten. En waar je ze ook zet, overal zorgen ze meteen voor een stuk groenere aanblik.
Hoe pak je de verzorging van varens aan? Houd de potaarde vochtig en laat de kluit niet uitdrogen. Opgelet, geef geen water in het hart van de plant. Varens houden ervan als je ze regelmatig besproeit met een plantenspuit en wekelijks voeding geeft.
Verschillende toxines worden gevonden in adelaarsvarens, waaronder thiaminase, cyanogene glycosiden, pterosine , ptaquiloside. De wortelstok en jonge bladeren zijn de meest giftige delen van de plant, maar de hele plant is giftig en blijft giftig wanneer gedroogd.
De adelaarsvaren is de meest voorkomende varen en kan overal groeien. Er moet een grote hoeveelheid van gegeten worden voor het giftig is voor een paard. Toch eten paarden varens wel graag en blijven het ook eten wanneer ze er aan begonnen zijn, wat een risico oplevert.
Zet je varen op een plek met indirect zonlicht.
Als je merkt dat de bladeren van je varen bruin worden en verwelken, dan krijgt hij waarschijnlijk te veel zon. Probeer de varen op een andere plek te zetten of hem een tijdje uit de buurt van het raam te houden.
Varens met een wortelstok leven vaak op bomen, zoals de brede eikvaren (Polypodium interjectum). Aan de lengte van de wortelstok is vast te stellen hoe oud de plant is. Varens kunnen honderden jaren oud worden.
Varens zijn sporenplanten, de nazaten van de eerste (sporen) planten die in de zeer vroege historie van het leven op aarde vanuit het water het land opkwamen. Het kenmerk van sporenplanten is dat ze geen zaden maar sporen vormen.
De varen is op z'n best als hij in een licht vochtige grond staat, waardoor de plant dus regelmatig water nodig heeft. Om deze grond licht vochtig te houden is het soms nodig om 2 tot 3 keer per week een scheutje water toe te dienen. Let er wel op dat de grond niet te vochtig wordt.
Hosta staat in de Japanse sushi-keuken bekend als delicatesse, waar de scheuten urui of giboshi heten. Hosta heeft vaak last van zijn aartsvijand: de (naakt)slak, maar laat je daardoor niet afschrikken.
De jonge bladeren van de akelei (aquilegia vulgaris, columbine) gaan in het vroege voorjaar (april, mei) in de sla. Ook de bloemen zijn eetbaar. Ze zaaien zichzelf vlotjes uit in de tuin.
Varens kan je in huis het beste plaatsen op een standplaats in de halfschaduw, zonder direct zonlicht. Bij te veel licht zullen de bladeren geel kleuren. Verder raden we aan de grond lichtvochtig te houden.
Varens zijn van origine bosplanten en groeien het allerbeste op schaduwrijke plekken, dit kan halfschaduw of echte schaduw beteken. Er zijn opmerkelijk genoeg ook varens die de zon verdragen.
Varens zijn relatief eenvoudig te snoeien. Snoei ze in het vroege voorjaar, voordat de nieuwe groei begint of zelfs wanneer de groei al begonnen is. Een varen leent zich ook uitstekend om een vorm in te maken.
De varen is een vaste plant. Dat betekent dat de plant in de winter verdwijnt om in het voorjaar weer op te komen. Maar er zijn ook bladhoudende varens, zodat er groen in de wintertuin te zien is. Deze wintergroene varens houden het hele jaar door hun blad, ze kunnen heel goed tegen de kou.
Varens kunnen zowel op vochtige als droge plekken groeien. Op droge plekken blijven ze echter wat kleiner. In de Nederlandse tuinen kunnen ze het beste in goed doorlatende grond geplant worden. De standplaats kan uiteenlopen van lichte schaduw tot veel schaduw (maar weinig wind).
Hoe stek je de varen? Om een varen te vermeerderen kun je hem het beste scheuren. Kies bij deze methode een varen uit waarvan de bladeren niet uit één punt groeien. Dat soort varens kun je niet scheuren en zijn alleen te vermeerderen via de sporen – een ingewikkelde en tijdrovende klus.
Rododendron, azalea, pieris en oleander. Rododendron, azalea, pieris en oleander bevatten een sterk zenuwgif dat, afhankelijk van de opgenomen hoeveelheid, symptomen veroorzaakt als speekselen, schuimbekken, knarsetanden, wankelen en acute dood.