Met de invoering van een 30 km/h-zone wordt geprobeerd de veiligheid te vergroten:Het snelheidsverschil tussen langzaam en snel verkeer neemt af. Auto's die 30 km/h rijden, hebben een kortere remweg dan auto's die 50 km/h rijden.
Bij een maximale snelheid van 30 km/uur is de overlevingskans van een voetganger bij een botsing met een auto 95 procent. Dat is 10 procent hoger dan bij 50 km/uur. Bestuurders hebben meer tijd om informatie te verwerken en te reageren op onverwachte situaties. Bij 30km/u is de remweg korter en het blikveld breder.
Als je 30 km/u rijdt, heeft een kwetsbare weggebruiker veel meer overlevingskans. Als er toch een ongeval in een zone 30 gebeurt, zijn de gevolgen meestal minder zwaar dan wanneer een zelfde ongeval met een hogere snelheid zou gebeuren. Want de klap bij een aanrijding is veel harder naarmate je snelheid hoger ligt.
Het begin en einde van een 30km/uur-gebied moeten duidelijk herkenbaar zijn door een poortconstructie: met borden, ondersteund door een in- en uitritconstructie. Binnen een 30km/uur-gebied heeft verkeer van rechts voorrang; er zijn in beginsel geen voorrangswegen of -kruispunten.
Voor gebieden waar voetgangers/fietsers en gemotoriseerde weggebruikers mengen is een switch naar een maximumsnelheid van 30 km/uur gewenst.
De voornaamste reden om tot aanleg van een 30 km/h-zone over te gaan is een verbetering van de verkeersveiligheid voor met name kinderen in woonwijken. Verkeersbord 30 km/h-zone (Nederland) Verkeersbord zone 30 (België) Een grote aanduiding op het wegdek bij nadering van een 30 kilometerzone.
Op de autosnelwegen, kortweg snelwegen, geldt tussen 06.00 en 19.00 uur meestal een maximumsnelheid van 100 km/h. Buiten deze tijden mag u op plaatsen waar dat qua verkeersveiligheid en leefbaarheid kan, 120 of 130 km/h rijden. Op de N-wegen geldt een maximumsnelheid van 80 of 100 km/h.
De maximumsnelheid van een 30 km/uur zone wordt aan de randen van de zone met een zonebord aangegeven. De maximumsnelheid geldt binnen de gehele zone, tot het verkeersbord einde 30 km/uur zone. Dit betekent dat niet na elke kruising of in elke straat een verkeersbord staat die de maximumsnelheid aangeeft.
Binnen de bebouwde kom liggen deze kruispunten in een verblijfsgebied die veelal als 30 km/uur zone of erf. Buiten de bebouwde kom liggen ze in 60 km/uur zone.
Fietsers worden meestal om de versmalling geleid. Sluisje Plaatselijke versmalling van de rijbaan met aan de ene én vervolgens de andere kant kort achter elkaar een obstakel. Dit wordt ook wel aangeduid als met een 'asverspringing'.
50 km/u in een auto is vaak te hard om op tijd te stoppen en verkeersdoden te voorkomen. De kans op een ernstig ongeval bij 50 km/u is 3,5 keer groter dan bij een maximumsnelheid van 30 km/u! Daarnaast zorgt 30 km/u voor een prettiger straatbeeld voor iedereen en meer bewegingsruimte voor fietsers en voetgangers.
Een zone 30 is een gebied waarin je nergens sneller mag rijden dan 30 km/u. De zone wordt aangeduid op alle toegangen en uitgangen van de zones door een vast begin- EN eindbord. Schoolomgeving 2 Naast een zone 30 bestaat ook een schoolomgeving. Ook hier mag je niet sneller rijden dan 30 km/u.
Een verhoogde inrichting wordt meestal aangekondigd door het (eerste) gevaarsbord. Bij de inrichting zelf staat het (tweede) aanwijzingsbord. De maximumsnelheid op een verhoogde inrichting is 30 km/uur. Op een verhoogde inrichting mag je geen enkele bestuurder links inhalen, behalve een fietser.
Het is zeker niet zo dat een zone 30 automatisch een voorrang voor voetgangers inhoudt. Voetgangers hebben enkel voorrang om de rijbaan over te steken op zebrapaden. Er zijn uiteraard uitzonderingen, zoals bij een woonerf, waarbij de voetgangers de volledige baanbreedte mogen innemen.
Gebiedsontsluitingswegen zijn de wegen die een verbinding vormen tussen erftoegangswegen en stroomwegen. Langzaam en kwetsbaar verkeer wordt op deze wegen niet gemengd met zwaar en snel verkeer. De kenmerken van een gebiedsontsluitingsweg.
Snelheid in een schoolstraat
Bestuurders die in een schoolstraat mogen rijden, moeten dit stapvoets (10 km/uur) doen. Staan er snelheidsborden (voorbeeld 30), dan geldt die snelheid. Bestuurders moeten voorrang verlenen aan voetgangers en fietsers, ze niet in gevaar brengen of hinderen.
Doorgaande provinciale weg
Zodra je de bebouwde kom verlaat geldt, tenzij anders aangegeven, een limiet van 80 kilometer per uur voor de doorgaande provinciale wegen. Toch zijn er tegenwoordig ook veel wegen waar je 60 kilometer per uur mag. In dat geval zie je logischerwijs een bord met 60 erop.
Wat is een uitrit? Een uitrit is een uitrit als de wegsituatie eruit ziet als een uitrit (constructiecriterium) of als duidelijk is dat het niet gaat om een doorgaande weg maar om de toegang tot een bepaalde bestemming (bestemmingscriterium).
Waarom zone 30 zo voordelig is voor de verkeersveiligheid
Zo ziet hij veel beter wat er links en rechts van hem gebeurt en kan hij tijdig reageren op mogelijke hindernissen, waardoor het risico op een ongeval verkleint. Bovendien staat men sneller stil wanneer men 30 km/u rijdt in plaats van 50 km/u.
Een 30km/uur-gebied wordt ook wel een 'zone 30' of 'verblijfsgebied' genoemd. Het gebied ligt meestal binnen de bebouwde kom en bestaat uit aaneengesloten erftoegangswegen met een snelheidslimiet van 30 km/uur. De gebieden hebben een verblijfsfunctie waar langzaam en gemotoriseerd verkeer mengen.
Zeker wanneer u in een bebouwde kom, schoolomgeving of een zone 30 wordt betrapt. Wie in een zone 30 wordt geflitst met 48 km/u, mag meteen een boete van 75 euro verwachten. Wie 60 km/u rijdt, dubbel zo snel als toegelaten, krijgt een boete van 207 euro.
Het gaat om de A7-Afsluitdijk, tussen Stevinsluizen en Lorentzsluizen, de A7 tussen de aansluiting Winschoten en de grens met Duitsland, en de A6 tussen Lelystad-Noord en de Ketelbrug. Het streven is om de maximumsnelheid uiterlijk in het 2e kwartaal van 2025 te verhogen.
Op de autosnelwegen in Duitsland is 130 km per uur eigenlijk de aanbevolen maximale snelheid. Dat betekent dus dat je niet verplicht bent om je aan dat maximum te houden. Je zou dus perfect 150, 180 of zelfs meer dan 200 kilometer per uur kunnen rijden zonder daarvoor een boete te krijgen.
Dit weekend is het precies vier jaar geleden dat de maximumsnelheid op de snelwegen overdag verlaagd werd van 130 naar 100 kilometer per uur. Het doel destijds was het verlagen van de stikstofuitstoot, om zo onder meer de door stikstofregels vastlopende woningbouw vlot te trekken.