Kanker zaait meestal uit via het bloed of de lymfe.Soms zaait kanker uit via een holte. Bij eierstokkanker bijvoorbeeld, kunnen kankercellen via de buikholte op het buikvlies terechtkomen. Zo ontstaan buikvliesuitzaaiingen.
Naar uitzaaiingen wordt gewoonlijk niet systematisch gezocht. Meestal worden uitzaaiingen ontdekt door klachten zoals pijn (botpijn, pijn in de borst, ochtendhoofdpijn), benauwdheid, kortademigheid en/of misselijkheid.
Dat heeft te maken met de belasting van de tumor op het lichaam als geheel. Het delen van de cellen, het groeien en uitzaaien kost heel veel energie. Uiteindelijk ga je je eigen cellen afbreken om genoeg energie te kunnen leveren. Dat is funest voor je afweersysteem, waardoor je aan een simpel virus al kunt overlijden.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent.
Chronische kankerpijn wordt ook aanhoudende pijn genoemd en is altijd aanwezig. Naast aanhoudende pijn kunt u ook last hebben van doorbraakpijn bij kanker. Doorbraakpijn is pijn die vaak plotseling opkomt en snel weer verdwijnt of minder wordt. Het is pijn die boven op pijn komt die u al langer heeft (chronische pijn).
Mensen die sterven, hebben vaak weinig of geen behoefte meer aan voedsel en vocht. Ze kunnen snel in gewicht afnemen. Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen.
Pijn komt voor bij 45% van de patiënten met kanker in de laatste 1-2 weken voor het overlijden (Teunissen 2007).
Meestal sterven mensen rustig. In gemiddeld twee tot drie dagen nemen hun krachten af, worden ze suffer en slapen ze meer, tot de slaap overgaat in de dood. Maar helaas gaat het niet altijd zo. Patiënten met kanker bijvoorbeeld hebben vaak pijn.
Gemiddelde overleving van kanker
Van alle mensen met kanker is de overleving 1 jaar na de diagnose gemiddeld bijna 80%. Dit betekent dus dat na 1 jaar 4 van de 5 mensen in leven zijn. Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%.
Angst, onzekerheid, boosheid, somberheid, eenzaamheid en verdriet. Het zijn voorbeelden van nare gevoelens die je kunt hebben als je kanker hebt (gehad). Je kunt hulp krijgen om met die gevoelens om te gaan.
De kans op overleving is fors toegenomen bij darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker.
De totale groep patiënten met uitgezaaide kanker betreft dus meer dan 38.000 per jaar, bijna 5 per normpraktijk. De afgelopen 10 jaar is de gemiddelde mediane overleving slechts 1 maand toegenomen, maar er zijn wel verschillen per tumorsoort.
Kort voor het overlijden houden ze vaak even op met ademhalen, soms zelfs wel een halve minuut.Dan slaken ze ineens een diepe zucht en ademen daarna weer verder. Het gezicht ziet er vaak heel rustig uit. Als de stervende toch onrustig of benauwd wordt, kan de arts rustgevende medicijnen geven.
Je kunt de laatste fase thuis doorbrengen, in een hospice of bijna-thuis-huis of in een zorginstelling. In deze periode proberen zorgverleners er voor te zorgen dat je zo min mogelijk lijdt en je leven goed kunt afronden. De zorg die je krijgt, heet palliatieve terminale zorg.
De tumor kan bijvoorbeeld druk geven op gezond weefsel waardoor pijn ontstaat. Ook kan pijn ontstaan door een behandeling. Een bestraling kan bijvoorbeeld gezond weefsel beschadigen, of een litteken na een operatie doet pijn. Soms ontstaat de pijn snel, dit heet acute pijn.
Wanneer iemand het einde van zijn leven nadert, ervaart hij een verscheidenheid aan karakteristieke symptomen. Pijn, kortademigheid, angst, constipatie, verlies van eetlust, vermoeidheid en verandering in huidskleur en -textuur zijn er maar een paar.
Eerst vallen bijvoorbeeld de longen uit (ARDS) , gevolgd door lever, darmen, nieren en/of andere functies, zoals de bloedstolling.
Een van de symptomen van een naderende dood is dat de stervende minder gaat eten en drinken. Hierdoor zal de stervende gewicht gaan verliezen en zie je veranderingen ontstaan in het gezicht. Denk hierbij aan ingezakte wangen, ogen die zich meer terugtrekken in de kassen en een gespitste neus.
Kanker en de behandeling vragen veel van je lichaam. Ook slecht slapen, weinig bewegen, pijn of een verminderde eetlust kunnen ervoor zorgen dat je moe bent. Na de behandeling duurt het vaak nog een paar maanden voor die vermoeidheid minder wordt. Het kost gewoon tijd en energie om te herstellen.
De alarmsymptomen die zullen worden besproken zijn: orale en mondmotorische afwijkingen, dysfagie, odynofagie (=pijn bij slikken), spugen, recidiverende KNO- en luchtwegproblematiek, afwijkende defecatie zoals diarree, obstipatie, ontkleurde ontlasting, bloedbijmenging en neurologische symptomen zoals hoofdpijn, ...
Rugpijn is een algemeen symptoom voor vergevorderde alvleesklierkanker.