Honingbijen zijn bloemvast en dus ideaal voor bestuiving van een grote boomgaard. Staat de kers in bloei dan gaan de bijen massaal naar de kersenbloesem vliegen. Ze vliegen van de ene naar de andere bloem en brengen zo het stuifmeel van de ene boom naar de andere waardoor de bloemen bestoven worden.
Bij bestuiving vindt een overdracht van stuifmeelkorrels naar de stamper van de bloem plaats. Een bestoven bloem draagt niet per se vrucht, maar bestuiving maakt de kans op bevruchting wel mogelijk. Sommige bloemen bestuiven zichzelf met hun eigen stuifmeelkorrels, door middel van zelfbestuiving.
Bijen ontwikkelden fysieke structuren voor het oogsten van stuifmeel, waaronder gespecialiseerde borstels, kammen en harken op hun poten, buik of monddelen . Bijen die bepaalde planten prefereren, kunnen speciaal gevormde haren op hun lichaam hebben om hun favoriete stuifmeel op te pikken.
Verschillende manieren van bestuiving Bloemen kunnen op verschillende manieren bestoven worden. Meestal gebeurt dat door de wind of door insecten, maar het kan ook door bijvoorbeeld water, of andere dieren zoals vogels en vleermuizen.
Zodra de bij rondkruipt in een mannelijke bloem komen er stuifmeelkorrels op de rug. Vol stuifmeel zoekt de bij naar een vrouwelijke bloem, daar zoekt hij ook nectar. Terwijl ze dat doet blijft een deel van het stuifmeel kleven aan de stamper van de vrouwelijke bloem. Dit noemen we bestuiving.
In sommige streken in de wereld kunnen ook andere dieren de rol van bestuiver spelen, zoals vogels (kolibries bv.), vleermuizen, kleine knaagdieren, buideldieren of hagedissen. Planten die door insecten of andere dieren worden bestoven, zijn gecamoufleerd om deze bestuivers aan te trekken.
Binnen 2 tot 3 dagen na de bevruchting wordt de stamper van de stamper langer en zwelt op tot een zaaddoos, die de bevruchte eicellen bevat. De kelk- en kroonbladen verwelken en vallen af, nadat ze hun functie hebben voltooid. Na bestuiving, tussen dag 17 en 35 in de levenscyclus van de Fast Plants, ontwikkelen embryo's zich tot zaden.
Bijen en andere insectenbestuivers zijn immers essentieel voor ons ecosysteem en onze biodiversiteit. Een vermindering van bestuivers betekent dat veel plantensoorten mogelijk zullen verdwijnen, samen met andere organismen die direct of indirect van hen afhankelijk zijn.
Hoe meer insecten er bij een bloem aanwezig zijn, hoe meer kans op bestuiving en dus ook op bevruchting. Bijen zijn misschien wel de meest bekende 'bestuivers', maar ook kevers, vlinders, motten en vliegen zijn belangrijk voor de bestuiving van bloemen.
Zonder bestuivers geen gewassen
Ze zijn van onschatbare waarde voor onze voedselproductie: bijen en hommels. Ze bestuiven namelijk zo'n zeventig tot tachtig procent van de gewassen die wij eten. Zonder deze bestuivende beestjes zouden er geen vruchten, zaden en groentes zijn om de schappen mee te vullen.
Bijen houden niet van uien, koffie, kruidnagel of azijn.
Ze kunnen naar je gezicht vliegen of over je hoofd heen zoemen. Deze waarschuwingssignalen moeten in acht worden genomen, aangezien de bijen je misschien vertellen dat je in hun gebied bent gekomen en te dicht bij hun kolonie bent voor zowel hun als jouw comfort !
De werksters verzamelen stuifmeel en nectar van bloemen. Het stuifmeel wordt gebruikt als eiwitbron en de nectar is een energiebron. Een deel van het stuifmeel komt op de stampers van de bloem terecht en resulteert in kruisbestuiving .
Bij succesrijke zelfbestuivers kan het leiden tot een snelle toename van het aantal planten, maar door het onderdrukken van de genenuitwisseling eveneens tot de isolatie van de populatie. Uiteindelijk kan zelfbestuiving leiden tot soortvorming of speciatie.
Bijen kunnen de kleur paars duidelijker zien dan andere kleuren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de beste bijenplanten paarse bloemen hebben. Denk bijvoorbeeld aan lavendel (Lavandula), sieruien (Allium), vlinderstruik (Buddleja) en kattenkruid (Nepeta faassenii).
Nectar: volwassen bijen
Volwassen bijen hebben vooral suikers nodig als brandstof om in beweging te kunnen blijven. Zowel vrouwtjes- als mannetjesbijen drinken daarom nectar. Ze zijn meestal niet zo kieskeurig in de bloemen die ze hiervoor bezoeken.
Het kan ook zo zijn dat de boom simpel weg te weinig of te veel water krijgt waardoor de fruitboom geen vruchten geeft. Of te weinig zonlicht dan gaat een fruitboom niet groeien en ook geen vruchten geven. Ook zien we vaak dat een fruitboom als een bolcatalpa gesnoeid wordt.
Heb je 2 appelbomen nodig? Antwoord: Nee, u hoeft niet altijd 2 appelbomen te hebben om toch appels te kunnen oogsten. Kies voor een zelfbestuivende appelboom als u maar één appelboom wilt. Zo hoeft u niet 2 appelbomen te hebben die elkaar kruisen.
Hoewel wilde bijensoorten minder bloemen bezoeken dan honingbijen, dragen ze effectief meer stuifmeel per bezoek over. Bloembezoek door wilde bijen kan in 71,3% van de gevallen leiden tot bevruchting, terwijl het bezoek van hommels tot 35,1% en dat van honingbijen tot 34,0%.
Wespenpoeder bevat giftige stoffen. Deze stoffen tasten het zenuwstelsel van de wesp aan. De brandweer gebruikt het product Permas-D op basis van permethrin.
In een bijenvolk zijn alle bijen dochters en zonen van die ene bevruchte koningin die een volk rijk is. Het zijn dus de genen van die koningin en de genen van de zaadcellen die ze haar leven lang in haar spermatheek bij zich draagt, die bepalen of het volk zachtaardig dan wel agressief is.
Het is dan ook met vergeeflijke trots dat imkers citaten als die van Albert Einstein onderschrijven: “ Als de bij van het aardoppervlak verdwijnt, heeft de mens nog maar vier jaar te leven.”
Veel landbouwgewassen hebben bestuivers nodig. Dit geldt voor fruit, zoals appels, kersen, aardbeien en bessen, maar ook voor groenten als courgette, tomaat en tuinboon. Ook koolzaad, een gewas dat vooral voor de olie geteelt wordt, is afhankelijk van bestuiving door insecten.
Zaad dat in de diepvries wordt bewaard moet een temperatuur van minstens – 18˚C bereiken en het moet binnen 24 uur na ontdooien worden gezaaid om kiemkracht te behouden.
Bestuiving kan op verschillende manieren
Er zweven heel veel stuifmeelkorrels door de lucht. Door de wind worden deze stuifmeelkorrels naar de bloemen gebracht en komen ze op de stamper terecht. Dit noemen we windbestuiving. Ook zijn er enkele planten waarbij de stuifmeelkorrels via het water bij de stamper komen.