Een parkeernorm is een getal dat aangeeft hoeveel parkeerplaatsen voor een functie nodig zijn bij een bepaalde eenheid: voor woningen bijvoorbeeld kan een norm 1,7 parkeerplaats per woning zijn.
Het aantal parkeerplaatsen kan globaal worden berekend door de lengte van de straat minus hoeken te delen door 4/10 (4 parkeerplaatsen per 10 m) maal 2 (twee zijdig). Denk ook aan de keermogelijkheid bij een doodlopende ontsluiting!
Inleiding. Het aantal parkeerplaatsen dat ten behoeve van een te ontwikkelen functie of gebied dient te worden gerealiseerd wordt bepaald aan de hand van parkeernormen. Een parkeernorm geeft het aantal parkeerplaatsen bij een functie.
De totale parkeercapaciteit in Nederland is niet precies bekend, maar bedraagt naar schatting 14-18 miljoen plekken. Verreweg de meeste hiervan zijn publieke parkeerplekken op straat. Om het aantal benodigde parkeerplekken te bepalen wordt uitgegaan van de CROW-kengetallen.
Landschapsarchitect Tesse Bijlsma: "Een auto heeft een herkomst en een bestemming, bijvoorbeeld thuis en werk. Daar ben je dus twee parkeerplaatsen aan kwijt. Voor een parkeerplaats wordt een oppervlakte van 5 bij 2,5 meter gerekend, dus dat is twee keer 12,5 vierkante meter aan parkeerruimte voor een auto."
Het maximale CROW-kencijfer is minimaal 4,5 parkeerplaats per 100 m2 bvo.
Een parkeervak parallel aan de weg (langs parkeren) heeft een breedte van minimaal 2,0 m en een lengte van 6,0 m (minimaal 5,0 m als het eerste parkeervak in een strook bijvoorbeeld via een inrit bereikt kan worden). Langs parkeren is niet mogelijk als er sprake is van een doodlopende weg zonder keermogelijkheid.
Parkeren dwars of schuin op de rijrichting, dan kan de wagen links en rechts ingesloten worden. Om langs beide zijden de deuren te kunnen bereiken en in- en uit de wagen te kunnen stappen is het cruciaal voldoende ruimte te hebben.
Je moet je auto eerst naast de auto opstellen waarachter je moet parkeren. Je moet de achterwaartse beweging in een S-beweging uitvoeren. Je auto moet aansluiten met je voorligger op ongeveer 1 meter. Je auto moet op minder dan 30 cm van de boordsteen staan.
Een auto heeft een oppervlakte nodig van 2 bij 5 meter. Als u twee auto's naast elkaar op uw oprit wilt zetten moet u dus uitgaan van een breedte van tenminste 5 meter. Vaak is de oprit nog wat breder zodat er gemakkelijk langs gelopen of gefietst kan worden.
Voor een dure etage in het centrum geldt een parkeernorm van 1,6 parkeerplaats per woning, daarmee wordt de parkeereis 16 parkeerplaatsen. Voor tien etagewoningen moeten minimaal 13 parkeerplaatsen worden gerealiseerd voor de bewoners (1,3 *10 = 13 pp) en 3 parkeerplaatsen voor bezoek van de woningen (0,3*10 = 3 pp).
Wat verstaan we precies onder Parkeren op eigen terrein:
een parkeerplaats in een parkeergarage behorende bij het wooncomplex waarbij bij oplevering van het wooncomplex een parkeerplaats in de parkeergarage is toegewezen aan één van de woningen en voorwaarde is geweest bij de afgifte van de bouwvergunning.
In veel gevallen heb je voor het aanleggen van een parkeerplaats een vergunning nodig. De regels die hiervoor gelden zijn verschillend per gemeente. Over het algemeen geldt dat je alleen een parkeerplaats mag aanleggen als deze toegang geeft tot de woning.
Gemiddeld zijn de heren in ons kikkerlandje 1,82 meter lang. De Nederlandse vrouwen staan op een tweede plek met 1,69 meter, alleen Letse vrouwen zijn gemiddeld langer. Best leuk dat je bij concerten over iedereen heen kunt kijken, maar voor autoliefhebbers is lang zijn aardig vervelend.
Je mag zoveel auto's in je straat parkeren als jij wil, zolang ze aan alle (belasting)eisen voldoen. Dus verzekerd, zonder grote overtredingen en netjes in een vak of langs de kant. Heeft u een eigen parkeerplek die toegewezen is aan u of op uw naam staat, dan mogen anderen daar niet zonder overleg met u staan.
De wet zegt namelijk dat je minstens één meter afstand moet laten tussen jouw auto en de auto's die voor en achter je geparkeerd staan. Parkeren in een kleinere plaats is dus niet toegelaten.
De ruimte die je krijgt/neemt om achter die andere auto te parkeren moet voldoende zijn om de manoeuvre uit te voeren en is minimaal 1,5 keer jouw autolengte (plusminus 6 meter). Vóór en tijdens het remmen/stoppen kijk je nadrukkelijk in je binnen-, rechter- en linker buitenspiegel met oog op achteropkomend verkeer.
Waarom achteruit fileparkeren? Het voordeel van achteruit inparkeren, ofwel achterwaarts fileparkeren, is dat je veel minder ruimte nodig hebt.
Je hebt recht op een parkeerkaart als: je een blijvende invaliditeit hebt van 50% of meer (invaliditeit van de benen) of van 80% of meer (andere invaliditeit);
Voor gestoken parkeren: 3,50 m (3,00 m bij een vrije uitstapstrook naast het parkeervak) x 5,15 m (60°) of 4,85 m (45°) of 4,20 m (30°).
De breedte van de gehandicaptenparkeerplaats is in het algemeen 3,50 m (groter of gelijk aan 3 m) en de lengte bedraagt 6 meter. Bij langsparkeren kan deze overbreedte ten opzichte van de standaardparkeerplaats gevonden worden op het aangrenzende voetpad.
Veel middenklasse auto's zijn vandaag de dag zelfs breder dan 2 meter, terwijl de parkeervakken sinds de jaren 70 geen centimeter zijn gegroeid. De afmeting blijft gereguleerd op 2,30 breed en 5 meter lang en daar wil de club verandering in zien.
De taalkundige definitie van een vak spreek over een door lijnen of arcering afgebakend vlak. Op het betreffende parkeerterrein liggen 2 witte steentjes op zo'n 3 meter van elkaar en zo'n 5 meter van de stoeprand.
Om te mogen parkeren moet er dus zijn aangegeven dat er sprake was van een parkeervak door bijvoorbeeld lijnen of andere arcering, zoals de Officier van Justitie aangaf. Dat er betonplaten lagen, maakt niet dat er geen sprake meer was van een parkeerverbod.