Waar je van een groot zoogdier beeldvullende opnamen kunt maken met een 300mm- of 400mm-lens, heb je wellicht een 500mm-, 600mm- of zelfs een 800mm-lens nodig voor bepaalde soorten vogelfotografie. De grootte van je camerasensor kan wel helpen.
Vanaf 300mm kan je al vrij goed vogels fotograferen. Vaak wil je echter nog wel meer om ze wat groter in beeld te krijgen. Tussen de 300 en 600mm zijn er veel verschillende modellen waartussen ook enkele zoomlenzen (lenzen met een variabel aantal millimeters, b.v. 200-600mm).
Het beste snelle objectief voor vogelfotografie: Canon RF 400mm F2.8L IS USM. Met zijn grote maximale diafragma van f/2.8, snelle autofocus en 5,5-stops beeldstabilisatie (IS) is de Canon RF 400mm F2. 8L IS USM het ultieme objectief voor vogelfotografie.
Als vogels snel van omgeving veranderen is het handig om zoveel mogelijk vanuit de AV-stand (diafragmavoorkeuze) foto's te maken. Als lichtmeting is spotmeting of centrum gemiddelde de meest gebruikte optie. Gebruik vooral in het begin AI-Servo of continue focus zodat je niet zelf continu scherp hoef te stellen.
Gebruik een klein diafragma voor een grote scherptediepte: Als je wilt dat zowel de vogel als de omgeving scherp zijn, kun je een klein diafragma (groot f-getal) gebruiken. Dit kan nuttig zijn als je de vogel in zijn natuurlijke omgeving wilt laten zien.
Kies voor een snelle sluitertijd: minimaal 1/1000. Maar bij snel vliegende vogels moet je al naar 1/1600 of 1/2000 gaan. Voor een scherpe zangvogel die voorbij vliegt heb je 1/3200 nodig! Wees niet te bang voor een hoge ISO en maak een correcte belichting zodat je achteraf weinig hoeft te corrigeren.
Je werkt bij het fotograferen van vogels bijna altijd met een groot diafragma, dus een laag F-getal. Meestal kies je het grootst mogelijke diafragma. Bij de telezoom Sigma 150-600MM F/5-6.3, is dat dus, afhankelijk van de zoomstand een diafragma tussen de F 5 (bij 150 mm) en F 6,3 (bij 600 mm).
Voor grotere vogels kun je vrijwel alle scherpstelpunten van de camera gebruiken. Bij middelgrote vogels kun je het best het centrale scherpstelpunt kiezen of de middelste 8-10 scherpstelpunten. Het maakt uit of je met een systeemcamera of een DSLR fotografeert.
De beste RF-supertelelenzen op instapniveau voor wildlifefotografie: Canon RF 800mm F11 IS STM en Canon RF 600mm F11 IS STM. Telelenzen met een kleiner maximaal diafragma, zoals f/5.6 en f/11, zijn gemakkelijker mee te nemen en betaalbaarder dan lenzen met een groot maximaal diafragma (lagere f-getallen).
Bij spotmeting meet de camera heel gericht onder een hele kleine hoek het licht dat op een klein punt in het centrum van de sensor valt. Als je dan vervolgens je diafragma en sluitertijd zodanig afstelt dat de lichtmeter op 0 staat, is je onderwerp waar je op dat moment op gericht hebt precies tot middengrijs belicht.
De brandpuntsafstand van 50mm zit tussen groothoek en tele in. Het is een hele veelzijdige lens die je voor allerlei soorten fotografie kunt gebruiken. Alledaagse foto's in en rond het huis, portretten, productfoto's, straatfotografie én zelfs landschappen kun je ermee fotograferen.
Een 35mm lens heeft een weider beeld en kan dus meer 'zien', dit is bijvoorbeeld erg handig als je foto's wilt maken in een kleine ruimte. Hij is geschikt voor bijvoorbeeld portretfotografie aangezien je meer van je onderwerp op de foto krijgt.
De lenzen die ik adviseer voor natuurfotografie zijn groothoeklenzen en telelenzen. Neem een groothoek van 10 tot max. 40mm voor mooie weidse opnames die je van landschappen kunt maken. Neem een telelens voor het fotograferen van vogels of andere diersoorten op afstand.
De grotere sensor in full frame camera's zorgt voor een kleinere scherptediepte, wat neerkomt op mooiere bokeh in je foto's. Over het algemeen heeft de full frame sensor ook een groter dynamisch bereik dan een cropcamera. Zo heb je minder snel last van ruis bij hogere ISO-waardes.
De Canon PowerShot ZOOM, een monoculaire superzoomcamera in zakformaat, is ideaal voor vogelfotografie. Met deze camera maak je foto's met 12,1 Megapixel en Full- HD-video's.
Zo kun je met 60x zoom even ver zoomen als met 50x zoom: omdat je verder kunt uitzoomen. Let dus niet alleen op de zoomfactor, maar zeker ook op de beginwaarde van het zoombereik. Hoe lager die waarde, hoe te meer er op één foto past. Het zoombereik staat meestal vóór op de lens, bijvoorbeeld 6.3 - 18.9 mm.
Een 300mm is ideaal en geeft je al veel meer mogelijkheden om een dier 'dichterbij te halen'. Kies bijvoorbeeld voor een 70-200mm met een 1.4x extender of een 100-400mm samen met een 10-18mm lens voor landschappen. Wil je ook vogels fotograferen, dan heb je wel een 500mm of 600mm nodig.
Een lens tussen de 50mm en de 200mm is perfect voor het maken van portretten omdat er dan bijna geen vertekening optreedt. Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe verder je van het model af moet staan voor je compositie. Daarom is het soms handiger om een lens uit te kiezen waarbij je niet te ver weg hoeft te staan.
Je kunt vogels fotograferen in je eigen achtertuin, vanuit een vogelhut, langs de kust, bij een roofvogelshow en zelfs in een dierentuin. Nederland heeft naast deze hotspots nog veel meer te bieden voor vogelaars.
Vogelgidsen Nederland Apps Android:
Die van Sunbird is de meest complete gids. Maar als je dat geld uitgeeft is het wellicht handiger om de Collins birdguide voor vogels in Europa aan te schaffen. Voor beide geldt: vogelnamen in het Nederlands en beschrijvingen in het engels.
Zorg ervoor dat de ogen van het dier altijd scherp op de foto staan.Fotografeer bij voorkeur niet recht van voren, een hoek van circa 45 graden geeft een prachtig beeld. Een deel van een dier (bijvoorbeeld de kop) kan net zo mooi en sprekend zijn om te fotograferen als het hele dier in stand.