Bovenwettelijke vakantiedagen die u niet heeft opgenomen, mag u door uw werkgever laten afkopen. U en uw werkgever kunnen elkaar hier niet toe verplichten. Wettelijke vakantiedagen die u niet heeft opgenomen, mag u niet laten uitbetalen. Alleen aan het eind van uw contract is dit wel toegestaan.
Voor het aantal vakantiedagen dat nog openstaat, vermenigvuldig je het aantal uren met het laatstverdiende uurloon. Bijvoorbeeld, als een medewerker nog tien vakantiedagen open heeft staan met acht uren per dag en een uurloon van € 15, dan krijgt de medewerker bij uitdiensttreding € 1.200 (10 x 8 x € 15) uitbetaald.
Dit doe je als werkgever via de eindafrekening. Bij ontslag of vertrek moet je daarbovenop ook nog de opgebouwde vakantietoeslag betalen. In het merendeel van de gevallen worden de vakantiedagen uitbetaald bij de eindafrekening, vaak wanneer het laatste loon betaald wordt.
Bovenwettelijke vakantiedagen kun je dus wel laten uitbetalen. Soms zijn hierover al afspraken gemaakt in je cao of in je individuele arbeidsovereenkomst. In zo'n afspraak staat vaak dat je maximaal één week aan vakantie-uren in salaris kunt laten uitbetalen.
In vergelijking met je salaris moet je namelijk flink wat meer inleveren van de uitbetaling van je vakantiedagen. Dat komt doordat deze bij de belastingaangifte onder het 'bijzonder tarief' vallen. Daardoor moet je vaak wel tussen de 30% en 50% van het bedrag aan belasting betalen.
Wettelijke vakantiedagen die u niet heeft opgenomen, vervallen een half jaar na het kalenderjaar waarin u ze heeft opgebouwd. Vakantiedagen die u bijvoorbeeld in 2021 heeft opgebouwd, vervallen op 1 juli 2022.
“Alleen als de werknemer daadwerkelijk in de onmogelijkheid verkeert om de vakantiedagen op te nemen (bijvoorbeeld wegens ziekte), verliest hij het recht op vakantie.In dat geval wordt zijn vakantiegeld aan hem uitbetaald voor de dagen die hij niet kon opnemen”, legt Catherine Legardien uit.
Vakantiedagen uitbetalen: in de wet is geregeld dat de uitbetaling voor niet genoten vakantiedagen (of vakantie uren) gelijk moet zijn aan het bedrag van het laatstverdiende loon over de periode overeenkomstig de nog openstaande vakantie (artikel 7:641 BW). Anders gezegd: één vakantiedag is één dag loon waard.
De waarde van een vakantiedag is gelijk aan de financiële compensatie die de werknemer normaal gesproken ontvangt. De werkgever betaalt veelal enkel het gebruikelijke salaris plus de vakantietoeslag.
Wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen
Naast deze wettelijke vakantiedagen heb je wellicht ook recht op bovenwettelijke vakantiedagen. Deze zijn vastgelegd in de CAO die op jou van toepassing is. Het laten uitbetalen van vakantiedagen geldt voor zowel de wettelijke als de bovenwettelijke vakantiedagen.
Wat gebeurt er met vakantiedagen bij uitdiensttreding? Als er nog vakantiedagen openstaan op het moment dat een medewerker uit dienst gaat, kan je deze vakantiedagen uitbetalen. Een medewerker kan er ook voor kiezen deze vakantiedagen aan het einde van de dienstperiode op te nemen.
Wanneer u werkdagen van 8 uur per dag heeft, betekent dit dat u in totaal 16 dagen vakantie per jaar kunt opnemen. De wettelijke vakantiedagen mag u als werknemer zijnde meenemen naar het volgende jaar. Het is van belang dat u deze wettelijke vakantiedagen binnen 6 maanden na het opbouwjaar op zal nemen.
Het vakantiegeld is een wettelijk recht en is in Nederland 8% van het bruto jaarsalaris. Meestal wordt dit in mei uitbetaald, maar bij ontslag wordt het opgebouwde bedrag meegenomen in de eindafrekening. Dus het bedrag dat iemand heeft opgebouwd, moet je betalen als deze medewerker uit dienst gaat.
Werknemers krijgen een wettelijk aantal vakantiedagen per jaar. In uren is dit 4 keer het aantal uren dat u per week werkt. Als u bijvoorbeeld het hele jaar 25 uur per week werkt, heeft u recht op 100 vakantie-uren per jaar.
Omdat het vakantiegeld bovenop het reguliere loon komt, kan het zijn dat de heffingskortingen aan het einde van het jaar lager uitvallen. Dan moet er geld terugbetaald worden. Om dat te voorkomen wordt er over het vakantiegeld een extra verrekeningspercentage toegepast.
Je werkgever mag je wettelijke vakantiedagen niet zomaar uitbetalen. Uitbetaling kan alleen als je deze vakantiedagen door langdurige ziekte niet hebt kunnen opnemen. Of als je contract eindigt en je nog vakantiedagen over hebt.
Bij ontslag zal u het vakantiegeld van het bevoegd vakantiefonds ontvangen tussen 2 mei en 30 juni van het jaar dat volgt op uw ontslag, zelfs ingeval van faillissement van uw werkgever. Er worden u ook een aantal vakantiedagen toegekend die u zal moeten nemen in het jaar dat volgt op uw ontslag.
Een werkgever kan een verlofaanvraag voor werk alleen afkeuren met een gewichtige reden. Een gewichtige reden voor het afkeuren van verlof kan bijvoorbeeld zijn: (Verwachte) extreme drukte in de periode dat het verlof wordt aangevraagd.
Pas als beide partijen instemmen, kan een werkgever vakantiedagen inhouden. Hier dient de werkgever uiteraard een gegronde reden voor te hebben.
Wanneer je zelf ontslag neemt (of krijgt), worden je resterende vakantiedagen voor het jaar uitbetaald. Daarnaast bouw je vakantierechten voor het volgende jaar op wanneer je werkt.
Als je langer dan 10 jaar in dienst bent geweest dan geldt voor de jaren vanaf het 11e jaar: 1/4 van jouw bruto maandsalaris, per half dienstjaar;Als je langer dan 10 jaar in dienst bent geweest en je bent ouder dan 50 wordt er gerekend met 1/2 van jouw bruto salaris per half dienstjaar.
Bij een 40-urige werkweek heb je wettelijk recht op 20 vakantiedagen. Veel werkgevers geven er echter nog minimaal 5 dagen extra bij. Check daarom altijd even je contract. Zo weet je precies hoeveel vakantiedagen je te besteden hebt.
Géén verplichting
De werkgever heeft niet de mogelijkheid om een werknemer te verplichten zijn vakantiedagen op te nemen. Op de werkgever rust ook niet de verplichting om de werknemer op vakantie te sturen. Het opnemen van vakantie is de verantwoordelijkheid van de werknemer zelf.
Vanaf 231 gewerkte dagen heb je als arbeider recht op het maximum aantal vakantiedagen (20). Voor bedienden is het aantal dagen vakantie gelijk aan twee keer het aantal gewerkte maanden in het voorafgaande jaar. Voor 6 maanden werken in 2020 bijvoorbeeld mag je dus 12 dagen vakantie nemen in 2021.
3. “Ik verander van werkgever, kan ik mijn vakantiedagen gewoon meenemen?” Gaat een bediende uit dienst, dan heeft hij door zijn tewerkstelling opgebouwde vakantiedagen. Die vakantiedagen kan hij later opnemen bij zijn nieuwe werkgever.