Tijdens de AVI-toets leest het kind een tekst voor vanaf een leeskaart. Elke AVI-niveau heeft zijn eigen leeskaart. De persoon die de tekst afneemt, kijkt hoe snel de leerling leest en hoeveel fouten er gemaakt worden. Op basis hiervan wordt de leesvaardigheid van de leerling ingedeeld.
Bij een AVI-toets leest een kind de tekst van de leeskaart hardop voor aan de docent.Op een scorekaart houdt de leerkracht bij welke woorden de leerling foutief opleest. Ook wordt bijgehouden hoelang de leerling over de taak doet.
Het AVI-niveau wordt bepaald door het CITO. Zij meten ieder jaar het AVI-niveau van zo'n 500 kinderboeken. Bij de meting wordt gekeken naar het aantal lettergrepen in woorden, zinslengte, de moeilijkheidsfactor van een woord en de vormgeving van de pagina's.
Stel dat een boek op AVI-niveau M4 is geschreven, dan betekent het dat het kind op het niveau van medio groep 4 zit (oftewel halverwege het leerjaar). Een boek met AVI-E6 betekent 'eind groep 6'. Oftewel, dat boek is bedoeld voor een kind dat op het niveau zit van groep 6 aan het einde van het leerjaar.
Het technisch leesniveau van een kind geeft aan hoe goed het kind de woorden in een tekst kan lezen. Dus letterlijk hoe goed een kind kan lezen wat er staat. Het technisch leesniveau van een boek geeft aan of een boek veel of weinig moeilijk leesbare woorden bevat en wordt uitgedrukt in een AVI-niveau.
Correct lezen van 50-70 woorden per minuut voor een goed tekstbegrip betekent dat het zinvol is om aandacht te besteden aan het leestempo. Vanaf de tweede helft van groep 3 verschuift het accent van het decoderen van klankzuivere woorden naar het accuraat en snel lezen van woorden met steeds complexere woordstructuren.
De twaalf AVI-niveaus zijn: AVI-Start - M3 - E3 - M4 - E4 - M5 - E5 - M6- E6- M7 - E7 - AVI Plus. Het M3 niveau is het niveau wat halverwege groep 3 bereikt moet zijn.
In groep 4 verbeteren kinderen hun technische leesvaardigheid (verklanken van woorden en zinnen). Halverwege groep 4 heeft een leerling gemiddeld AVI-niveau M4 en aan het einde van groep 4 AVI-niveau E4.
De meeste kinderen in groep 3 beginnen op niveau AVI-start of AVI-M3 (midden groep 3). Aan het einde van groep 3 lezen de meeste kinderen op AVI-niveau E3 (eind groep 3). Tip: laat uw kind zelf zijn boeken uitkiezen. Er is namelijk een relatie tussen leesmotivatie (leesplezier) en leesvaardigheid bij kinderen.
Voor N1- en N2-lezers is Harry Potter en de steen der wijzen allereerst een spannend verhaal over vriendschap en moed.
Technisch lezen wordt niet meer getoetst. Leesvaardigheid wordt op niveau gehouden door te blíjven lezen: hoe meer je leest, hoe makkelijker het gaat en hoe beter je erin wordt – toetsen heeft geen toegevoegde waarde meer. Dat betekent dus dat lezen ook na leerjaar 6 erg belangrijk is!
Bij de AVI-toets lezen de leerlingen geen losse woorden, maar korte teksten.Het is de taak van de leerlingen om de tekst op een leeskaart hardop, nauwkeurig en vlot te lezen. Bij het lezen van de tekst kunnen leerlingen gebruikmaken van de context. Na de afname volgt een AVI-leesniveau.
Aan het begin van groep 5 heeft een kind gemiddeld AVI-niveau E4 (eind groep 4). Leerlingen die dit niveau nog niet hebben behaald zullen soms extra leesoefeningen moeten maken. Zo kan de leerkracht leerlingen met hetzelfde AVI-niveau bij elkaar zetten in een groepje, waarin zij extra oefenen met hardop voorlezen.
Leren lezen staat centraal in groep 3. Gelijk op de eerste schooldag leert je kind al zijn eerste woordje lezen en aan het einde van groep 3 moeten de kinderen alle letters (klanken) kennen en moeten ze al lekker vlot kunnen lezen. Een flinke uitdaging, die de meeste kinderen maar al te graag aan gaan.
Schrijven in groep 3: woordjes maken
Leren schrijven is oefenen, oefenen, oefenen. Leerkrachten beginnen vaak met de makkelijke letters, zoals de i en de o. Vaak gaan leren lezen en leren schrijven hand in hand. Dus ik, maan, roos, vis (en de eigen naam) zijn vaak de eerste woordjes.
De nieuwe letters in kern 3 zijn: d, oe, z, ij en h. De kinderen oefenen het lezen en maken van woordjes die bestaan uit van één lettergreep met die letters die ze kennen, zoals kaas, eet en nee.
De categorie A-boeken omvat boeken met AVI-niveau AVI Start tot AVI E5. Dit zijn boeken voor groep 6, 7 en 8, van AVI M6 tot AVI Plus niveau.
Het hoogste AVI-niveau is Plus. Dat is het niveau van kinderen die snel en zonder fouten een lastige tekst kunnen lezen. Daartussen liggen M3, E3, M4, E4, M5, E5, M6, E6, M7 en E7. 'M' staat voor 'midden' en 'E' staat voor 'eind'.
AVI-S is voor beginnende lezers, nog voorafgaand aan groep 3.AVI-P komt na AVI-E7 en is voor kinderen die nog beter lezen dan de kinderen uit eind groep 7. Het leesniveau heeft met de vaardigheid 'technisch lezen' te maken.
Niveau 1. Je leest het liefst niet al te dikke (jeugd)boeken en boeken waarin veel gebeurt. De hoofdpersonen moeten van je eigen leeftijd zijn. Je leest graag over avonturen of problemen.
eind 4 vmbo (uitgezonderd BB) minstens niveau 2. begin 4 havo en vwo minstens niveau 2. eind 5 havo minstens niveau 3. eind 6 vwo minstens niveau 4.
C- boeken zijn bestemd voor kinderen vanaf 13 jaar. Op basisscholen zullen deze niet in grote hoeveelheden aanwezig zijn. Over het algemeen kun je deze boeken coderen met de stickers AVI Plus.