Van de werkende bevolking maakte in 2020 1,9 procent (147.000 personen) deel uit van een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Dat is minder dan in 2019 toen het aandeel werkenden met een laag inkomen op 2,1 procent uitkwam.
De lage- inkomensgrens heeft in 2020 een waarde van 13.247 euro.
Een laag inkomen is een inkomen dat niet hoger is dan 120% van het sociaal minimum. Dit houdt in dat de maximale netto bedragen per huishouden als volgt zijn: Voor alleenstaanden of alleenstaande ouders van 21 jaar en ouder is het maximale nettobedrag € 1322,18 per maand (inclusief vakantietoeslag);
Het percentage huishoudens − met of zonder kinderen − met een inkomen onder de lage-inkomensgrens is in 2020 ten opzichte van 2019 opnieuw iets gedaald. In 2020 leefde 6,8 procent van alle particuliere huishoudens minstens een jaar onder de lage-inkomensgrens. In 2019 ging het om 7,5 procent.
Het Centraal Planbureau verwacht voor de jaren 2021 en 2022 een vrijwel onveranderd armoederisico bij huishoudens. Van de huishoudens met een laag inkomen moesten er 221.000 al ten minste vier jaar achtereen van een laag inkomen rondkomen.
Hoeveel geld is genoeg per maand? Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) deed een poging om een bedrag te noemen dat 'genoeg' is. En genoeg wil dan zeggen dat je geld genoeg hebt om van rond te komen. Volgens het SCP ligt het basisbehoeftenbudget van een zelfstandig huishouden op 971,-.
Armoede die voor de samenleving niet goed zichtbaar is en die veelal veroorzaakt wordt doordat mensen niet of onvoldoende gebruikmaken van inkomensondersteunende voorzieningen.
Gehuwden/samenwonenden en alleenstaande ouders € 13.010,- Alleenstaanden € 6.505,- Voor. mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en in een eigen huis wonen, geldt aanvullend dat € 54.900,- van het vermogen gebonden aan de woning is vrijgesteld.
U krijgt namelijk geen uitkering als uw vermogen boven een bepaalde grens komt. Die vermogensgrens is € 13.010,- voor een gezin of alleenstaande ouder en € 6.505,- voor een alleenstaande. Maar: u mag uw vermogen ook weer niet te snel opmaken.
Het sociaal minimum is het minimale bedrag dat u nodig heeft om in uw levensonderhoud te kunnen voorzien. De overheid heeft hiervoor een normbedrag opgesteld, dat ze ieder half jaar aanpast.
Voor wie is de energietoeslag bedoeld? Je hebt recht op de energietoeslag als je inkomen rond het sociaal minimum is. Het maakt daarbij niet uit of je dat geld krijgt omdat je een uitkering hebt of omdat het salaris is van je werk. Het sociaal minimum is het bedrag dat mensen nodig hebben om te leven.
Mensen met een bijstandsuitkering, een IOAW-uitkering of een IOAZ-uitkering krijgen de energietoeslag van 800 euro automatisch. Maar ook mensen met een inkomen van maximaal 120% van het sociaal minimum, hebben recht op de energietoeslag. Zij kunnen contact opnemen met de gemeente.
Huishoudens met een laag inkomen (op of net boven het sociaal minimum) krijgen via de categoriale bijzondere bijstand eenmalig een tegemoetkoming van circa 200 euro. Er is voor een generieke uitkering gekozen omdat maatwerk voor deze grote groep niet uitvoerbaar is voor gemeenten.
Eind 2021 maakte het vorige kabinet bekend € 3,2 miljard te steken in een verlaging van de energiebelasting. Ook werd een eenmalige energietoeslag van ongeveer € 200 per huishouden aangekondigd om de gevolgen voor mensen met een inkomen rond bijstandsniveau te verzachten. Dat geldt ook voor ouderen met lage inkomens.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft een voorzichtige benadering: als men de laagste en hoogste 30% van de bruto inkomens zou uitsluiten dan zou een middeninkomen tussen de € 35.000 en de € 70.000 bedragen. Zie ook: inkomen, middenklasse, gemiddeld inkomen.
Tot de hoge inkomens worden de 20 procent huishoudens in Nederland met het hoogste inkomen gerekend. Deze huishoudens hebben een inkomen van minimaal 29 773 euro. De lage inkomens zijn hier afgebakend als de 40 procent huishoudens met het laagste inkomen. Het gaat om inkomens tot 18 390 euro.
Hieronder vallen mensen met een bijstandsuitkering en mensen met een laag inkomen uit werk of een andere uitkering. Zij kunnen extra financiële bijdragen aanvragen. Minimaregelingen zorgen ervoor dat mensen in hun levensonderhoud kunnen voorzien of onvoorziene uitgaven kunnen betalen.
Voorwaarden algemene bijstand
u bent 18 jaar of ouder; u heeft niet genoeg inkomen of vermogen om in uw levensonderhoud te voorzien; u kunt geen beroep doen op een andere voorziening of uitkering, waarmee u in uw levensonderhoud kunt voorzien; u zit niet in de gevangenis of een huis van bewaring.
Bijstand is het enige inkomen in Nederland dat netto is en pas aan het einde van het kalenderjaar bruto wordt gemaakt. Voor het aanvragen van toeslagen voor huur, zorg- en kinderopvang moet u het bruto jaarbedrag invullen. U vindt hier de bedragen die u hiervoor in 2022 kunt gebruiken.
De meeste arme Nederlanders wonen in de grote steden. In Amsterdam is 15,4 procent van de bevolking arm, in Rotterdam 14,9 procent en in Den Haag en Groningen 14 procent. Ook in Zuid-Limburg zitten relatief veel mensen onder de armoedegrens; in Vaals 13,7 procent en in Heerlen 13 procent.
In Nederland ben je arm als je maandelijks minder dan 1.036 euro te besteden hebt (als alleenstaande) of minder dan tweeduizend euro (als paar met twee kinderen).
Armoede of pauperisme is volgens de definitie van de Verenigde Naties het niet kunnen voorzien in de primaire levensbehoeften, noodzakelijk om een menswaardig bestaan te kunnen leiden. Primaire levensbehoeften zijn schoon en drinkbaar water, voedsel, kleding, huisvesting en gezondheidszorg.