Zelf de kortsluiting opsporen kan door alle stekkers op één groep los te halen, de groepsschakelaar weer aan te zetten en één voor één de stekkers weer in het contact te steken. Wanneer de stop doorslaat weet u door welk apparaat de kortsluiting veroorzaakt wordt.
Schakel alle elektrische apparaten/lichtpunten binnen de betreffende groep uit door de stekkers uit de stopcontacten te halen. Vervang de doorgeslagen stop of schakel de installatie- of aardlekautomaat weer in. Schakel tot slot alle apparaten/lichtpunten één voor één weer in.
In de meeste gevallen is kortsluiting het gevolg van een storing van elektrische apparatuur óf het gebruik van een kapotte stekker. Als de voeding niet meer in orde is, dan ontstaat er storing in de toevoer. De bron van stopcontact kortsluiting is vaak te achterhalen in de meterkast.
Algemeen. In de meterkast van uw huis bevindt zich de groepenkast waarin de aardlekschakelaar(s) en alle afgaande groepen (automaten)zitten. Hier hoort ook een groepenkaart bij aanwezig te zijn waar u op kunt zien welke groep welk gedeelte van het huis van energie voorziet en achter welke aardlekschakelaar deze zit.
Dit kun je alleen maar ontdekken door van alle apparaten die aangesloten zijn de stekker uit het stopcontact te halen (van wasmachine tot waterkoker) en alle verlichting uit te doen (een kapotte lamp kan namelijk ook kortsluiting veroorzaken!).
Lekstroom is gevaarlijk omdat zaken onder stroom staan die niet onder stroom mógen staan. Bijvoorbeeld een vloer die onder water staat, een lamp, een metalen behuizing van een wasmachine, of een koffiezetapparaat. Als je in het water gaat staan, of een lamp aanraakt, kan je geëlektrocuteerd worden.
Mogelijkheid 1: kapotte bedrading
Of een geur van smeulend plastic? Dan is de kans groot dat er problemen zijn met de bedrading achter de wandcontactdoos. Bij beschadiging of doorbranden van de bedrading, kan er kortsluiting ontstaan of kunnen de draden of het stopcontact zelf gaan smeulen.
Stroomdraden hebben een isolatielaag die kan beschadigen door bijvoorbeeld water, warmte en stof. Als één of meer kabels elkaar raken (bijvoorbeeld omdat de isolatielaag stuk is) ontstaat er kortsluiting. Dan wordt de stroomsterkte te hoog, de draden te warm, en zo kan er brand ontstaan.
Dit doet u door alle apparatuur uit te schakelen en de gesprongen stop in de meterkast te vervangen. Vervolgens kunt u de apparaten stuk voor stuk inschakelen om te zien wanneer de stop opnieuw uit de meterkast springt. Nu kunt u het apparaat wat de bron van de kortsluiting is vervangen om het probleem op te lossen.
Ook schade door kortsluiting of een te hoge spanning in het elektriciteitsnetwerk is verzekerd. Bijvoorbeeld wanneer brandschade aan je keuken ontstaat door kortsluiting in je waterkoker. Of als er scheuren in de muur komen als gevolg van een blikseminslag.
Wanneer mensen blootgesteld worden aan water met een elektrische lading, kan dit dodelijke gevolgen hebben. Vocht is daarnaast één van de grootste oorzaken van een kortsluiting. Geregeld komt het voor dat de stroom in een woning uitgeschakeld wordt wanneer de elektra in aanraking komt met vocht.
Bij overbelasting is de stroomsterkte te groot. Doordat er te veel apparaten aanstaan. Meestal mag er 16 A op 1 groep. Bij kortsluiting is de isolatie rondom de draad weg gesmolten en kan de stroom een weg nemen met veel minder weerstand waardoor de stroomsterkte opeens heel hoog wordt.
Als er een zekeringsschakelaar uitgevallen is, hebben we 2 mogelijkheden: Er is een kortsluiting. Je verbruikt te veel.
In principe is het altijd gevaarlijk als een kind een voorwerp in het stopcontact steekt of lekt met een beker drinken. Je kunt dus nooit de garantie geven dat een stekkerdoos kindveilig is. Wel zijn er stekkerdozen met een speciale beveiliging, waardoor het product minder gevaarlijk is.
Water kan ervoor zorgen dat de plus- en mindraden met elkaar in contact komen, met kortsluiting tot gevolg. Normaliter kan hierdoor zelfs brand ontstaan, maar gelukkig zijn woningen tegenwoordig voorzien van een aardlekschakelaar waardoor dat risico kleiner is geworden.
Kortsluiting wordt vaak veroorzaakt door elektrische apparaten in uw woning. Indien het apparaat niets mankeert, werkt deze gewoon naar behoren. Wanneer er sprake is van een defect, ligt kortsluiting op de loer. De oorzaak zit hem vaak in de kabel(s) van een elektrisch apparaat, zoals het snoer van de stekker.
Tijdens de stroomstoring
Bel geen 112, want het is geen acute nood. Wel kun je bellen met het nationale stroomstoringsnummer: 0800-9009. Beperk verdere telefoontjes zoveel mogelijk, want die kunnen het netwerk overbelasten, waardoor noodoproepen niet meer doorkomen. Haal de stekkers uit de stopcontacten.
Stekkerdozen kunnen oververhit raken, en daardoor bepaalde stoffen laten ontbranden. De meeste mensen kennen de gevaren van stekkerdozen, weten dat het brandgevaar oplevert, maar halen de stekker niet uit het stopcontact.
Defecte bedrading kan een rol spelen wanneer stopcontacten slecht worden, vooral wanneer teruggestoken bedrading (een kortere weg voor het vastzetten van draden) losse verbindingen, uitval van stopcontacten en extra gevaren veroorzaakt.
Om de lekstroom te meten kan je een ampere meter (multimeter) tussen je aarde draad plaatsen. Je meet dan de stroom die dus via je je apparaten lekt naar de aarde. Je kan heel makkelijk meten welke apparaten er lekken door ze in of uit te schakelen.
Bij een lekstroom:
Je apparaat lekt water in de elektronica (koffiezetapparaat, waterkoker, wasmachine etc.) Elk apparaat heeft een lekstroom. Als deze waarde te groot wordt door defect of doordat heel veel groepen op dezelfde aardlekschakelaar zijn aangesloten, kan deze uit veiligheidsoverweging uitschakelen.
Gemiddeld sluipverbruik
Hoeveel uw sluipverbruik van stroom gemiddeld is, hangt af van het aantal elektronische apparaten die u in huis heeft. Daarnaast heeft niet elk elektronisch apparaat sluipverbruik. Volgens Milieu Centraal zou een huishouden zo'n 450 kWh sluipverbruik aan stroom, gemiddeld per jaar hebben.
Hoe test ik de aardlekschakelaar? Op de aardlekschakelaar zit een testknop met de letter “T”. Deze knop moet ingedrukt worden om te testen, de achterliggende installatie wordt uitgeschakeld. Na het testen moet de aardlekschakelaar normaal worden ingeschakeld.