Voorlichtingsinstituut Nibud adviseert om vanaf het 12e jaar met kleedgeld te beginnen. De meeste kinderen ontvangen maandelijks een bedrag tussen de 25 en 50 euro. Slechts 2 procent krijgt meer dan 100 euro. Uiteraard zegt dit bedrag pas iets als ook bekend is wat kinderen ervan moeten kopen.
In de praktijk betalen kinderen meestal niet alle kleding van het kleedgeld (bijvoorbeeld geen sport- of badkleding). De doorsnee middelbare scholier krijgt ongeveer 50 euro per maand aan kleedgeld. Uit Nibud-onderzoek (2020) blijkt dat er maar kleine verschillen zijn tussen leeftijden.
Hoeveel kleedgeld u geeft hangt af van uw eigen inkomsten en wat uw kind er wél en niet van moet betalen. Uit het Nibud Scholierenonderzoek van 2016 blijkt dat kinderen van 12 tot 18 jaar gemiddeld € 50 kleedgeld per maand krijgen. Dat bedrag is vrijwel gelijk voor alle leeftijden.
De doorsnee scholier krijgt ongeveer €50,- per maand aan kleedgeld. Uit Nibud-onderzoek blijkt dat er maar kleine verschillen zijn tussen leeftijden.
Veel scholieren in Nederland krijgt kleedgeld. Het is net als zakgeld een mooie manier om je kind de waarde van geld te leren. Bovendien is het vooral voor pubers handig, omdat zij zo inzien wat hun kleding allemaal kost. Vooral op die leeftijd speelt kleding en er leuk uitzien een belangrijke rol.
Vergeleken met 2016 sparen vooral 17- en 18- jarigen meer: van gemiddeld 89 euro per maand naar 114 euro. Scholieren die sparen hebben een gemiddeld spaartegoed van 1.392 euro. Dit is minder dan in 2016, toen scholieren 1.641 euro aan spaargeld hadden.
Studenten krijgen vaak geen kleedgeld meer. Zij hebben vaak een bijbaantje, waar ze het een en ander van kunnen betalen. Het is vaak wel zo dat studerende kinderen nog wel een financiële bijdrage krijgen van hun ouders, voor bijvoorbeeld de zorgverzekering.
Zakgeld en kleedgeld voor je kind
Een brugklasser ontvangt gemiddeld €15 tot €20 per maand. Dit is misschien ook een goed moment om te beginnen met kleedgeld.
Daarom is 6 jaar een goede leeftijd om te starten met zakgeld. Als kinderen ouder worden, groeit het besef van tijd ook. Ze snappen dan steeds beter dat je moet sparen als je iets groters wilt kopen. In Nederland krijgt 69% van alle kinderen tussen de 5 en 12 jaar zakgeld, blijkt uit het kinderonderzoek van het Nibud.
Wat moet een kind kopen van kleedgeld? Zoals de naam al aangeeft is kleedgeld primair bedoelt om kleding en schoenen van te kopen. Sommige ouders maken echter ook de afspraak met hun kind om er nog veel meer van te betalen. Denk daarbij aan cadeautjes voor anderen, uitgaan, acessoires en tassen.
Er zijn geen vaste regels voor hoeveel zakgeld je geeft. Veel hangt af van het inkomen van de ouders én wat je kind er allemaal mee moet betalen. Enkel de frisdrank na de voetbal of de scouts of ook cadeautjes, kleren, of een gsm-abonnement? Algemeen geldt wel dat de meeste tieners minstens 5 euro per maand krijgen.
Hoeveel mag je uitgeven aan kleding? Dan kun je volgens financiële experts het best de vuistregel aanhouden om niet meer dan vijf procent van je netto salaris op te maken aan kleding. Verdien je bijvoorbeeld 2.000 euro netto? Dan zou je dus 100 euro per maand met een gerust hart uit kunnen geven.
Het Nibud adviseert om elke maand 10% van je netto-inkomen opzij te zetten. Je hoeft echt niet elke maand precies 10% te sparen. Probeer te zoeken naar een balans. Zo kan je de ene maand wat meer sparen dan de andere maand.
Hoeveel moet ik sparen voor mijn kind? Gemiddeld sparen ouders 500 euro per jaar per kind. Dit komt neer op ruim 40 euro per maand. De meeste mensen weten ook al precies waar het kind het geld aan moet besteden.
Vanaf de middelbare school (>12 jaar) wordt kleding vaak belangrijk(er) voor kinderen*. Dat is een goede leeftijd om te beginnen met kleedgeld en financiële verantwoordelijkheid te hebben. Natuurlijk kan je je kind op weg helpen in het begin met bijvoorbeeld een begroting.
Volgens het CBS is dus één kind gemiddeld 15 procent van het besteedbaar inkomen, twee kinderen kosten gemiddeld 25 procent (€ 375 ,- euro bij een inkomen van € 1500,- per maand) en drie kinderen 29 procent (€ 435,- per maand bij een inkomen van € 1500,-).
Hoeveel kostgeld kun je vragen? Er is geen standaardbedrag voor kostgeld. Elke situatie is anders, met verschillende personen, inkomens, lasten en verbruik. Om te beoordelen wat een redelijk bedrag is, kun je kijken naar het inkomen van je kind en welke kosten je wilt doorberekenen.
Afhankelijk van het inkomen wat je invult raadt het Nibud een buffer aan van €3050 – €3350.
Gemiddeld sparen Nederlanders 6,43 procent van hun netto loon, je bent dus zeker niet de enige die het niet lukt. Wat de reden ook is dat het niet lukt om 10 procent aan de kant te zetten, alle kleine beetjes helpen. Als je elke maand opzij zet wat je kunt missen, heb je aan het eind van het jaar ook een buffer(tje).
Hotel mama kost 250 euro per maand. Werkende jongeren die thuis wonen, zouden gemiddeld 250 euro per maand moeten bijdragen voor 'Hotel Mama'.
Meestal mag ze gewoon twee of drie attracties kiezen. Dus dat verschilt wel qua bedrag. Als ik met mijn dochter de kermis op ga, kan ik meestal wel rekenen op ongeveer 50 euro. De prijzen zijn tegenwoordig ook zo hoog.
Het Nibud heeft studenten gevraagd of hun ouders een bijdrage leveren aan hun studie. Uit dit onderzoek bleek dat 68 procent van alle studenten geld van zijn of haar ouders kreeg. Uitwonende studenten ontvangen gemiddeld €339 per maand, thuiswonende studenten krijgen €109 per maand (Nibud studentenonderzoek 2021).