Langebaanschaatsen gebeurt op een 400-meter baan. De 500 meter is dus een volle ronde, plus nog 100 meter. Schaatsers rijden in tweetallen, waarbij de ene schaatser in de binnenbaan start, en de andere in de buitenbaan. Na de eerste bocht wisselen ze van baan, zodat ze beiden dezelfde afstand afleggen.
Het aantal seconden dat een schaatser behaald heeft op de 500 meter wordt als het aantal punten gerekend; voor de 1000 meter wordt de helft van het aantal seconden als punten geteld, voor de 1500 meter een derde, voor de 3000 meter een zesde, voor de 5000 meter een tiende en voor de 10.000 meter een twintigste van het ...
De wedstrijden worden gereden op een 400-meterbaan, waarbij de schaatsers elke ronde wisselen van de binnenbaan naar de buitenbaan of omgekeerd, zodat iedereen dezelfde afstand aflegt. Dit zijn de individuele afstanden, waarbij de vrouwen de 3000 en 5000 meter rijden en de mannen 5000 en 10000 meter.
Scheperkamp als snelste naar wereldbekers 500 meter, Diniz valt op met tweede tijd. Merijn Scheperkamp is het schaatsseizoen begonnen met een overwinning op de 500 meter. De Europees kampioen sprint klokte bij het wereldbekerkwalificatietoernooi in Heerenveen met 34,60 de snelste tijd.
Er wordt twee keer gereden om een eventueel nadeel van een te hoge snelheid in de laatste binnenbocht uit te sluiten. Dit laatste wordt betwist sinds de introductie van de klapschaats, waarbij de schaatser meer grip heeft in de binnenbocht bij hoge snelheden.
CALGARY (ANP) - De Russische schaatser Pavel Koelizjnikov heeft zondag bij de eerste wereldbeker in Calgary het wereldrecord op de 500 meter scherper gesteld. De 21-jarige wereldkampioen op de sprint zegevierde in een tijd van 34,00 seconden.
Het werkt als het ware als een lichter verzet en dat heeft weer gevolg voor het momentum van de afzet. Omdat er minder kracht op de afzet komt, kan zowel de knie- als de enkelstrekking beter getimed worden, waardoor er weer minder energieverlies optreed. De hele beweging van knie en enkel wordt kortom effectiever.
IJshockeyschaatsen. De ijshockeyschaatsen zijn gemaakt om makkelijk te kunnen manoeuvreren. Ze zijn ideaal om korte bochten mee te maken en hard en snel te kunnen remmen. Natuurlijk hebben leden van een ijshockeyteam zulke schaatsen, maar als er natuurijs ligt, ze zijn ook heel fijn op slootjes en vijvers.
Strikken van de veters
Let er op dat de veters van buiten naar binnen door het oogje gaan en schuin omhoog. De veter blijft dan strak zitten als je ze aantrekt. Trek de onderste paar lussen niet te strak aan. Het moet bij de tenen niet knellen en de tenen moeten blijven bewegen.
De schaatsen hoeven dan niet eens scherp te zijn om snijwonden te veroorzaken. Je kunt als schaatser bij een misslag ook je eigen enkels raken met je ijzers. Draag daarom scheen- en enkelbeschermers. Sportkleding is aangepast aan de behoeften van deze tijd.
Sokken, warme voeten
Het gebruik van dikke sokken of van meerdere paren sokken is absoluut af te raden. Men heeft dan geen goed "contact" met de schaats en het zal dus moeilijk zijn om technisch goed te schaatsen.
De meeste wedstrijdschaatsers dragen een bril ter vermindering van het uitdrogen van de ogen. Steeds meer schaatsers kiezen ervoor om zonder sokken te rijden. Bij leren schoenen zit dat prettig, bovendien zorgt het voor meer 'contact' met het ijs.
Kies je voor een conventionele noren, met leren schoen, platte zool en voetplaat, dan geldt nog steeds het oude advies: een maatje kleiner. Kies je voor een kuipzool (gevormd met een voetbed) dan kies je automatisch voor meer comfort. Koop dan je schaatsen in dezelfde maat als je schoenen of hooguit een maatje kleiner.
Op skeelers komt het wat minder op techniek aan en je hebt meer stabiliteit. Daarom heb je eerder het idee dat je goed bezig bent en ga je ontspannender rijden. Ik kan zelf skeeleren ook langer volhouden dan schaatsen. Vooral op rechte stukken rij ik veel stabieler en ontspannender met 2 handjes op de rug.
Noren moeten strak om de voeten heen zitten om blaren en wrijving tijdens het schaatsen te voorkomen. Het leer van deze schoenen loopt altijd nog uit en wanneer het nat wordt wordt het leer ook soepeler en daardoor ook groter.
Schaatsen is één van de meest populaire sporten in Nederland. Jong en oud schaatst voor plezier of om te winnen. Het is goed voor je uithoudingsvermogen, je bloeddruk, hart- en vaatstelsel en je bovenbeen-, buik- en rugspieren.
Schaatsen is een fysiek en mentaal zware sport. Uren maken op en naast de ijsbaan en dan tot het uiterste gefocust zijn als het startschot klinkt. Regelmatig ervaren schaatsers dat zij in de training beter presteren in trainingen dan in wedstrijden.
De harde noren zijn vooral gunstig voor mensen met zwakke enkels. De schaatsen geven extra steun.
Als je kind 3 jaar is, kan je al proberen om met hem of haar te schaatsen. Er zijn speciale ijzers die je bij kleine kinderen aan hun schoen kan gespen. Doordat er per voet twee ijzertjes onder de schoen zitten, is het makkelijker om te blijven staan. Kinderen van 6 t/m 12 jaar kunnen meedoen aan jeugdschaatsen.
Doordat het pak zo strak om je heen zit heb je veel minder tegenwind en ga je dus sneller. Maar die pakken zijn niet zo warm, weten ze bij de schaatsbond (KNSB). Tijdens een race is dat niet zo erg, maar tijdens het inrijden is het belangrijk dat de sporters goed warm blijven.
Hoge noren worden voornamelijk gebruikt als je met hogere snelheden gaat schaatsen. Bij het maken van bochten komen lage noren dan namelijk tegen het ijs aan. De extra 3 cm die hoge noren hebben, zorgen er voor dat dat niet gebeurt. Hoge noren hebben bijna altijd een lage schoen, zodat de enkel vrij is om te bewegen.
Vandaag is het precies één jaar geleden dat Kjeld Nuis het magische wereldrecord brak door 103 km/u te schaatsen in het Noorse Savalen.
Kjeld schaatst 103 km/u. Tweevoudig olympisch kampioen en Toyota-ambassadeur Kjeld Nuis is de snelste schaatser ter wereld.