U heeft een 2-aderige grondkabel nodig als u deze gaat gebruiken voor een standaard aansluiting van schakelaars of wandcontactdozen. Als u een uitgebreidere aansluiting gaat maken gebruikt u minimaal een 3-aderige grondkabel.
Wanneer je echter besluit om voor dezelfde aansluiting de kabel in de grond te leggen, bijvoorbeeld wanneer je verlichting of een wandcontactdoos in de tuin gaat aansluiten, gebruik je een 4 aderige grondkabel aangezien je de aardlitze van de grondkabel gebruikt als de 'aarde'.
Leg de kabel op de juiste diepte
Omdat een grondkabel aan de nodige weersomstandigheden wordt blootgesteld, moet deze kabel wel veilig zijn. Daarom mag u een grondkabel alleen maar zonder bescherming gebruiken wanneer deze op minimaal zestig centimeter onder de grond ligt.
Als u een 3-fasen groepenkast in uw meterkast heeft, staat er 3x220/230V of 380/400V op uw elektriciteitsmeter. Er komen in totaal ook vier draden - de drie fasedraden en de nuldraad - uit de onderkant van uw groepenkast. De standaard huisaansluiting is de 3x25A-aansluiting.
Diepte grondkabel
Een grondkabel moet op een diepte van ongeveer 60 cm worden gelegd. Op die manier legt u uw verbinding veilig weg.
Let op: YMvK kabels zijn niet geschikt om direct in de grond te plaatsen. Door gebruik te maken van een mantelbuis kun je dit eenvoudig oplossen en de kabel toch in de grond leggen.
Een XMvK-as grondkabel heeft een isolatiedikte van 0.6 mm2. En de YMvK-as grondkabel heeft een isolatiedikte van minimaal 0.7 mm2. De isolatiedikte van de kabel bepaalt de maximale toelaatbare stroomsterkte.
het verschil tussen buitenkabel en een grondkabel is dat er in een grondkabel direct onder de buitenmantel een gegalvaniseerde staaldraadomvlechting of een loodmantel zit. Deze staaldraadomvlechting of een loodmantel is ter bescherming van de aders, zoals mechanische belasting.
Installatiedraad met een diameter van 2,5 mm2 (millimeter-kwadraat) voor 12 en 24 volt installaties, en tevens voor 230 volt installaties. Geschikt voor maximaal ca. 10 ampere in 12 en 24 volt installaties.
Diameter aders: 3 x 1 mm² Maximaal vermogen: 2300 watt. Kabellengte: 25 meter.
Steek de kabel door de waterdichte afsluitring van het buitenstopcontact. Strip de draden en sluit ze aan op het stopcontact. Sluit de geel/groene draad aan op het midden van het stopcontact op het teken, sluit de bruine draad aan op de 'L' en sluit de blauwe draad aan op de 'N'.
In een stijve buis van 16mm mogen 5 draden van 1,5mm2 of 4 draden van 2,5mm2. Een flexibele buis mag 4 draden van 1,5mm2 of 3 draden van 2,5mm2 bevatten. In een buis van 19mm mogen 5 draden van 2,5mm2, ongeacht de soort.
Over een 4mm² kan je 25A stroom sturen. Voor mono of driefase geldt dezelfde regel. Enkel heb je bij driefase 25A meer vermogen (uitgedrukt in Watt) dan bij een monofase 25A.
YMVK en XMVK: wat is het verschil? YMVK en XMVK kabels verschillen op het gebied van toepassing, kwaliteit en isolatiedikte. De isolatie van een XMVK kabel is namelijk 0,6 mm. Die van een YMVK kabel is altijd minimaal 0,7 mm, dus dat betekent dat een YMVK kabel altijd beter is geïsoleerd.
Normaal gesproken geldt voor bekabeling een technische levensduur van 30 tot 50 jaar. Maar zoals opgemerkt kunnen bepaalde omstandigheden de levensduur flink bekorten. Met name licht met UV-straling en wisselende hoge of lage temperaturen kunnen de levensduur bekorten naar 10 tot 20 jaar.
Bij een installatiekabel zit geen aardlitze. Hier betekent 2-aderig: blauwe nuldraad en bruine fasedraad.
Een buitenkabel is voorzien van een weersbestendige mantel en daardoor geschikt om buiten te gebruiken. Buitenkabels mag je alleen bovengronds gebruiken. Gebruik een grondkabel als de kabel wel onder grond geplaatst wordt. Deze zijn namelijk voorzien van extra veiligheden.
Een mantelbuis gebruik je om kabels in de grond te beschermen. Kabelflex is een geribbelde mantelbuis en is gemaakt van een binnen-en buitenmantel van PolyEthyleen. Dit materiaal zorgt voor een optimale bescherming van kabels in de grond.