Het deel van de beroepsbevolking dat zonder werk zit is nu 3,7 procent. Met name onder jongeren neemt de werkloosheid toe. In juni was 8,3 procent van de Nederlanders tussen de 15 en 25 jaar werkloos. In september is dat opgelopen naar 8,8 procent.
Werkloosheid gestegen, sterkst bij jongeren
In september 2023 is het werkloosheidspercentage toegenomen naar 3,7. In juni van dit jaar was dit nog 3,5. Vooral de jeugdwerkloosheid nam in deze periode toe, namelijk van 8,3 naar 8,8 procent.
Ongeveer 71% van alle mensen tussen 15 en 75 jaar werkt dus of is werkloos. De overige 29% behoort tot de niet-beroepsbevolking. Dit zijn alle mensen tussen 15 en 75 jaar die niet werken of werkloos zijn en niet beschikbaar zijn voor werk.
In het derde kwartaal van 2023 waren 366 duizend mensen werkloos, 3,6 procent van de beroepsbevolking (seizoengecorrigeerd). Het aantal werklozen steeg ten opzichte van het voorgaande kwartaal (16 duizend).
Gemiddeld over heel 2023 is het aantal werklozen licht gestegen ten opzichte van een jaar eerder, van 350 naar 359 duizend. Het werkloosheidspercentage steeg van 3,5 naar 3,6. Alleen onder 45-plussers nam de werkloosheid af, van 104 duizend naar 92 duizend.
Griekenland heeft al jaren de hoogste werkloosheid. In het door schulden ontwrichte land zit 23,5 procent van de beroepsbevolking zonder werk. Spanje is het land met het op een na hoogste cijfer, 18,2 procent, maar daar daalt de werkloosheid snel.
Groningen en Zuid-Holland kenden met 4,9 procent de hoogste werkloosheid. Het werkloosheidspercentage daalde in 2021 ook in de gemeenten Den Haag en Utrecht maar nam toe in Amsterdam en Rotterdam. Van de vier grootste gemeenten kent Rotterdam al jaren de hoogste werkloosheid (7,3 procent in 2021).
3,2 miljoen personen behoorden niet tot de beroepsbevolking
De totale bevolking van 15 tot 75 jaar, 13,3 miljoen mensen, kan worden onderverdeeld in de beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking. De beroepsbevolking was 10,1 miljoen personen groot, de niet-beroepsbevolking 3,2 miljoen.
In Nederland zijn ongeveer een half miljoen mensen werkloos. Die hebben dus geen baan en krijgen van de overheid een uitkering om toch rond te kunnen komen. Ondertussen moeten ze op zoek naar werk. Dat kost de Nederlandse overheid ongeveer 12 miljard euro per jaar en daar betalen we allemaal aan mee.
De conjunctuurdaling waar de Duitse economie zich in bevindt, heeft gevolgen voor de werkloosheidscijfers: in augustus steeg het aantal Duitse werklozen met 0,1 procent. Duitsland telt nu 2,696 miljoen werklozen, wat neerkomt op zo'n 5,8 procent van de bevolking.
Er is een mismatch tussen de vaardigheden van de jongeren en de vaardigheden die op de arbeidsmarkt worden gevraagd. Gebrek aan goede informatie. Jongeren weten vaak niet hoe en waar ze informatie kunnen krijgen over het vinden van werk en de juiste opleidingen die hun kans op werk groter maken. Gebrek aan financiën.
Bij mannen is het percentage werkenden het hoogst bij de 35- tot 45-jarigen.Bij vrouwen is dit aandeel het hoogst bij de 25- tot 35-jarigen. De arbeidsparticipatie van jongeren (15 tot 25 jaar) en ouderen (55 tot 75 jaar) is lager dan van de middenleeftijden (25 tot 55 jaar).
De economische crisis van de afgelopen jaren heeft zo voor veel werkloosheid gezorgd. Wordt veroorzaakt door vraag en aanbod voor arbeidsplaatsen. Kenmerkend voor deze werkloosheid is dat er niet genoeg arbeidsplaatsen zijn voor de gehele beroepsbevolking.
In het schooljaar 2021-2022 waren er 30.242 nieuwe voortijdig schoolverlaters, 2,34 procent van alle leerlingen (tot 23 jaar). Ten opzichte van 2020-2021 is er sprake van een stijging van bijna 6.000 leerlingen dat zonder startkwalificatie van school gaat. Dit is het hoogste aantal in 10 jaar.
Na het uitbreken van de coronacrisis daalde het percentage jongeren met betaald werk aanzienlijk. In het eerste kwartaal van 2020 had van de jongeren van 15 tot 25 jaar 65,9 procent nog betaald werk, in het tweede kwartaal was dit afgenomen naar 60,3 procent (gecorrigeerd voor seizoeninvloeden).
Veel jongeren hebben een tijdelijk contract. Ook werken jongeren vaker dan andere leeftijdsgroepen als uitzend- of oproepkracht. Dit soort werknemers zonder vast contract verliezen in lastige tijden vaak als eerste hun baan. In de huidige crisis komt daar nog eens bij dat de horeca en detailhandel zwaar zijn getroffen.
De laagste werkloosheid werd gemeten in Tsjechië (2,7 procent), Duitsland (3 procent) en Polen (3 procent).
Het referentiemaandloon per 1 januari 2024 is vastgesteld op € 2.069,40 per maand, exclusief vakantiegeld. In verband hiermee zal het netto minimumloon (referentieminimumloon), als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum eveneens wijzigen.
5,7 miljoen mensen krijgen van ons een uitkering.
Een gemiddelde van 5 tot 7 maanden.
In september 2022 waren 382 duizend mensen werkloos, dat is net als in augustus 3,8 procent van de beroepsbevolking. Gemiddeld over de afgelopen drie maanden nam het aantal werklozen toe met 14 duizend per maand.
Als u geheel of gedeeltelijk werkloos wordt, kunt u een Werkloosheidsuitkering (WW-uitkering) aanvragen. De WW is een tijdelijke uitkering om het verlies aan inkomen tussen 2 banen op te vangen.
De laagste werkloosheid (2,5 procent) kennen de gemeenten Borsele, Renswoude, Reusel-De Mierden en Veere. Sinds 2014 is de werkloosheid in alle Nederlandse gemeenten gedaald.
Volgens de oude meetmethode was het aantal werklozen in oktober 2021 277 duizend, terwijl het volgens de nieuwe methode met 107 duizend stijgt naar 284 duizend. Het aantal werkenden kende vanwege de nieuwe meting een stijging van 172 duizend, waardoor de teller toenam van 9,2 miljoen naar 9,3 miljoen.