Hoe beter het hart getraind is (hoe sterker en groter) hoe lager de hartslag. Dit geldt zowel voor de rusthartslag (rustpols), als voor de hartslag op een bepaalde trainingsintensiteit. Zo hebben topsporters een hartslag die beduidend lager is dan de 60 tot 70 slagen per minuut bij een volwassen iemand.
Rusthartslag (HF rust) is de laagste hartslag die je hebt wanneer je wakker en in rust bent. Het is een goede indicator van jouw niveau van aerobe conditie. Wanneer je rusthartslag verlaagt ten gevolge van je training op lange termijn, kun je gerust zijn dat je aerobe conditie is verbeterd.
Normaal slaat je hart in een regelmatig tempo. Hoe hoog je hartslag is, hangt af van wat je aan het doen bent. Zo is de hartslag in rust lager dan wanneer je je inspant. Over het algemeen is de hartslag bij volwassenen in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut.
Wat we verstaan onder een normale hartslag hangt af van een aantal factoren, zoals de mate van inspanning, leeftijd, gewicht en conditie. Gemiddeld varieert een normale hartslag van zo'n 50 hartslagen per minuut in rust tot een hartslag van wel 180 per minuut bij zware inspanning.
Je hartslag past zich aan
Tijdens je slaap is je hartslag het laagst. De hartslag kan dan teruglopen naar minder dan 50 slagen per minuut. Dit komt omdat je organen en spieren dan weinig zuurstof nodig hebben.
Wat de maximale hartslag is, verschilt per persoon. Normaal ligt de hartslag van een volwassene in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Bij inspanning kan deze oplopen naar 180, soms zelfs boven de 200. Het is geen probleem als je hartslag niet te snel oploopt en na afloop weer geleidelijk afzakt.
Als je een sporthart hebt, merk je dit aan je hartslag. De normale hartslag in rust (60-80 slagen per minuut) is in het geval van een sporthart lager. Dit kan zelfs teruglopen tot een hartslag tussen de 40 en de 60 slagen per minuut. Je hart kan bovendien in één hartslag meer bloed rondpompen dan een 'normaal' hart.
De ideale vetverbrandingszone ligt zo tussen de 50 en 65 % van je maximale hartslag. Als vuistregel kun je 45 tot 50 slagen onder je maximale hartslag gaan zitten. Deze hartslag kun je bepalen met de formule '220 – je leeftijd'. Dit is slechts een indicatie van je maximale hartslag.
De term sporthart verwijst naar veranderingen in het hart als gevolg van intensieve en langdurige training. Het kan gaan om wijzigingen in de structuur (de hartspier en de grootte van het hart) en in de elektrische activiteit van het hart (het hartritme).
Deel dus je maximale hartslag door je hartslag in rust, vermenigvuldig dit getal met 15 en je hebt een aardige indruk van je zuurstofopname. Je meting wordt betrouwbaarder als je vijf minuten lang in beide situaties je hartslag meet.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Hoe hartslag en bloeddruk invloed hebben op elkaar
Doordat je hart het bloed door je lichaam pompt, ontstaat er bloeddruk, oftewel druk op je bloedvaten. Als je bloedvaten heel nauw zijn, zal je hart harder zijn best moeten doen en ontstaat er een hogere bloeddruk.
Normaal slaat het hart 60 tot 100 keer per minuut. Bij een hartslag sneller dan 100 per minuut spreekt men van tachycardie.
Voor een run van gemiddelde intensiteit raadt de American Heart Association (AHA) aan binnen 50-70% van je maximale hartslag te blijven. Dus als je 40 bent, probeer dan je hartslag tussen de 90 en 126 bpm te houden tijdens een run van gemiddelde intensiteit.
Een normale hartslag is tussen de 60 en 90 slagen per minuut, bij rustig zitten. Bij bewegen of stress wordt de hartslag sneller. Bij sporten kunt u bijvoorbeeld een hartslag van 160 slagen per minuut hebben. Als u daarna weer rustig zit en ontspant, wordt de hartslag weer langzamer.
De hartslag is een belangrijke graadmeter voor de inspanning die je levert tijdens het sporten. Hoe hoger de hartslag is, hoe zwaarder de inspanning (hoe hoger de intensiteit). Je hart moet harder werken om voldoende bloed naar de spieren te pompen.
"Je hartspier wordt niet sterker", zegt Nieca Goldberg, MD, medisch directeur van het Joan H. Tisch Center for Women's Health in NYU Langone Medical Center. "Maar de fysiologie eromheen verbetert de functie van het hart waardoor het efficiënter is en je bloedvaten flexibeler.
De kans op een hartstilstand wordt tijdens het sporten vergroot omdat het hart dan harder moet pompen, terwijl het hart deze extra inspanning dus eigenlijk niet aan kan. Daardoor kan sporten een trigger vormen bij het ontstaan van een hartstilstand.
Een lage hartslag op zichzelf is niets om je zorgen over te maken. Zo kan je hartslag in je slaap naar minder dan 50 slagen per minuut gaan, omdat je organen en spieren dan weinig zuurstof nodig hebben. Ook als je een sporthart hebt kan je hartslag onder de 50 slagen per minuut duiken.
Over het algemeen geldt dat hoe zwaarder de inspanning is hoe hoger de hartslag wordt. Er zijn meerdere factoren die de hartslag beïnvloeden zoals het weer, psychische toestand, tijdstip van de dag en conditie. Onder invloed van deze factoren kan de hartslag afwijken met ongeveer 10 slagen per minuut.
Schade aan hart door virus
Bekend is al dat zich onder de ernstige zieke COVID-19-patiënten, veel hart- en vaatpatiënten bevinden. Zij kunnen ernstige complicaties zoals hartfalen of een ontstoken hartspier oplopen en zelfs overlijden.
De makkelijkste manier om dit uit te rekenen is je leeftijd af te trekken van 220. Als je 50 jaar bent, is je maximale hartslag dus 220-50=170. Deze berekening is echter niet heel nauwkeurig, aangezien de maximale hartslag per persoon kan verschillen en niet alleen afhankelijk is van je leeftijd.
Bij hoesten verhoog je de druk in de borstkas. Dit verbetert de bloedstroom en zo kan een hartstilstand worden voorkomen. Bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis heeft hoesten geen zin.