Start met het meten van de omtrek van je taille, heupen en bovenbenen. Op deze manier kun je de juiste breedtemaat, aangegeven met een W, bepalen. Als je een nieuwe jeans wilt kopen, dan heb je ook een lengtemaat, de L, van de broek nodig. Die meet je door de lengte van je binnenbeen op te meten.
Jeansmaten worden aangegeven in inches, bijvoorbeeld 30/32. Het eerste cijfer geeft de taillemaat aan en het tweede cijfer de binnenbeenlengte. Bepaal je inch-maat door een goed passende jeans op te meten. De binnenbeenlengte wordt gemeten vanaf de bovenkant van het binnenbeen tot aan pijp.
Confectiemaat 44: jeansmaat 28 – 30. Confectiemaat 46: jeansmaat 30 – 31. Confectiemaat 48: jeansmaat 32 – 33.
Wat is het verschil tussen jeansmaten en broekmaten? Jeansmaten worden vaak weergegeven als 32/30. De 32 is in dit geval de breedtemaat en 30 is de lengtemaat. Als de lengtemaat te lang is dan kan een kleermaker de broek inkorten, veelal met behoud van de eigen onderkant.
Een jeans maat wordt als volgt weergegeven: 34-32, 38-36 enz. Het eerste getal is de taille maat in inches en het tweede getal is de lengte maat in inches.
Meet met het meetlint eerst de taillewijdte en daarna de heupomvang voor het bepalen van de juiste broekmaat. De taille opmeten: de taillemaat meet je precies boven de navel op, in het midden van de buik.
Een kledingmaat is gemiddeld 5 kilo aan lichaamsgewicht, echter kan dit sterk verschillen per persoon.
Boordmaten 39 en 40 komen overeen met M. Boordmaten 41 en 42 komen overeen met L. Boordmaten 43 en 44 komen overeen met XL.
Hoe meet u uw taille omvang.
Om uw taille op te meten, gaat u in uw ondergoed staan. De taillemaat wordt genomen boven de heupen, onder de ribben, op het smalste punt. Positioneer uw meetlint rond uw middel.