Een stichting kan worden bestuurd door zowel statutaire als door titulaire bestuurders of een directeur. Bij het oprichten en besturen van de stichting is het belangrijk om de verschillen daartussen te weten.
Statutair bestuurder: Als statutair bestuurder wordt u door een orgaan van de vennootschap benoemd. Bij de oprichting van een BV of NV moeten in de akte van oprichting de eerste bestuurders worden aangewezen. De opvolgende bestuurders worden door de algemene vergadering van aandeelhouders benoemd.
U bent statutair-directeur als u door de aandeelhouders (of soms de raad van commissarissen) van de B.V. of N.V. waar u werkzaam bent, als bestuurder benoemd bent. Als er geen sprake is (geweest) van een aandeelhoudersbesluit bent u dus geen statutair-directeur.
Voor de dagelijkse gang van zaken en het nemen van beslissingen heeft de stichting een bestuur. Meestal bestaat het bestuur uit een voorzitter, secretaris en penningmeester. 1 persoon kan ook al deze functies uitvoeren. Bij grotere stichtingen zie je vaak een raad van commissarissen of een raad van toezicht.
Volgens de Governance Code Cultuur moet de stichting minimaal drie bestuursleden hebben. Ook als de stichting een ANBI-status wil aanvragen, moeten er minimaal drie bestuursleden zijn. Je mag zelf bepalen of het bestuur uit een even of oneven aantal leden bestaat.
In tegenstelling tot een vereniging heeft een stichting geen leden. Wel kan er een raad van toezicht zijn aangesteld, die het handelen van de bestuursleden controleert. Een vereniging is democratischer, de leden controleren altijd het handelen van het bestuur.
Het kan voorkomen dat een stichting zonder bestuur komt te zitten. Bijvoorbeeld door het overlijden van de enig bestuurder. Stichtingen kennen geen Algemene Vergadering of aandeelhoudersvergadering. Er kan daardoor bij een stichting niet van binnenuit een bestuur worden benoemd.
1. Mensen die recht hebben op meer dan 25% van het vermogen van je stichting. Deze mensen zijn begunstigden van het vermogen en kun je aanmerken als UBO's. Als je stichting maximaal 3 begunstigden heeft, zijn deze mensen allemaal UBO.
Een stichting mag geld verdienen en winst maken en ook als doel hebben om winstgevend te zijn. Voorwaarde hiervoor is wel dat de winst wordt ingezet om het doel van de stichting te verwezenlijken. Winst maken met een commercieel ondernemingsdoel is niet toegestaan.
Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. 2. De statuten kunnen de bevoegdheid tot vertegenwoordiging bovendien toekennen aan een of meer bestuurders. Zij kunnen bepalen dat een bestuurder de stichting slechts met medewerking van een of meer anderen mag vertegenwoordigen.
De aanstelling van een titulair bestuurder vindt plaats door de werkgever. In tegenstelling tot de statutair bestuurder is een titulair bestuurder een natuurlijk persoon en geen rechtspersoon. De titulair bestuurder is alleen een werknemer, dit betekent dat de 'gewone' ontslagregels op hem van toepassing zijn.
De onaanraakbare stichtingsbestuurder (althans tot 1 juli 2021) Een statutair bestuurder van een vennootschap of van een stichting kent een andere juridische positie dan een werknemer. Zo'n bestuurder wordt niet aangenomen om onder leiding en toezicht werkzaamheden te verrichten zoals een 'gewone' werknemer.
De statutair bestuurder is verantwoordelijk voor het beleid en de dagelijkse gang van zaken van de onderneming, waarop de aandeelhouders hem of haar zouden kunnen afrekenen. Dat brengt een behoorlijke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de statutair bestuurder als eindverantwoordelijke met zich mee.
Een statutair bestuurder kan te allen tijde worden geschorst of ontslagen door het orgaan dat bevoegd was tot benoeming, in de praktijk meestal de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AVA). Voor een rechtsgeldig ontslagbesluit is vereist dat aan alle wettelijke en statutaire eisen is voldaan.
statutair = statutair bijv. naamw. Uitspraak: [statytɛ:r] volgens de statuten, of met statuten te maken hebbend Voorbeelden: `statutaire doelstellingen en bepalingen van een stichting`, `een statutaire wijziging`...
De bestuurders van een stichting kunnen ook in loondienst zijn van de stichting. De bestuurder is in loondienst als hij een arbeidsovereenkomst heeft. Hij verricht persoonlijke arbeid en krijgt daarvoor een vergoeding. Het werk moet in verhouding staan tot de vergoeding.
Geen minimale kapitaaleis: voor het oprichten van een stichting is geen minimumkapitaal vereist. Hierdoor zijn de kosten voor het starten van een stichting erg laag. De nadelen: Winstuitkering: wanneer je een stichting opricht, kun je de winst niet naar jezelf uitkeren.
Vaak bepalen de statuten hoe de stichting een bestuurder beloont. Bijvoorbeeld dat een bestuurder geen recht heeft op loon, maar alleen op een onkostenvergoeding en/of vacatiegeld. Vacatiegeld is een vergoeding die bestuursleden ontvangen voor het voorbereiden en bijwonen van vergaderingen.
Als stichting of vereniging bent u belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting als u een onderneming drijft. U betaalt dan vennootschapsbelasting over de winst van uw onderneming.
Bij een stichting is bepaald dat het stichtingsbestuur nu de UBO is. Deze omweg is nodig omdat volgens de regels iedere organisatie een natuurlijk persoon moet opgeven die UBO is. In de praktijk heeft geen van de bestuurders de zeggenschap om bijvoorbeeld de statuten te wijzigen.
Als een persoon bestuurder is, en daarnaast geen ander (direct of indirect) belang heeft in de organisatie, is deze persoon geen UBO op basis van feitelijke zeggenschap.
De hoger leidinggevenden van de stichting worden dan aangemerkt als pseudo-UBO(s). Dit zijn alle statutair bestuurders, of dat er nu 2, 3, 5 of 10 zijn. Is een rechtspersoon bestuurder, dan wordt elke natuurlijke persoon die daarvan bestuurder is als pseudo-UBO aangemerkt.
De voorzitter is vaak het eerste aanspreekpunt en het gezicht van de stichting. De voorzitter is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de stichting en zal vergaderingen leiden. Ook zal de voorzitter een coördinerende rol hebben met betrekking tot de andere bestuurstaken.
In principe mag een stichting alle vormen van bezit of vermogen hebben om diens doel na te streven. Denk bijvoorbeeld aan een pand, grond, meubels, banksaldo, etc. Hier zijn geen speciale regels voor. Een stichting mag op allerlei legale manieren geld en bezittingen werven (subsidies, donaties, legaten, schenkingen).
Het bestuur van de stichting moet uit ten minste een meerderjarig natuurlijke persoon of rechtspersoon bestaan. Een oprichter hoeft niet ook bestuurder te worden. Wanneer een rechtspersoon oprichter of bestuurder wordt, moet haar doel dat toestaan.