De koppeling zit links bedien je met de linker voet.Daarnaast zit de rem en daarlangs het gaspedaal die beide door de rechtervoet worden bedient. Om te schakelen moet je altijd de koppeling volledig in trappen en dan kan je schakelen.
Vragen praktijkexamen auto
Je kunt niet zakken als je de vragen niet weet maar je begint dan wel onzeker aan je rit. Tijdens het rijden moet je 10 minuten zelfstandig route rijden, dit kan door middel van cluster opdrachten, navigatie of een orientatiepunt.
Het onderdeel kennis bestaat uit 12 vragen, hiervan moet je 10 of meer vragen goed beantwoorden. Het onderdeel inzicht bestaat uit 28 vragen, hiervan moet je 25 of meer vragen goed beantwoorden.
Het onnodig of te vroeg ontkoppelen kan zorgen voor een langere remweg. Dit komt doordat er niet op de motor wordt afgeremd wanneer de koppeling is ingetrapt met als gevolg dat het remsysteem alles 'alleen' moet doen.
De vuistregel is om op te schakelen wanneer de toerenteller tweeduizend toeren bereikt. Bij iedere versnelling hoort een bepaalde snelheid. De eerste versnelling gebruikt u vanaf stilstand tot ongeveer twintig kilometer per uur.
Als u uw auto lange tijd niet gebruikt, parkeert u de auto door hem in de eerste versnelling te zetten.Hierdoor is de auto niet gemakkelijk in beweging te krijgen. Wordt de handrem wel gebruikt tijdens langdurig parkeren, dan loopt u kans dat de handrem vastroest.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Houd het koppelingspedaal even vast bij het aangrijpingspunt 2 á 3 seconden is genoeg. Zo kom je geleidelijk op gang zonder schokken of afslaan van de motor. Doe dit ook na het overschakelen vang de koppeling op.
Er kan altijd lucht weglekken langs de zuigerveren en kleppen. Op een helling parkeren in de versnelling is dus niet verstandig. Altijd de handrem gebruiken (en een extra klikje aantrekken). Als je de auto in de 1e versnelling nog kan wegduwen dan lekt er wel heel veel lucht langs de kleppen of zuigers.
In de eerste versnelling (of achteruit) is de auto het beste vergrendeld. In een hogere versnelling zou de motor gemakkelijker kunnen meedraaien als de auto een duwtje krijgt. Op hellingen blijft het advies om de parkeerrem cq handrem te gebruiken.
Op hellingen blijft het advies om de parkeerrem cq handrem te gebruiken. Voor de zekerheid zou u de auto nog in z'n 1 of achteruit kunnen wegzetten. Maar altijd dus i.c.m. de parkeerrem. Wanneer dat nóg onvoldoende blijkt te zijn, vraagt de parkeerrem van uw garage wel de nodige technische aandacht.
Trek rustig op
Wanneer er sneeuw ligt en je geeft teveel gas, kun je je ingraven en vast komen te zitten. Wegrijden in de tweede versnelling is een goede remedie, maar belangrijker nog is om weinig gas te geven bij het optrekken en heel voorzichtig de koppeling omhoog te laten komen.
Stappen om sneller te leren schakelen
Maar doe wel net alsof de motor aan staat en je rijdt. Trap het koppelingspedaal in en zet de versnellingspook in de 1e versnelling. Om het zo realistisch mogelijk te maken; laat het koppelingspedaal in 3 seconden helemaal omhoog komen.
Rijdt u 50 km/u in de vijfde versnelling of in de tweede versnelling? Hiermee kunt u namelijk zo'n 50% brandstof besparen. Schakel daarom altijd naar de hoogst mogelijke versnelling. Let er wel op dat té vroeg schakelen de motor kan vervuilen of zelfs beschadigen.
rem zoveel mogelijk op de motor; neem je voorrang als je voorrang hebt (probeer niet te stoppen op een kruispunt als je voorrang hebt); vergeet niet om je handrem op te trekken na je parkeermanoeuvre.
Tijdens de inrijfase moet je ongeveer 30 keer afremmen. Hierbij wordt het voertuig vanaf een snelheid van ongeveer 100 km/u afgeremd tot ongeveer 50 km/u. Let op dat je hierbij gematigd remt en een maximale remtijd van 3 seconden niet overschrijdt.
Laat je voet nooit te lang op de koppeling rusten na het schakelen. Dit kan ervoor zorgen dat de verbinding tussen de motor en de versnellingsbak niet helemaal tot stand komt, wat weer zorgt voor extra slijtage aan de koppeling. Na het schakelen kun je het beste de voet direct van de koppeling afhalen.
Dit gaat vaak fout:
Te dicht langs geparkeerde auto's, obstakels of fietsers rijden. Niet of onvoldoende voorsorteren. Te ruime of te krappe bochten (soms door nonchalant sturen). Te veel links blijven rijden bij tegenliggers op smalle wegen.
Indien je een stoplicht nadert, wat kan je dan het beste doen? (wat betreft brandstof besparen en zo min mogelijk slijtage). 1. In de versnelling blijven (bv 5), gas los, evt bijremmen en op het laatst de koppeling indrukken ivm lage toeren en daarna terugschakelen (2 of 1).