Laat een alinea bij voorkeur niet meer dan zes à zeven zinnen tellen. Lange alinea's van meer dan tien regels tekst nodigen niet uit om te lezen. Maak alinea's ook niet te kort. Als u bij heel veel zinnen telkens op een nieuwe regel begint, hangt uw tekst als los zand aan elkaar.
Gemiddeld bestaat een alinea uit zo'n vijf zinnen. Dat komt neer op vijf tot tien regels tekst. Een alinea van maar één zin is uitzonderlijk, net als een alinea van een halve pagina lang.
Een alinea mag nooit langer zijn dan een pagina. De gewenste gemiddelde lengte is ongeveer zes à zeven zinnen.
Antwoord. Een nieuwe alinea begin je als aan twee voorwaarden is voldaan: – er begint een nieuw (sub)onderwerp in de tekst; – sinds de vorige nieuwe alinea zijn er al heel wat zinnen gevolgd (bijvoorbeeld zes à zeven).
Een gemiddelde van 15 tot 20 woorden per zin is vaak prima. Als de opbouw van de zinnen duidelijk is en de woorden begrijpelijk zijn, zijn ook zinnen tot 25 woorden voor veel mensen nog goed te begrijpen.
U heeft een gemiddelde leessnelheid. De geschreven toespraak bevat 650 woorden. Uw toespraak zal dan 650/130 = 5 minuten duren.
Om u een indruk te geven: een pagina met 40 regels tekst is ongeveer 400 woorden, wat staat voor circa 3 minuten spreektijd.
De inleiding
Een inleiding bestaat uit één of meer alinea's en heeft als functies aandacht trekken van de lezer en het introduceren van het onderwerp.
Een alinea kan beginnen met een zogenaamde transitionele zin. Dat is een zin die iets expliciteert over de overgang van onderwerpen in een tekst. Enkele voorbeelden van transitionele zinnen: “We komen nu op een heel andere onderwerp.”
Een alinea is een stukje tekst van een of meer regels waarin je een onderwerp behandelt. Het is een onderdeel van een grotere tekst. Alinea's worden gescheiden door een witregel. Als je een tekst indeelt in alinea's, leest een tekst veel prettiger.
De lengte van paragrafen is afhankelijk van de lengte van je tekst. Een paragraaf bestaat meestal uit 2 of meer alinea's. Het kan voorkomen dat een subparagraaf maar uit 1 alinea bestaat.
Tussen alinea's geen witregels, tenzij er (om inhoudelijke redenen) een heel duidelijke scheiding aangebracht moet worden tussen twee stukken tekst. Op- volgende alinea's inspringen met 0,5 cm. De laatste regel van een alinea mag niet boven aan een nieuwe pagina staan.
Tussenkopjes: Dit zijn de dikgedrukte titels van een alinea. De tussenkopjes staan tussen de alinea's in. Meestal geven de tussenkopjes kort aan waar de alinea over gaat.
Kernzin aan het begin van de alinea
De kernzin van de alinea staat meestal aan het begin: het is de eerste of tweede zin. Zo ziet de lezer meteen waar de alinea over gaat. De rest van de alinea werkt de hoofdgedachte uit de kernzin verder uit.
De woorden alinea en paragraaf hebben een verschillende betekenis. Een alinea is een tekstblok van bij elkaar horende zinnen. Een paragraaf is een groter tekstblok van bij elkaar horende alinea's. De alinea's worden in een brief door een witregel gescheiden.
Reacties. In leesboeken staan vaak witregels, maar binnen de stukken tussen witregels staan ook alinea's. Deze kan je herkenen aan de enters.
Standaard de eerste regel laten inspringen
Plaats de cursor ergens in de alinea. Klik op het tabblad Start, klik met de rechtermuisknop op de stijl Normaal en kies Wijzigen. Selecteer Opmaaken kies vervolgens Alinea. Selecteer op het tabblad Inspringingen en afstand, onder Inspringing, de optie Eerste regel.
Tekstindeling. Een zakelijke tekst (artikel, brief, beschouwing, enzovoort) heeft vaak een vaste indeling: inleiding, middenstuk en slot. Elk deel heeft een specifieke functie en kan uit meer dan één alinea bestaan. Het middenstuk bestaat meestal uit verschillende alinea's, inleiding en slot vaak uit één.
De inleiding is vaak één alinea. In het middenstuk geef je informatie over het onderwerp. Het middenstuk bestaat vaak uit meerdere alinea's. In iedere alinea lees je iets nieuws over het onderwerp.
In de eerste alinea maak je de lezer nieuwsgierig met behulp van: – de actualiteit; – de geschiedenis; – een voorbeeld/anekdote; – het aangeven van het belang voor de lezer.
Een goede tekst schrijven is best moeilijk. Een goed geschreven tekst bestaat altijd uit drie delen: een inleiding, middenstuk en een slot. De inhoud van een tekst wordt mede bepaald door het doel van de tekst. Er zijn nog meer dingen waar je op moet letten, in dit artikel meer informatie daar over.
Gemiddeld kun je daar zo'n 450 woorden op kwijt. Meer kan uiteraard maar dan gebruik je geen witregels en dat komt het overzicht tijdens de speech niet ten goede. Met 4 pagina's volgeschreven zit je overigens al snel op 15 minuten spreektijd.
Het gemiddelde aantal woorden per minuut in Nederland is 130. Dat is dus iets meer dan twee woorden per seconde. Voor 10 minuten presenteren in een gemiddeld tempo heb je 1300 woorden nodig.
Met 4 pagina's volgeschreven zit je overigens al snel op 15 minuten spreektijd. En als je dan 10 minuten hebt, ga je dus ruim over je spreektijd heen en spreek je anderhalf keer zo lang als de bedoeling was.