Je kunt deeltijds blijven werken. De toelating kan slechts gegeven worden voor maximaal twee jaar. Wil je nadien verder blijven werken, moet je een nieuwe aanvraag indienen, uiterlijk op de laatste werkdag van de lopende toelating. Je moet meteen stoppen met werken.
Ook voor deeltijdse werkhervatting (halftijds, 4/5de enz.) is dat al het geval. In die situatie krijg je een gedeeltelijke uitkering uitbetaald in aanvulling op je beroepsinkomen. Tegelijk blijft je arbeidsongeschiktheid erkend, wat je dan weer beschermt als je zou hervallen.
Wat is nog nieuw? De toelatingen in kader van progressief werken krijgen een maximumtermijn van 2 jaar. Na deze 2 jaar zal de adviserende arts jouw situatie opnieuw herevalueren.
Je bent arbeidsongeschikt en ontvangt een ziekte-uitkering van 45 euro per dag. De adviserend arts geeft je de toelating om je activiteiten te hernemen gedurende 19 uur per week. Indien je deze activiteiten voltijds zou uitoefenen, zou je 38 uur per week werken.
Als je na een periode van lange afwezigheid om medische redenen niet onmiddellijk het werk volledig kan hervatten, kan je met verminderde prestaties geleidelijk de draad weer oppikken. Zo kan je een periode deeltijds werken tot je voldoende fit bent om het werk volledig te hervatten.
Bij blijvende invaliditeit of als de arbeidsongeschiktheid wordt geacht voor onbepaalde tijd te duren (stabiel genoemd), wordt drie jaar lang een jaarlijkse tegemoetkoming betaald. De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van de mate van ongeschiktheid en van het loon dat de werknemer voor het ongeval verdiende.
Je kan periodes van ziekte en invaliditeit gratis laten meetellen voor je pensioen (gelijkstelling). Hierdoor kan je een hoger pensioen krijgen.
De Geneeskundige raad voor invaliditeit (GRI) is een orgaan van onze Dienst voor uitkeringen en bestaat uit een Hoge commissie en haar Afdelingen. Haar leden zijn artsen en zij nemen beslissingen in individuele dossiers over arbeidsongeschiktheid.
Verschil tussen laag en hoog inkomen
Een werknemer met een maandloon van 1.500 euro voor een voltijdse baan, die toegelaten wordt om in arbeidsongeschiktheid (minder dan één jaar) het werk halftijds te hervatten, krijgt volgens de nieuwe regels maandelijks een ziekte-uitkering van 630 euro.
Ik ben ontslagen wegens medische overmacht, wat nu? Wanneer je voor de mutualiteit arbeidsongeschikt blijft, behoudt je je recht op ziekte-uitkering. Wanneer de mutualiteit oordeelt dat je arbeidsgeschikt bent, kan je een werkloosheidsuitkering aanvragen. Schrijf je dan ook in bij VDAB, Actiris of Forem.
Als werkgever ben je in principe niet verplicht om akkoord te gaan met zo'n voorstel tot progressief of aangepast werk. Maar let op: weiger je als werkgever aangepast of progressief werk en ga je over tot ontslag, dan kan dit in bepaalde gevallen discriminatie of een kennelijk onredelijk ontslag zijn.
Als u langer dan 2 jaar arbeidsongeschikt bent, mag uw werkgever u ontslaan. Hij kan daarvoor een ontslagvergunning bij ons aanvragen. Hij moet dan wel kunnen aantonen dat het ontslag redelijk is.
Ja. Een werknemer in progressieve werkhervatting heeft ook recht op gewaarborgd dagloon. Dit betekent concreet dat je het loon moet betalen voor de uren die de werknemer omwille van de griep niet heeft kunnen werken. Dit noemen we de verloren arbeidsuren.
U kunt uw verlof voor medische bijstand opnemen in periodes van 1 tot 3 maanden. Als u helemaal niet werkt, kunt u in totaal maximaal 12 maanden verlof krijgen. Als u halftijds of 4/5 werkt, kunt u in totaal maximaal 24 maanden verlof krijgen.
De deeltijdse werknemer met behoud van rechten (DBR) is een werknemer die deeltijds werkt maar gelijkgesteld wordt met een voltijdse werknemer.
Een werknemer met een deeltijdse arbeidsovereenkomst, die geen uitkering ontvangt voor de dagen waarop hij niet werkt, bouwt voor die niet-gewerkte dagen geen pensioen op. Wie dus lange tijd deeltijds werkt zonder uitkering, zal later van minder pensioen kunnen genieten.
Na een jaar in de Ziektewet komt er een keuring. Die heet de Eerstejaars Ziektewet Beoordeling. Er wordt bij werknemers zonder werkgever dan niet meer gekeken naar het eigen werk, maar naar algemeen geaccepteerd werk.
Wanneer je ziekte langer duurt dan 1 jaar zal het ziekenfonds je dossier voorleggen aan het RIZIV om je eventueel een invaliditeitsuitkering toe te kennen. Op deze uitkering primaire arbeidsongeschiktheid (het eerste jaar arbeidsongeschiktheid) wordt bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Het minimumbedrag is 53,78 EUR (maart 2022). Dat bedrag verlaagt echter tot 40 EUR omdat het minimumbedrag van uw uitkering uw brutodagloon van 40 EUR niet mag overschrijden. Vanaf de 1e dag van de 7e maand van uw arbeidsongeschiktheid zijn er minimumbedragen.
Om erkend te worden, moet u ten minste 66% van uw verdienvermogen verliezen. Als uw gezondheidstoestand verbetert, kan de bevoegde medische instantie beslissen dat u niet langer aan dit criterium voldoet. Tijdens een eerste periode van zes maanden wordt uw verdienvermogen berekend op basis van uw laatste beroep.
Indien de arbeidsongeschiktheid van 66% is vastgesteld voor de leeftijd van 65 jaar, heb je recht: op een jaarlijkse vermindering op de personenbelasting (belasting op het loon). Je betaalt dus effectief minder personenbelasting. Dit zowel voor jezelf als voor een kind dat 66% invaliditeit heeft.
Als je erkend bent als persoon met een handicap, kan je bijvoorbeeld recht hebben op: een vermindering van inkomstenbelasting; een vermindering van onroerende voorheffing; het sociaal telefoontarief; het sociaal tarief gas- en elektriciteit; ...
De invaliditeit kan tot de pensioenleeftijd doorgaan. Een loontrekkende die arbeidsongeschikt is wegens ziekte (gedurende de eerste 12 maanden) of invaliditeit (na 12 maanden) hoeft zich gelukkig geen zorgen te maken voor zijn later pensioen. Deze periodes worden volledig gelijkgesteld.
Je ben werknemer of werkloos zonder gezinslast en je bent minstens 24 maanden arbeidsongeschikt op 31/12/2021: 739,80 euro. Je bent werknemer of werkloos met gezinslast en je bent minstens 24 maanden arbeidsongeschikt op 31/12/2021: 877,33 euro.