De woorden 'dag' en 'week' zijn bijvoorbeeld ook zelfstandige naamwoorden.
Zelfstandig naamwoord
Maandag is de meest gehate dag van de week.
Zelfstandig naamwoord
Zaterdag is de eerste dag van het weekend.
Zelfstandig naamwoord
Op woensdag hebben leerlingen slechts een halve dag school.
Zelfstandig naamwoord
Zondag is de tweede dag van het weekend.
Zelfstandig naamwoord
Vrijdag ben ik volgens mij vrij.
Zelfstandig naamwoord
▸ Dit zou toch niet mijn laatste nacht op aarde worden? Met zeven andere hikers zou ik de nacht in deze piepkleine ruimte van drie bij drie meter moeten doorbrengen.
Zelfstandige naamwoorden kun je meestal combineren met een van de lidwoorden de, het of een. Het is de/een kast, het/een huis, de/een week, enz. Ze worden daarom ook wel 'de-woorden' en 'het-woorden' genoemd.
Zelfstandig naamwoord
(tijdrekening) tijd tussen het eind van de gewone werkdag en het naar bed gaan. In de avond lezen we een boek bij kunstlicht.
bijwoorden van tijd: wanneer, morgen, vandaag, gisteren, binnenkort, onlangs.
Wat is een zelfstandig naamwoord? Een zelfstandig naamwoord is een woordsoort dat een mens, dier, ding, (eigen)naam, gebeurtenis, plaats of abstracte zaak zoals gevoelens aanduidt. Voorbeelden van zelfstandig naamwoorden zijn: man,, kat, tafel, Amsterdam, moederdag, hemel of liefde.
Bijwoord. ▸ Hier ging ik vanavond slapen, helemaal in mijn eentje.
weekend zelfstandig naamwoord, onzijdig—
Het weekend is het beste deel van de week. — The weekend is the best part of the week.
Een zelfstandig naamwoord is een woord waar je de, het of een voor kunt zetten, zoals televisie of huis. Het is de naam van een ding, persoon, dier, plaats etc. Ook abstracte begrippen als gevoelens, tijd, eigenschappen en gebeurtenissen zijn zelfstandige naamwoorden.
Bijvoeglijk naamwoord
Hij pakte mijn hand, ik werd helemaal week vanbinnen.
Zelfstandig naamwoord
Januari is één van de koudste maanden van het jaar.
Zelfstandig naamwoord
Een dag bestaat uit 24 uur.
Zelfstandig naamwoord
▸ Ze hadden een ontbijt voor me klaargezet dat ik snel en zo stil mogelijk opat. ▸ Ze maakte ontbijt voor hem klaar en wilde de volgende nacht plannen, of de avond of allebei.
Zelfstandig naamwoord
We hebben die hele maandagochtend in het ziekenhuis doorgebracht.
Alles en iedereen zijn onafhankelijke voornaamwoorden: ze staan nooit voor een zelfstandig naamwoord.
Zelfstandig naamwoord
Het werk dat moest gebeuren, is voltooid.
slaap zelfstandig naamwoord
Mijn zoon viel in een diepe slaap.
Bijvoeglijk naamwoord
▸ Midden in de nacht schrok ik wakker doordat de deur met een klap opensloeg.
Het zelfstandig naamwoord soort (of het meervoud soorten) in de betekenis 'categorie van iets' kan gevolgd worden door een enkelvoudig of meervoudig zelfstandig naamwoord. In die constructie kan na soort ook het woord van volgen. De combinatie met van is minder gebruikelijk.