Trap 1: 1e minuut, je loopsnelheid is 8 km/u. Trap 2: 2e minuut, je loopsnelheid is 8,5 km/u Trap 3: 3e minuut je loopsnelheid is 9 km per uur enzovoorts Door veel duurtraining gaat je niveau omhoog. Je kunt bij eenzelfde hartfrequentie sneller lopen. De totale test duurt maximaal 15 minuten.
Elke trap duurt ongeveer één minuut en heeft een vast aantal keren dat je heen en weer moet rennen. Wanneer je het niet meer kunt bijbenen om bij de lijn te zijn voordat het volgende geluidssignaal klinkt dan kan je binnen de tijd nog naar de volgende lijn proberen te rennen.
Er zijn verschillende varianten in omloop, maar veel shuttle run testen beginnen met 8 of 8,5 kilometer per uur. Vervolgens komt er elke minuut een trap van een halve kilometer per uur bij. Hoewel het gemakkelijk begint, moet je dus al gauw harder je best doen. Je mag de lijn twee keer missen voordat je moet stoppen.
Neem geen onnodige risico's Bij deze piepjestest moet je tussen twee evenwijdige lijnen, die 20 meter uit elkaar liggen, heen en weer rennen. Je start rustig: (8 km/u). Je snelheid voer je geleidelijk op. De test stopt zodra je het tempo niet meer aan kan.
Het looptempo van de piepjestest wordt iedere minuut (een trap) verhoogt met 0.5 km/h. Het juiste tempo is als je met voet gelijktijdig met het piepje op de 20 meter lijn uitkomt.
voelt het bloed stootsgewijs door de slagader gaan. tel de slagen gedurende vijftien seconden. vermenigvuldig dit aantal met vier en je hebt de hartslag per minuut. In de “beeptest” wordt bekeken hoe lang je het volhoudt om in een steeds hoger tempo een afstand van 20m heen en weer af te leggen.
Algemene beschrijving. De 20-meter shuttle run test is een test voor het schatten van de maximale aerobe uithoudingsvermogen. Op een parcours met een afstand van 20 meter moet heen en weer (acyclisch) gerend worden. De afstand van 20 mter moet binnen een bepaalde tijd worden afgelegd.
Hoe hoog is de gemiddelde trap? In een woning varieert de hoogte van een trap gemiddeld tussen de 260 cm en de 320 cm. In nieuwbouwwoningen wordt een traphoogte van ca. 3 meter toegepast.
De Shuttle Run test, ook wel piepjestest genoemd, wordt veel ingezet in het bewegingsonderwijs. Tijdens deze test rennen leerlingen zo vaak als ze kunnen heen en weer tussen twee lijnen die 20 meter uit elkaar liggen. De tijd die leerlingen daarvoor krijgen wordt steeds korter.
De Coopertest is eigenlijk heel erg eenvoudig: de afstand die een persoon kan lopen in exact 12 minuten, geeft weer hoe het met de conditie van die betrefende persoon is gesteld.
In 12 minuten tijd probeer je een zo groot mogelijke afstand af te leggen. Deze test wordt ook wel de 12 minuten loop genoemd. Aan de hand van onderzoek is gebleken dat na 12 minuten je hartslag niet meer heel erg zal stijgen en dus is dat voldoende om de lichamelijke conditie van iemand vast te stellen.
Beeptest of shuttlerun
Die test is uitgevonden door de Canadese sportwetenschappers Luc Léger en Jean Lambert aan de universiteit van Montréal. Het is hun schuld dat je op school heen en weer moet sprinten tussen kegels op het ritme van piepsignalen. De beeps komen steeds sneller na mekaar.
Conditietesten.nl: Inspanningstest, UKK wandeltest, Staptest van Harvard, Coopertest, VO2max, Shuttlerun test, Åstrand test.
Een standaard (dichte) trap met 13 treden heeft een oppervlakte van 6 m2 (trede, stootbord en trapboom).
De berekening van de trapformule. De trapformule is een richtlijn of vuistregel om te controleren of de juiste maten zijn gebruikt. Hierbij geldt: 2 optreden + 1 aantrede = 570 - 630 millimeter. Wanneer je tussen deze 570 en 630 millimeter zit heb je een trap waar je comfortabel op kunt lopen.
Een normale trap bezit dertien treden. Hierbij gaan we uit van een standaard dichte trap. Hoeveel m2 is een trap? In dat geval is het aantal vierkante meter van een trap ongeveer 6 vierkante meter.
Beschrijving van de test
De deelnemers lopen in een zaal over een gemarkeerde afstand van 20 meter, telkens heen en terug (één voet raakt eindstreep), aan een tempo dat aangegeven wordt door een geluidssignaal.
De 6-minuten loop en de 12-minuten loop (ook wel Coopertest genoemd) zijn testen om het maximale aerobe uithoudingsvermogen te schatten. De 6-minutenloop is gericht op kinderen van 9 tot en met 11 jaar. De 12-minuten loop is geschikt voor kinderen vanaf 12 jaar. Er wordt in tweetallen gewerkt.
Lichamelijk snel moe. Weinig energie. Weinig kracht. Snel hijgen bij inspanning, kortademig.
Begin met je conditie te verbeteren door gedurende de dag meer te bewegen en je lichaam te laten wennen aan inspanning. Advies is iedere week ten minste 150 minuten matig intensief te bewegen, zoals stevig wandelen, of 75 minuten intensief te bewegen zoals hardlopen of intervaltraining.
Als we over conditie praten, dan hebben we het meestal over de staat waarin ons lichaam verkeert, en dan vooral over wat we lichamelijk kunnen presteren. Als iemand zegt dat hij/zij 'in goede conditie is', dan wordt bedoelt dat hij/zij fit is en bijvoorbeeld de trap op kan lopen zonder buiten adem te raken.
De Shuttle Run test, ook wel piepjestest genoemd, is een test die veel ingezet wordt in het bewegingsonderwijs. Tijdens de Shuttle Run test rennen leerlingen zo vaak als ze kunnen heen en weer tussen twee lijnen die 20 meter uit elkaar liggen.
Voor fitheidsniveau 1,2 en 3 moet je 2200 meter hardlopen in 12 minuten. Dit betekent dat je onder de 5.27 minuten per kilometer moet kunnen lopen. Dit is 11 kilometer per uur.
VO2Max is de maximale hoeveelheid zuurstof die iemand tijdens het sporten kan gebruiken. Een individuele VO2max-meting meet hoeveel milliliter zuurstof er per kilogram van het lichaamsgewicht wordt verbruikt.
Met de Coopertest is globaal het niveau van het uithoudingsvermogen te bepalen. Er moet in 12 minuten een zo groot mogelijke afstand afgelegd worden. Hoe groter de afstand, hoe beter het uithoudingsvermogen.