Wat is een bijwoord? Een bijwoord is een woord dat meer informatie geeft over een ander woord in de zin, of over de hele zin. Zo is heel in 'Zij is heel aardig' een bijwoord. In 'Ik kom morgen niet' zitten twee bijwoorden: morgen en niet.
Net als een bijwoord zegt ook een zelfstandig naamwoord iets over een ander woord. Het belangrijkste verschil tussen deze twee woordsoorten is dat een bijvoeglijk naamwoord alleen iets over een zelfstandig naamwoord zegt. Een bijwoord zegt juist iets over een werkwoord, ander bijwoord of bijvoeglijk naamwoord.
De meeste bijwoorden worden gemaakt vanuit bijvoeglijk naamwoorden (beautiful, slow etc.) en kan je herkennen aan de uitgang –ly (beautifully, slowly etc.), op een paar uitzonderingen na (hier komen we verder in dit artikel op terug).
Een bijwoord is een woord dat een nadere bijzonderheid van een werking, toestand of eigenschap noemt. Een bijwoord fungeert als bepaling bij onder andere een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord. Een bijwoord kan normaal gezien geen buigings-e krijgen. Emil loopt graag.
Een bijwoord zegt nooit iets over een zelfstandig naamwoord, dan is het namelijk een bijvoeglijk naamwoord. Een voorbeeld van een zin met een bijwoord is: 'Ik heb heel lekker gegeten'. In deze zin is 'heel' het bijwoord.
Het bijwoord is een woord dat ergens bij hoort. Een bijwoord geeft altijd meer informatie over een ander woord of een andere woordgroep. Een voorbeeld: Jinthe rent hard.
Niet is een bijwoord van ontkenning dat de inhoud van een zin ontkent of bijvoorbeeld een werkwoord, deelwoord, bijvoeglijk naamwoord of bijwoord dat erop volgt: niet doen, niet gezegd, niet lopend, niet verlegen, niet erg, niet bijzonder slim enzovoort.
Mooi is bijwoord bij het bn rode. Ik heb een mooie rode auto. Mooie zegt nu wél iets over het zn auto en is dus bijvoeglijk naamwoord.
Synoniemen voor het bijvoeglijk naamwoord dagdagelijks zijn bijvoorbeeld dagelijks, alledaags en gewoon. Synoniemen voor het bijwoord dagdagelijks zijn bijvoorbeeld dagelijks, elke dag en dag in, dag uit.
Eigenlijk kun je zowel als bijvoeglijk naamwoord (De eigenlijke oorzaak van het probleem…) als als bijwoord (Dat is eigenlijk best een vreemd verhaal) gebruiken.
Wel functioneert als bijwoord ter bevestiging. Ook in deze betekenis wordt dan wel als twee woorden geschreven.
Bijwoorden gebruik je in een zin om extra informatie toe te voegen over hoe, wat of wanneer. Meestal voegen bijwoorden die informatie toe aan het werkwoord in de zin, maar soms ook aan een bijvoeglijke naamwoord of aan een ander bijwoord.
Bijwoord. Hij had bijna genoeg geld om die auto te kopen. Bijna voldoende betekent meestal helemaal gezakt.
Bijwoord. Als je het te snel doet, lukt het niet.
Het verschil met een 'voegwoord' is dat een voegwoord altijd alleen tussen de zinnen in kan staan (of soms ook vooraan de zin), het voegwoordelijke bijwoord kan op meerdere plekken staan.
Een bijvoeglijk naamwoord geeft informatie over een zelfstandig naamwoord.Een bijwoord kan informatie geven over veel meer soorten woorden of over de hele zin. Zo kan een bijwoord iets vertellen over een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord.
In de eerste zin zegt heel iets over het bijvoeglijk naamwoord duur. In de tweede zin zegt morgen iets over het werkwoord gaan. In de derde zin zegt wanneer iets over het werkwoord vertrekken. De bijwoorden geven extra informatie over de woorden waar ze bij horen.
Het bijwoord (Latijn: adverbium) is een woordsoort in de taalkundige benoeming. Het zegt iets over een willekeurig ander element van de zin dat geen zelfstandig naamwoord is.
In een aantal zinnen kan zowel hetzelfde (als bijwoord) als dezelfde (als aanwijzend voornaamwoord) gebruikt worden. Dat is het geval als dezelfde in de zin kan verwijzen naar een de-woord of een meervoudsvorm, en als hetzelfde ook mogelijk is in de betekenis 'gelijk, gelijksoortig', 'ongewijzigd' of 'eender'.
De bijwoorden reeds en al kunnen allebei aangeven dat iets begonnen of gebeurd is op het moment van spreken, vroeger dan men zou verwachten. Reeds heeft een formeel, schrijftalig karakter. In neutrale contexten heeft de vorm al de voorkeur. (1) Zoals ik al zei, moeten we dringend investeren in nieuwe technologieën.
Het bijwoord nog wordt onder andere gebruikt om (samen met andere woorden) een aspect van tijd, herhaling, hoeveelheid of versterking uit te drukken. Ik wil wel, maar nu nog niet. Hij wil nog eens. Ik heb nog vijf tanden.
Bijwoord. vanzelfsprekend. ▸ En wat deden de andere Pieten in die drie dagen? Natuurlijk, ze maakten een nieuwe rode mantel voor Sinterklaas.
Tantum ('slechts', 'alleen') is een bijwoord, en dat onttrekt zich aan verbuiging.
bijwoord heeft dezelfde vorm als bijvoeglijk naamwoord
Het kan ook voorkomen dat een bijwoord dezelfde vorm heeft als het bijvoeglijk naamwoord. Dit is onder andere het geval bij woorden in de vergelijkende trap, zoals groter, beter, verderen de overtreffende trap, zoals grootst, meest, snelst, enz.
Bijwoord. ▸ Hier ging ik vanavond slapen, helemaal in mijn eentje.