Allegro behoort tot de snelle tempi. Het metronoomgetal komt neer op 126 tot 138, dus 126 tot 138 tellen per minuut. De meer gebruikelijke interpretatie van allegro is derhalve een hoog tempo.
Allegretto is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft in welk tempo gespeeld moet worden. Allegretto betekent letterlijk "een beetje allegro", wat inhoudt dat allegretto iets minder snel, maar wel sierlijker is dan allegro. Allegretto behoort tot de matig snelle tempi.
De term wordt naar het Nederlands vertaald als met vuur, als levendig of als met energie. In principe is het een aanwijzing voor de voordracht van een stuk en niet voor de dynamiek of het tempo, tenzij gebruikt in combinatie met een tempo-aanduiding, bijvoorbeeld Allegro con brio.
Allegro assai is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft in welk tempo een muziekstuk gespeeld moet worden. Letterlijk betekent het "zeer levendig of snel". Allegro assai behoort tot de zeer snelle tempi.
Con moto is een Italiaanse muziekterm die aangeeft dat een passage in een muziekstuk bewegelijk uitgevoerd moet worden, dit in tegenstelling tot een zeer statische uitvoering. Deze aanduiding wordt gebruikt in combinatie met een tempo-aanduiding, waardoor aanduidingen als Andante con moto of Allegro con moto ontstaan.
Lento is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft dat een muziekstuk in een langzaam tempo gespeeld moet worden. Letterlijk betekent het "slepend". Het behoort tot de zeer langzame tempi, zoals ook largo en grave.
Andante is een tempoaanduiding, het betekent 'rustig voortgaand'. Het kan ook de titel zijn van een deel van een compositie.
Presto is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft in welk tempo gespeeld moet worden. Presto betekent "snel". Vaak wordt deze benaming gebruikt voor het laatste deel van een meerdelig stuk in de Westerse klassieke muziektraditie, dat dikwijls een snel karakter heeft.
Adagio is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft dat een muziekstuk in een langzaam comfortabel tempo gespeeld moet worden. Het woord adagio betekent letterlijk 'gemakkelijk' (ad agio).
De muziekterm finale (uit het Latijn: finis = 'einde') duidt doorgaans op het laatste deel van een meerdelige compositie. De finale kan diverse vormen aannemen, zoals een variatiewerk, een rondo, een fugatisch geschreven werk of enig andere vorm.
Molto is een Italiaanse muziekterm met betrekking tot de uitvoer van termen die aanwijzingen geven over de voordracht van een stuk of een passage ervan. Men kan de term vertalen als veel. Dit betekent dus dat, als deze aanwijzing wordt gegeven, men de andere aanwijzing zeer sterk tot uitdrukking moet laten komen.
Moderato is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft in welk tempo gespeeld moet worden. Moderato betekent "gematigd". Moderato behoort tot de matig snelle tempi. Het metronoomgetal komt neer op 108 tot 120, dus 108 tot 120 tellen per minuut.
Largo is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die het tempo aangeeft waarin gespeeld moet worden. Largo betekent "breed", wat voor bijvoorbeeld de strijkers wil zeggen dat zij breed en zeer langzaam en gedragen moeten strijken. Largo behoort tot de zeer langzame tempi.
Largo, Allegro en Presto zijn alledrie woorden die de snelheid van een muziekstuk op een bepaald moment aangeven. Largo betekent 'zeer langzaam', Allegro betekent 'snel' en Presto betekent 'zeer snel'.
Presto: 168 - 192, zeer snel, haastig. Prestissimo: 200 - 208, uiterst snel.
De Italiaanse term legato is afkomstig van het het Latijnse woord 'ligare' dat 'verbinden' of 'vastbinden' betekent. Door het verbinden van de noten klinken er geen stiltes tijdens een serie noten of frase. In een partituur wordt de legato-speelstijl aangegeven met bogen onder of boven een groep noten.
Ritenuto is letterlijk vertaald: 'teruggehouden'. Doorgaans gaat een ritenuto wel met een lichte vertraging gepaard. In de notatie kunnen zowel "ritenuto" (of "rit.") als "ritardando" (of "ritard.") gevolgd worden door een horizontale stippellijn.
Cantabile (van het Italiaanse cantare = zingen) is een muzikale aanduiding die gebruikt wordt wanneer in de muziek bepaalde passages zangerig, als gezongen gespeeld dienen te worden.
Accelerando (afkorting: "accel.") is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft dat er versneld moet worden.
Crescendo is Italiaans en komt van het werkwoord crescere, dat zowel in het Italiaans als in het Latijn 'toenemen, groeien' betekent. In het Nederlands komt crescendo als zelfstandig naamwoord én als bijwoord voor. Het bijwoord heeft naast de muzikale betekenis ook de algemene betekenis 'geleidelijk sterker wordend'.
De C-sleutel is een teken aan het begin van de notenbalk dat de toonhoogte van de genoteerde noten bepaalt. De noot op de lijn die door het midden van de sleutel loopt is de toon c.