Sensorische informatieverwerking wordt ook wel prikkelverwerking genoemd. Bij sensorische informatieverwerking worden prikkels die je via je lichaam binnen krijgt verwerkt in je
De hele dag ontvangen uw hersenen prikkels vanuit de omgeving, uw lichaam of uw gedachten. Dit zijn verschillende prikkels, die op verschillende manieren binnen komen; Ze komen vanuit de omgeving en worden gesignaleerd door uw zintuigen.
Via zenuwen worden impulsen naar het brein begeleid, waar de prikkels vervolgens verwerkt worden. De verhouding tussen de sterkte van de prikkel en de hoogte van de drempelwaarde is dus belangrijk om de prikkel daadwerkelijk te kunnen waarnemen.
Een reactie op een prikkel noemen we gedrag. Om te reageren op een prikkel heeft het organisme spieren en klieren tot zijn beschikking. Vanuit de hersenen worden via motorische zenuwen de spieren of klieren aangestuurd als reactie op een prikkel. De hersenen en het ruggenmerg behoren tot het centrale zenuwstelsel.
Een stimulus is een omgevingssignaal van de interne of externe omgeving. De stimulus wordt gedetecteerd door receptoren, die een signaal doorgeven aan de hersenen of de wervelkolom via sensorische neuronen. De hersenen en de wervelkolom vormen het CZS en coördineren de reactie van het lichaam op de stimulus .
Mensen reageren verschillend op prikkels als geluid, licht, temperatuur, drukte en geur. Sommige mensen zijn er minder gevoelig voor, terwijl anderen er juist heel gevoelig voor zijn. Als iemand overprikkeld is, voelt diegene zich meestal emotioneler, gestresst, onrustig en vermoeid.
Carbamazepine kalmeert overprikkelde zenuwen in de hersenen. Vermindert verder dorst en hoeveel u moet plassen.
Als je prikkels niet goed kunt selecteren en/of prikkels langzamer dan gebruikelijk verwerkt dan ontvangen de hersenen teveel prikkels. Alles komt tegelijkertijd en/of even sterk binnen. Hierdoor raakt je brein overbelast en kun je geen nieuwe informatie meer opnemen of verwerken.
Gezonde hersenen laten alleen prikkels door die op dat moment belangrijk zijn. De rest van de prikkels wordt genegeerd en later verwerkt. Dat gebeurt onbewust. Door overprikkeling (veel te veel prikkels) kunnen de hersenen minder goed werken en daardoor ook minder goed alle prikkels verwerken.
Honger- en dorstprikkels
Als je bloedglucose-level daalt tot een bepaald punt wordt er een signaal gestuurd naar je hypothalamus. De hypothalamus stuurt vervolgens prikkels naar je lichaam om bepaalde hormonen te laten vrijkomen. Door die hormonen ontstaat het hongergevoel.
Prikkels worden namelijk verwerkt in de hersenen. De hersenen beoordelen het belang van de waargenomen prikkels. Hierbij koppelen de hersenen verschillende prikkels aan elkaar en wordt er gebruik gemaakt van oude kaders om een goed oordeel te kunnen vormen.
Overprikkeling gedurende langere tijd kan leiden tot fysiologische stressreacties. Er zijn dan continu teveel stresshormonen in het lichaam. Door deze stressreacties kan iemand last krijgen van bijvoorbeeld een gejaagd gevoel, moeilijk tot rust kunnen komen of moeite met slapen.
Vanuit de SI kijken we naar 8 zintuigen. De exterosensoren; horen, voelen, ruiken, proeven, zien.De proprioceptoren; evenwicht en beweegzin.
Bij chronische overprikkeling is er meer dan alleen rust nodig om het op te lossen. Het is verstandig om professionele hulp te zoeken, bijvoorbeeld bij een psycholoog. Samen kijken jullie naar wat jij nodig hebt om te ontprikkelen en hoe jij in de toekomst overprikkeling voorkomt.
een nieuwe interesse oppakken – leer breien of borduren, zelfs tuinieren is goed voor de hersenen . begin een cursus, dag- of avondcursus. ga vaker met een vriend(in) op stap – geniet van de bioscoop, het theater, galerieën. blijf werken of doe vrijwilligerswerk – sociaal contact helpt je geheugen en concentratie.
Bij een prikkelverwerkingsstoornis is het signaal van één of meerdere zintuigen te zwak of juist te sterk, waardoor de informatie niet goed of rommelig binnenkomt. Dit kan nadelige gevolgen opleveren voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, omdat het kind zich anders zal gedragen dan andere kinderen.
Welke behandelingen zijn er? Er zijn nog nauwelijks vastgestelde behandelingen voor overprikkeling. Behandeling kan zich wel bijvoorbeeld richten op: goede uitleg over prikkels, prikkelverwerking, hersenletsel aan de persoon met hersenletsel en de naasten, zodat ook uitleg naar de omgeving makkelijker wordt.
Enkele voorbeelden zijn: een beroerte, de ziekte van Parkinson, een angststoornis, en hersenbeschadigingen door een ongeval. Maar ook mensen met een autismespectrumstoornis, depressie, ADD, of ADHD hebben vaak last van overprikkeling.
Effectororganen produceren een reactie op de stimulus . Dit omvat skeletspieren en klieren. Hiervoor zijn coördinatiesystemen nodig om de receptoren via signalen en controlecentra met de effectoren te verbinden. Dit gebeurt via het zenuwstelsel en het endocriene systeem via elektrische of chemische/hormonale signalering bij dieren.