De vuistregel voor volwassen honden is 20 à 25 gram vlees per 1 kg. Dus als jouw viervoeter 30 kilogram weegt, geef je 750 gram vlees per dag (30 x 25). Dit kun je over twee momenten verspreiden.
Een richtlijn voor de ideale hoeveelheid voer per dag is zo'n 25 gram per kg lichaamsgewicht zolang ze nog in de groei zijn. Volwassen honden kunnen toe met 10 gram per kg lichaamsgewicht. Zoals hierboven echter al staat beschreven, is dit maar een indicatie.
Honden hebben vlees of vis nodig om in goede gezondheid te verkeren. Vlees (en vis) leveren namelijk dierlijke eiwitten en dierlijke vetten en dat zijn de superfoods voor honden. Als leefregel geldt dat vlees en vis het belangrijkste ingredient zou moeten zijn. Daarbij mag ook orgaanvlees verwerkt worden, graag zelfs!
Vlees (vers en verhit) is beter te verteren dan brokken. Vers-vlees diëten bevatten daarnaast weinig vezels. Dat is de reden dat honden en katten op een vers vlees dieet weinig ontlasting produceren. Dat kan een voordeel, maar ook een nadeel zijn: er zijn honden die obstipatie krijgen van een vlees dieet.
Het verschilt per dier welke voeding het beste bevalt. Let er wel altijd op dat het vlees van een betrouwbare maker komt en dat er aan de hygiënevoorschriften is voldaan. Ook is het zo dat hoe meer men afwisselt in het diersoort van de vlees, hoe beter het voor de hond is. Denk aan variatie in kip, eend, kalkoen, etc.
Onze trouwe viervoeters kan je ook maar beter geen brood voeren. De voedingsstoffen die in brood zitten zijn namelijk niet goed voor honden en katten. Voor honden zorgen vooral de gluten in het brood voor problemen. Zo kunnen ze er ziek van worden, jeuk van krijgen en hun vachtkwaliteit kan er flink van achteruit gaan.
In principe kan dit, maar brokken worden anders verteerd dan vers vlees. Brokken vragen een andere zuurgraad van de maag en hebben andere enzymen nodig dan vers vlees. Voor de vertering kunt u brokken en vers vlees beter niet tegelijk geven, zeker niet als uw huisdier een gevoelig verteringssysteem heeft.
Op de vraag hoeveel jouw hond mag eten is geen eenduidig antwoord te geven. Het hangt af van verschillende factoren. Voorbeelden hiervan zijn de leeftijd en het ras van je hond, maar ook het geslacht en hoe actief je hond is spelen een belangrijke rol.
De verhouding tussen rijst en kip zou 2:1 of 3:1 moeten zijn (dus twee- of driemaal zoveel rijst als kip). Geef je hond de kip met rijst in zijn normale voerbak. Volg de instructies van je dierenarts op met betrekking tot het voeren van je hond. Doorgaans geef je een hond die overgeeft steeds een klein beetje.
De voeding van jouw hond moet ten minste uit 70 procent vlees bestaan. In principe kunnen alle vleessoorten gevoerd worden: rund, lam, varken, konijn of gevogelte. Aan ingewanden zijn de lever, het hart, de dieren, de milt en de pens (ongepolijst) aanbevolen.
Rauwe vleesvoeding. De meest gezonde voeding voor de meeste honden is rauwe vleesvoeding, dit past het beste bij het verteringsstelsel van de hond en geeft het kleinste risico op gezondheidsklachten. Veel honden met onverklaarbare gezondheidsklachten, voelen zich beter als ze overgaan op rauwe vleesvoeding.
Voor een middelgrote hond is tussen 1/4 en 1/3 kopje gekookte kip meer dan genoeg. De normale voeding van jouw hond moet de juiste hoeveelheid mineralen en vitamines bevatten.
Verdeel de dagelijkse hoeveelheid voer van een volwassen hond over tenminste twee porties per dag. Vooral bij grote hondenrassen is dit wenselijk. Sommige honden maken teveel maagzuur aan wanneer zij één keer per dag gevoerd worden. Dit komt doordat de maag dan een langere tijd leeg is.
KVV staat voor Kant-en-klaar Vers Vlees en BARF staat voor Biologically Appropriate Raw Food, ook wel bekend als Bones And Raw Food. De naam zegt het al, wanneer je je hond BARF voert, voer je rauw vlees. Het voeren van BARF en KVV kennen zowel voor- als nadelen.
Gekookt vlees heeft geen zin voor een hond. Alle voedingsstoffen als vitaminen, mineralen en goede bacteriën zijn dan dood gekookt. Gekookt vlees, daar heeft een hond niets aan, hij kan hier niets mee en is ongezond.
Je kan dus een gebakken ei of een gekookt ei mengen met de brokken of wat roerei over de brokken doen. Geef aan kleine honden maar een half ei. Je kan ook andere (gezonde) ingrediënten door de hondenbrokken mengen, zoals gekookte of geroosterde pompoen, sperziebonen, wortels, broccoli. Lekker èn gezond.
Kaas bevat veel lactose en de meeste honden kunnen een grote hoeveelheid van deze melksuiker moeilijk afbreken. Vooral pups zijn hier erg gevoelig voor. Teveel kaas kan leiden tot misselijkheid, buikkrampen en diarree.
Misschien nieuw voor je, maar bananen zijn (ook) heel gezond voor honden. Bananen zijn goed voor de spijsvertering van je hond, maar ook voor een gezond hart en spieren. In bananen zit onder meer veel kalium, vezels en Vitamine C.
Beschuit is licht verteerbaar en zorgt ervoor dat de darmen tot rust komen door de vele vezels. Door je hond meerdere malen per dag kleine porties beschuit te geven kun je goed in de gaten houden of er verbetering in zit.
Honden knagen graag eens aan een bot maar beenderen van gevogelte, konijn, varkenskotelet of andere kleine botten mag u absoluut niet aan uw hond geven. Die zijn te klein en splinteren gemakkelijk. De botten worden ingeslikt en kunnen darmverstopping veroorzaken.
Het voeren van vers vlees bij pups is zeer af te raden. Naast het feit dat deze jonge dieren weinig bestand zijn tegen infecties zoals de Salmonella, E. coli of Campylobacter bacterie, hebben pups voor hun botontwikkeling een zeer uitgebalanceerde calcium-fosfor verhouding nodig.
Weegt je pup 10 kilo, dan voer je dus 400 tot 450 gram vlees. Daarna bouw je per twee maanden met 100 gram af. Bij 10 maanden is je pup bijna volwassen en bouw je af van 30 gram (per kilo) naar 20 à 25 gram. Terwijl je afbouwt in puppyvoeding, bouw je tegelijkertijd op met de voeding voor een volwassen hond.