Als de ouders van een kind een feitelijk gezin vormen, kan dat kind maar ten laste zijn van diegene die als gezinshoofd beschouwd wordt. Als u een feitelijk gezin vormt, moet u zelf, bij het invullen van uw aangifte, aanduiden wie van beiden het kind ten laste neemt en bijgevolg als gezinshoofd wordt beschouwd.
Over het algemeen zijn kinderen fiscaal ten laste van hun ouders. Ouders met een kind ten laste hebben recht op een hogere belastingvrije som dan als ze geen kinderen zouden hebben. Je moet deel uitmaken van hun gezin op 1 januari van het jaar dat volgt op het inkomstenjaar.
Je kan inderdaad andere personen fiscaal ten laste nemen, maar niet iedereen! Pas als aan verschillende voorwaarden is voldaan, kan je iemand ten laste nemen: Jullie moeten verwant zijn: je kan dus enkel je ouders, grootouders, overgrootouders, kinderen, kleinkinderen, broers en zussen ten laste nemen.
Bij een echtscheiding neemt meestal een van beide ouders het kind ten laste. Die ouder geniet dus het belastingvoordeel. Voorwaarde is natuurlijk dat het kind het grootste deel van de tijd effectief bij de ouder in kwestie woont. Het kind domiciliëren in de gemeente volstaat als bewijs voor de fiscus.
"De persoon ten laste" is de persoon die niet over een inkomen beschikt of een netto jaarinkomen heeft dat lager is dan 3.330 € (1/1/2020) , exclusief de kinderbijslag en de onderhoudsuitkeringen voor kinderen, en die onder hetzelfde dak woont als de aanvrager.
Het huwelijksquotiënt wordt dus toegevoegd aan de beroepsinkomsten van de partner met het laagste beroepsinkomen tot deze 30 % bereikt van het totale beroepsinkomen van de beide partners samen. Het huwelijksquotiënt bedraagt maximum 11.170 euro (aanslagjaar 2022, inkomsten 2021).
De ouder bij wie het kind woont krijgt de kinderbijslag. Woont uw kind om beurten bij u en uw ex-partner? Dan heeft u misschien co-ouderschap .
Het antwoord is JA! Vaders hebben altijd recht op co-ouderschap. De wet is heel duidelijk: de vader heeft recht op een gelijkwaardige zorgregeling (co-ouderschap). Het is in de wet zo geregeld dat gescheiden ouders elkaar in staat moeten stellen om voor de kinderen te zorgen.
Bezittingen en schulden
Bij de scheiding moeten de gemeenschappelijke bezittingen verdeeld worden. U kunt daarbij denken aan de inboedel van uw woning, banktegoeden en de auto. Schulden van u samen, zoals bijvoorbeeld de hypotheek of schulden aan postorderbedrijven, moet u samen blijven betalen.
Je vult een gezamenlijke aangifte in en een van jullie neemt de kinderen ten laste. Die persoon wordt beschouwd als het gezinshoofd.
Je bent gezinshoofd als je samenwoont met een of meerdere gezinsleden die geen eigen inkomsten hebben. Je bent alleenstaande als daadwerkelijk alleen woont. Je bent samenwonende als je geen gezinshoofd en geen alleenstaande bent.
Kan ik hem/haar ten laste nemen? U kunt uw wettelijk samenwonende partner nooit ten laste nemen. Als u of uw wettelijk samenwonende partner geen of heel weinig beroepsinkomsten (loon, werkloosheidsuitkering, pensioen, …) heeft, heeft u automatisch recht op het 'huwelijksquotiënt'.
Vroeger kon een kind waarvan de ouders gescheiden zijn op het adres van één ouder een “hoofdverblijf” hebben. Nu kan je een kind ook inschrijven op het adres van de andere ouder, waar het kind zijn hoofdverblijf dus niet heeft. Hierdoor is het kind op het adres van beide ouders ingeschreven.
U moet zelf, bij het invullen van uw aangifte, aanduiden wie van beiden het kind ten laste neemt en bijgevolg als gezinshoofd wordt beschouwd. Een kind mag nooit tegelijkertijd door meerdere personen ten laste genomen worden.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
De Belastingdienst betaalt het kindgebonden budget maar aan één ouder en dat is degene die de (hoofd)aanvrager is van de kinderbijslag. Wie dat is, bepaalt u met uw ex-partner. Degene die het laagste inkomen heeft, krijgt meestal een hoger kindgebonden budget.
Het kindgebonden budget is een bijdrage voor ouders van kinderen tot 18 jaar. Je hebt hier tot een bepaald inkomen recht op. Het maakt niet uit of het gaat om je eigen kind, een stiefkind of een pleeg- of adoptiekind.
De ouder die de kinderbijslag op zijn naam heeft bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB), krijgt ook het kindgebonden budget. U kunt dat zo laten. Of u kiest er samen voor dat de andere ouder het kindgebonden budget voortaan krijgt.
Door de toepassing van de vermindering van de bedrijfsvoorheffing voor de partner met laag beroepsinkomen, houdt de gehuwde of wettelijk samenwonende voornaamste kostwinner een hoger nettoloon over.
Als fiscaal partners doe je samen aangifte en mag je inkomsten en aftrekposten verdelen, zoals onder meer aftrekposten van het huis, uitgaven voor specifieke zorgkosten of giften. Je bent elkaars fiscale partner vanaf het moment dat je bent getrouwd of een geregistreerd partnerschap aangaat.
Uw echtgenote kan niet als persoon ten laste worden beschouwd. Enkel kinderen, broers of zussen, (groot)ouders en pleegouders kunnen fiscaal ten laste worden genomen. De huwelijkspartner of de wettelijk samenwonende partner kan nooit fiscaal ten laste zijn.