In de afgelopen drie miljoen jaar zijn er tussen de twintig en dertig ijstijden geweest. In minstens twee daarvan, het Elsterien (tussen ongeveer 475.000 en 410.000 jaar geleden) en het Saalien (tussen ongeveer 280.000 en 130.000 jaar geleden), bereikten de ijskappen Nederland.
Traditionele indeling: vier glacialen
De enige twee perioden waarvan met zekerheid bekend is dat gletsjers tot in Noord-Nederland reikten zijn de Saale- en Elster-glacialen.
Deze wordt opgedeeld in twee tijdvakken: Het Pleistoceen en het Holoceen (waarin wij ons momenteel bevinden). De laatste ijstijd, genaamd het Weichseliaan, eindigde ongeveer 10 000 jaar geleden. De zes glacialen zijn van jong naar oud: Weichseliaan, Saaliaan, Elsteriaan, Menapiaan, Eburoniaan en Pretigliaan.
De laatste ijstijd begon ongeveer 115.000 jaar geleden en eindigde ruim 10.000 jaar geleden. Tussen 115.000 en 130.000 jaar geleden was het klimaat warm. Die periode is vergelijkbaar met nu qua temperatuur. De één-na-laatste ijstijd was zó koud dat gletsjers uit Scandinavië ook Nederland bedekten.
Ongeveer 10.000 jaar later verdween het ijs, een warme en vochtige periode volgde. Het meegevoerde zand, leem of gesteente bleef achter. De laatste ijstijd (Weichsel ijstijd) begon 110.000 jaar geleden.
Tijdens de ijstijden groeiden de noordelijke ijskappen ver naar het zuiden. Minstens twee keer werd Nederland bereikt. In die perioden was ons land onderdeel van het polaire gletsjerfront. Gletsjers worden gevormd uit sneeuw die het hele jaar blijft liggen.
Als al het ijs op aarde smolt, zouden de gevolgen niet te overzien zijn. De zwaarst getroffen gebieden zouden Noord-Amerika en Europa zijn, waar hele stukken van de continenten zouden verdwijnen. Maar voordat zoiets gebeurt, moet de aardbol veel warmer zijn dan hij nu is.
Het einde van een ijstijd (de deglaciatie) valt vaak samen met een maximum in zonnestraling waardoor de inmiddels enorme ijskappen instabiel worden en versneld afsmelten.
Een deel van Europa lag onder een ijskap. Dit ijs was opgebouwd uit lagen bevroren sneeuw. Op sommige plekken was de ijslaag wel een kilometer dik. Deze ijskappen ontstonden op de Noordpool en schoven langzaam over Scandinavië (Noord-Europa) naar Nederland en Duitsland.
Waren er alleen ijstijden in Europa? Nee, ook in Noord-Amerika en Azie.
de Kwartaire ijstijd, het huidige ijstijdvak.
Gemiddelde temperatuur
Gemiddeld lag de temperatuur in de Kleine IJstijd in ons land zo'n 1 tot 2 graden onder de temperaturen van tegenwoordig. In de Grote IJstijden lag de jaargemiddelde temperatuur in West-Europa rond minimaal 15 graden.
Tijdens deze ijstijd bereikte het landijs Nederland: het ijs reikte tot de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen. Langs deze lijn en ook ten noorden vinden we uitgesproken vormen in het landschap die in die periode gevormd zijn. Vormen die door het landijs in het Saalien zijn ontstaan.
Het Kwartair beslaat de tijdspanne van 2,58 miljoen jaar (Ma) geleden tot heden en is de jongste, bovenste of laatste onderverdeling van de eratheem Cenozoïcum. Het volgt op het Neogeen en is onderverdeeld in twee series: het Pleistoceen en het Holoceen.
De Antarctische ijskap is 12 miljoen km² groot en bevat 29 miljoen km³ ijs. Dat is 90% van al het bevroren zoet water op aarde. De Groenlandse ijskap is 1,7 miljoen km² in oppervlakte en heeft een inhoud van circa 3 miljoen km³, 9 % van het bevroren zoetwater op aarde.
Ice Age is een Amerikaanse computeranimatiefilm uit 2002 onder regie van Chris Wedge en Carlos Saldanha.
Ongeveer 200.000 jaren geleden ontstonden wij, de moderne mensen, in Afrika. En 40.000 jaren geleden gingen we vanuit Afrika naar Europa toe. De moderne mensen leefden als nomaden. Ze trokken achter grote kuddes rendieren en paarden aan.
Nederland was een koude dunbevolkte steppe die zich tot ver in de Noordzee uitstrekte. Met de overgang van het Pleistoceen naar het Holoceen steeg de temperatuur snel. Toch stond de zeespiegel nog altijd tientallen meters onder het huidige niveau, omdat in de smeltende ijskappen veel water was opgeslagen.
De gemiddelde wereldwijde temperatuur lag in de ijstijd rond de 8 graden Celsius. Dat is zo'n zes graden lager dan de gemiddelde wereldwijde temperatuur in de vorige eeuw lag.
Periode waarin het klimaat op aarde aanzienlijk kouder was dan tegenwoordig en waarin grote delen van de continenten, in ieder geval op het noordelijk halfrond, met landijs en gletsjers waren bedekt. Wordt ook wel glaciaal genoemd; een warmere periode tussen twee ijstijden een interglaciaal.
IJstijden duren ruwweg 90.000 jaar en worden afgewisseld met kortere warme perioden. De warme perioden duren tussen enkele duizenden jaren tot meer dan tienduizend jaar bij de huidige piek.
Het laat-pleniglaciaal (ongeveer vanaf 29 ka geleden) was een lange periode van extreme afkoeling, waarin op de breedtegraden rond de Noordzee nauwelijks meer vegetatie kon groeien. Vanaf 19 ka geleden wordt het klimaat wereldwijd geleidelijk warmer.
NOORDPOOL – “Rond 2050 zal het Noordpoolgebied in de zomer vrijwel geheel ijsvrij zijn. Er zal minder sneeuw vallen en het zal meer regenen. Zee-ijs afhankelijke soorten als de narwal en ijsbeer zullen hier veel minder voorkomen dan nu. De zeespiegel zal wereldwijd al met ongeveer 30 cm zijn gestegen.”
Dan zou je uitkomen op zo'n 75 meter zeespiegelstijging. Het werkelijke antwoord is lager, rond de 58 meter: 53 meter vanuit de Oost-Antarctische ijskap en 5 meter vanuit de West-Antarctische [1].
IJskappen en gletsjers
Gletsjers bestaan uit ijs dat op land ligt (landijs), gevormd doordat er steeds een laag sneeuw op valt. Momenteel is ongeveer 10 procent van het landoppervlak van de aarde bedekt met gletsjers of ijskappen, die gezamenlijk ongeveer 70 procent van het zoetwater op aarde bevatten.