De spanning tussen de fasen is 220 à 230 volt. De spanning tussen de fase en de aarde is 127 à 133 volt.
In de ideale situatie heeft aarding een weerstand van 0 Ohm.
De spanning tussen de nuldraad en de aarde is op elk tijdstip nul volt (tenzij defecten, aansluitfouten,...). De spanning tussen de fasedraad en de aarde wisselt van +230 naar –230volt en terug.
De nuldraad of de nulleider is de draad die meestal elektrisch gekoppeld is met de aarde, hij wordt daarom ook wel de neutrale geleider genoemd. Omdat de nuldraad elektriciteit terugleidt staat deze onder spanning, het is daarom belangrijk dat je de draad niet aanraakt, tenzij de stroom eraf is gehaald natuurlijk.
De spanning die tussen de fasen onderling aanwezig is, bedraagt ca. 400 Volt (voorheen 380V) terwijl tussen elke fase en de "nul" een spanning van 230 Volt staat.
Op de aarde dient er 0V te staan tov de referentie aarde. Dit is afhankelijk van je spreidingsweerstand maar het ZOU steeds 0V moeten zijn. Meer duidt op een probleem. Je nul leider zou ook steeds 0V moeten zijn of toch zo dicht mogelijk bij de referentie aanleunen.
De spanning tussen de fasen is 220 à 230 volt. De spanning tussen de fase en de aarde is 127 à 133 volt.
De nuldraad wordt ook wel nulleider genoemd. Het is een elektriciteitsdraad met een blauw omhulsel die zorgt voor de afvoer van stroom van elektrische apparaten. Vaak is de nuldraad elektrisch gekoppeld met de aarde en voert de nuldraad nauwelijks spanning ten opzichte van de aarde.
Omdat het gaat om wisselstroom spreken we niet van + en - maar van Live en Neutraal. De bruine is dus Live en de blauwe is de neutraal draad. In oudere huizen loopt de blauwe draad vaak direct vanuit de meterkast naar de lamp - en dus niet via de schakelaar - omdat dit niet echt nodig is.
Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom) Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom) Zwart: Schakeldraad om schakelaars mee te bedienen.
De NUL-draad heeft dus gedurende een dag op basis van de mechanische spanning van de draad contact gemaakt. Door aanraking van die draad begon deze te vonken. Het ontbreken van de (gemeenschappelijke) NUL in een 3 x 25 A installatie kan er voor zorgen dat er een zogenaamde 'zwevende NUL' ontstaat.
De bruine draad is de fasedraad en zorgt voor de stroomtoevoer. Hier staat altijd spanning op. De blauwe draad zorgt voor de afvoer van stroom.
Fasedraad wordt met de letter 'L' aangeduid dat staat voor het Engelse woord 'live'. Er worden ook wel drie fasedraden gebruikt. Dan is de aanduiding L1, L2, L3 voor de verschillende schakeldraden. De afkorting 'N' staat voor het Engelse woord 'neutral'.
Als je wilt controleren als de huis goed geaard is, kun je proberen om de draden aan de basis van een gloeilamp in de gaten van een stopcontact te steken om te zien of de peer oplicht. Als je accurater wilt controleren, gebruik dan een multimeter om metingen te doen.
Het is belangrijk dat de weerstand niet te hoog is, bij woningen is dit vaak 166 Ohm. Wanneer de weerstand hoger is kan dit ervoor zorgen dat overtollige elektriciteit niet juist wordt afgevoerd in de aarde, wat kan resulteren in schade aan uw gebouw en apparatuur.
In welk apparaat zit de aardfout? Wanneer je een apparaat in huis hebt waarin een aardfout zit, zal de aardlekschakelaar omslaan. Hierdoor zit minimaal i groep geheel zonder spanning. Tijd om het betreffende apparaat op te sporen.
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
De bruine fasedraad of zwarte schakeldraad koppel je aan het schroefje waar 'L1' boven staat. Vervolgens zijn er nog twee zwarte draden over die naar de tweede schakelaar gaan. Deze sluit je aan op de schroeven 1 en 1'.
Een schakeldraad, dus tussen schakelaar en lamp, mag in 1,5 mm². Overige draden, i.v.m. de mogelijk veel hogere belasting (ampére), in 2,5 mm².
In badkamers en stortbadruimten is het verplicht de voornaamste metalen elementen zoals de metalen leidingen voor warm en koud water, de radiatoren en de eventuele metalen badkuip te verbinden met een plaatselijke aarding (bijvoorbeeld de aardingsklem van een stopcontact).
De aarding zorgt ervoor dat de stroom van een defect elektrisch toestel niet naar de aarde gaat, maar via de aardleiding wegvloeit naar de aarde. De stop in de meterkast slaat door of uw aardlekschakelaar of aardlekautomaat schakelt automatisch de elektriciteit uit.
Voor de werking maakt het niets uit. Maar de nul zit normaal op de schroefdraad van de fitting en de spanning op de stift, dit voorkomt dat je bij uitdraaien van een lamp onder spanning kan komen. Een aardlek kan altijd weigeren!
Het elektrische potentiaal van onze planeet is 0 volt. In elektrische installaties in woonhuizen moet om veiligheidsredenen aarde aanwezig zijn. Aarde wordt vanuit een aardpen naar de meterkast geleverd.
Gemiddeld staat er een spanning van 230 volt op elke fase van uw aansluiting. Huishoudens hebben steeds vaker 3 fasen op hun aansluiting. Dit is meestal een 3x25 Ampère aansluiting. Een grotere aansluiting is vaak nodig bij een warmtepomp of zonnepanelen.
Krachtstroom is een type elektriciteitsaansluiting met meer vermogen dan een standaard elektriciteitsaansluiting. Normaal komt uit een stopcontact 230 Volt. Bij krachtstroom is dat een stuk hoger: 400 Volt.