Reken gemiddeld op zo'n 100 gr droge pasta per persoon. Voor kinderen voorzie je best iets minder, zo'n 80 gr per persoon. En voor grote eters neem je je voorzorgen en voorzie je rond 120 gr per persoon.
Zet jij vanavond een lekkere pasta op tafel? Ga dan bij een hoofdgerecht voor volwassenen uit van 100 tot 125 gram ongekookte, gedroogde pasta per persoon. Voor kleinere eters, kinderen of voorgerechten kun je uitgaan van 80 gram.
Ga je noedels of spaghetti klaarmaken? Dan is er nog een andere simpele methode om vast te stellen hoeveel je nodig hebt voor één portie. Houd simpelweg je duim tegen je wijsvinger aan gedrukt en kijk hoeveel pasta er in de diameter past.Dit staat ongeveer gelijk aan één portie.
Voor 200 gram gekookte pasta heb je 100 gram ongekookte pasta nodig. Voor 200 gram bereide rijst heb je 75 gram ongekookte rijst nodig. De hoeveelheid 4 opscheplepels (200 gram) gekookte pasta of rijst is de ondergrens van de aanbeveling voor de gemiddelde eter van 4 tot 5 opscheplepels (200 tot 250 gram).
Voor aardappels, pasta en rijst kun je heel gemakkelijk uitrekenen wat het verschil is tussen het ongekookte en gekookte gewicht: Aardappelen: ongekookt 100 gram = gekookt 110 gram (x 1,1) Pasta: ongekookt 100 gram = gekookt 250 gram (x 2,5) Rijst: ongekookt 100 gram = gekookt 295 gram (x 2,95)
Het uitgangspunt voor de volledige maaltijd is gemiddeld 500 gram per persoon. Houd voor een koud of warm voorgerecht een hoeveelheid van 100 tot 125 gram per persoon aan. Reken voor het hoofdgerecht ongeveer 75 gram vlees, vis of vega product, 150 tot 200 gram groente en 150 gram aardappelen, rijst of pasta.
Twee handjes pasta per persoon is voldoende. Spaghetti: maak een rondje van je duim en wijsvinger ter grootte van een euro en de pasta die erin past is genoeg. Een handje rijst is genoeg voor één persoon.
Een doorsnee portie droge pasta is zo'n 100 gram per persoon. Voor grote eters voorzie je 125 gram ongekookte pasta, voor kinderen zo'n 80 gram. Italiaanse recepten (of verpakkingen) vermelden vaak kleinere porties.
Om gemakkelijk af te meten: 75 gram is een senseokopje met ongeveer een duimbreedte vrij aan de bovenkant. 100 gram is een volledig volle kop.
1 bord (400 gram) spaghetti bolognese bevat:
Wil je een andere hoeveelheid of eenheid kiezen?
Water, veel water…
De basis om pasta goed te koken is water. Je hebt 1 liter water nodig per 100 g droge pasta.
Mik dan op 250 gram ongekookte aardappelen per persoon. Dit is het gemiddelde voor een volwassene. Gebruik voor een grotere eter 300 gram aardappelen. Voor een kleine eter zet je in op 200 gram.
Voorzie ruim water voor de pasta en breng het fel aan de kook met een snuifje zout. Begin de minuten pas af te tellen wanneer het water terug kookt nadat je de pasta erin hebt gelegd. Ook is het beter de pasta een minuutje minder te koken. Die gaart immers een beetje verder in de saus.
Volgens het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) mag je gekookte pasta niet langer dan twee dagen in je koelkast bewaren: "Wie pasta eet die langer dan twee dagen bewaard is, kan erg ziek worden.
Maar slecht nieuws voor degenen die spaghetti met vork en lepel eten: ook dit hoort officieel niet. Volgens de etiquette eet je spaghetti zó. Met je vork een paar slierten spaghetti pakken en ze draaien tot een mooie hap op je lepel. Voor velen is dit dé manier om spaghetti te eten.
Hoe weet je of de pasta klaar is? Om te weten of je pasta perfect al dente is, is er één simpele vuistregel: proef! Je pasta is klaar als de buitenkant gaar is en de binnenkant nog ietsje stevig aanvoelt. Kook je 'm langer dan dit punt, dan is je pasta te ver waardoor hij plat en plakkerig wordt.
Een 'handige' manier om porties te meten
Als je niet thuis eet, of geen weegschaal hebt, houd dan de volgende richtlijnen aan: Je vuist is ongeveer even groot als 120 gram gekookte pasta, rijst of groenten.
Hoeveel gram ongekookte pasta denk jij dat voldoende is voor 1 persoon? Op verpakkingen staat vaak 100 gram per persoon, maar aan 60-75 gram heb je vaak voldoende.
Een gemiddelde hoeveelheid avondeten is ongeveer 450 gram. Dit is een “medium” kant-en-klaar maaltijd bij Uitgekookt. De maaltijd bestaat uit minimaal 150 gram groenten, 100-150 gram koolhydraat componenten (oftewel aardappelen, pasta, rijst etc.) en 100 gram vlees of vis.
1 portie vlees of vis of peulvruchten= 100 – 125 gram bereid. 4-5 aardappelen = 200 – 250 gram gekookt (dit komt neer op 4-5 opscheplepels) 250 gram groente = 5 opscheplepels. Volkoren pasta of rijst = tijdens het koken verdubbelt de ongekookte hoeveelheid.
Doorgaans bestel je een maaltijd voor 1 persoon. Soms zijn dit maaltijden voor 2 personen (waar je als alleenstaande twee keer van kunt eten). Op de website, of in de brochure staat vermeld hoeveel gram een maaltijd bevat. Soms maken ze onderscheid tussen een kleine portie, gemiddelde portie of grote portie.
De geconsumeerde hoeveelheid vlees per persoon per jaar ligt rond de 39 kilo. De helft van het karkasgewicht wordt als vuistregel gehanteerd voor het consumptieniveau. We eten het meest varkensvlees met zo'n 18,5 kilo per jaar. Kippenvlees is een goede tweede met 11,5 kilo.