Onderzoek om de diagnose blaaskanker te stellen In het ziekenhuis krijg je een of meer van de volgende onderzoeken: urineonderzoek – onderzoek van de urine onder de microscoop. kijkonderzoek van de blaas – als je bloed in je urine hebt.
Onderzoek blaaskanker
Bloedonderzoek. Bloed wordt afgenomen voor beoordeling van de nierfunctie en het bloedgehalte. Cystoscopie en biopsie. Met een camera (cystoscoop) wordt in de blaas gekeken en het letsel weggesneden.
Bij blaaskanker die in de blaasspier is gegroeid kunt u pijn in de zij of in het bekken voelen. U krijgt een CT-scan van de buik en borst, of een MRI van het bekken met een longfoto. Hiermee is te zien of er uitzaaiingen zijn. Als u geen uitzaaiingen heeft, kan behandeling u genezen.
Blaaskanker ontwikkeld zich meestal langzaam en komt vaker voor bij ouderen van boven de 60 jaar. Blaaskanker kent verschillende groeistadia, en de behandeling hangt af van het stadium waarin de tumor zich bevindt.
Als blaaskanker uitzaait naar andere plekken in het lichaam, is dat meestal naar de longen of de botten. Bij ruim 3 van de 10 mensen met uitzaaiingen van blaaskanker zitten de uitzaaiingen in de longen.
Patiënten met niet-spierinvasieve blaastumoren hebben een grote kans op genezing. Meer dan 90% van de patiënten leeft nog 5 jaar na diagnose. Patiënten met spierinvasieve tumoren hebben een slechtere 5-jaarsoverleving.
Blaaskanker komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De meeste blaaskankerpatiënten zijn ouder dan 55 jaar maar het kan op elke leeftijd voorkomen.
Blaastumoren kunnen zowel goed- als kwaadaardig zijn. Goedaardige tumoren van de blaas worden goedaardige poliepen of benigne papillomen genoemd. De kans dat een tumor in de blaas goedaardig is, is ongeveer 5%. De resterende 95% is kwaadaardig; dan is sprake van kanker.
Bij ongeveer 5% van alle patiënten met blaaskanker zijn er uitzaaiingen bij diagnose.
Er zijn verschillende onderzoeken om blaaskanker op te sporen. Een urineonderzoek kan afwijkende cellen vinden. Daarna is verder onderzoek nodig om te zien waar de tumor precies zit. Een echografie (onderzoek met geluidsgolven) van de nieren en van een gevulde blaas kan al een idee geven en is pijnloos.
Bloed in de urine kan wijzen op blaaskanker. Om erachter te komen of iemand daadwerkelijk blaaskanker heeft, moeten artsen een kijkonderzoek met cystoscoop doen. Slechts een klein deel van de mensen met bloed in de urine blijkt uiteindelijk blaaskanker te hebben.
Blaaskanker is een ziekte die zeker behandeld moet worden. De kans op overleven na de behandeling (prognose) is sterk afhankelijk van het stadium van de ziekte. Niet-spier-ingroeiend blaaskanker is een goed te behandelen ziekte met behoud van de blaas.
Bij blaaskanker is het moeilijk vast te stellen of iemand echt genezen is. Ook na een behandeling die gericht is op genezing, kan de ziekte terugkomen. Als de ziekte terugkomt, is dat meestal binnen vijf jaar. Bij oppervlakkige vormen van blaaskanker is de kans dat de ziekte binnen vijf jaar terugkomt gemiddeld 55%.
De kans dat een tumor in de blaas goedaardig blijkt te zijn is ongeveer 5%. De resterende 95% zijn kwaadaardige tumoren die verdeeld worden in niet-spierinvasieve en spier-invasieve tumoren.
Jaarlijks krijgen bijna 6.800 mensen voor het eerst de diagnose blaaskanker. Dit zijn zowel invasieve als niet-invasieve tumoren. Blaaskanker komt ongeveer 3 keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Ook zijn met een CT-scan uitzaaiingen in de longen te zien. Je kunt een CT-scan krijgen als blijkt dat je spierinvasieve blaaskanker hebt.
Het is vaak onduidelijk hoe blaaskanker ontstaat. Wel is bekend dat bepaalde zaken de kans erop kunnen vergroten: roken. werken met aromatische aminen, een bepaald type giftige stoffen.
Bij lokaal / lokaal gevorderde blaaskanker is de tumor in de spierlaag van de blaas gegroeid (T2) of doorgegroeid in het omliggende vetweefsel (T3). Als tumoren gevonden worden in nabije organen zoals de prostaat, baarmoeder, of weefsel van de bekkenbodem of buikwand, dan heeft het de classificering T4.
De meest gebruikte chemotherapie bevat het medicijn cisplatin en deze wordt standaard voorgeschreven bij uitgezaaide blaaskanker. Een voorbeeld van een combinatie van cisplatin is MVAC (met methotrexaat, vinblastine, adriamycine en cisplatin) of gemcitabine-cisplatinum.
Bij 50 tot 70% van de patiënten met een niet-spierinvasief blaascarcinoom komt de tumor terug na behandeling. De kans op terugkeer is het grootst in de hoog-risicogroep. Bij 5 tot 10% van de niet-spierinvasieve tumoren is sprake van een (veelal meer agressieve) carcinoma in situ (CIS).
Is blaaskanker te genezen? Ja dat kan, maar helaas niet bij iedereen. De 5-jaarsoverleving voor blaaskanker is 56%. Na 10 jaar is nog 46% van de mensen met blaaskanker in leven.
Uitzaaiingen in de lymfeklieren
Kankercellen van blaaskanker kunnen terechtkomen in de lymfeklieren in je buik. Dan heb je uitzaaiingen in de lymfeklieren. Vanuit de lymfeklieren in je buik kan de kanker terechtkomen in lymfeklieren op andere plekken in je lichaam.
De tumor wordt verwijderd met een stalen lisje, waardoor elektrische stroom gaat. De tumor wordt laag voor laag afgeschraapt tot in het gezonde weefsel. Er ontstaat dus een inwendige wond in de blaas. De blaas wordt steeds tot ontplooiing gebracht door een spoelvloeistof in de blaas te brengen.
De meeste mensen met blaaskanker hebben in het begin geen klachten. Als de tumor groeit, kun je last krijgen van bloed in je urine. Opvallend is dat je hierbij geen andere klachten hebt, zoals pijn of het gevoel van een blaasontsteking.