De baby kan erg gevoelig zijn voor geuren, geluiden, smaken en reageert hier soms heftig op. Wanneer de baby leert praten, kan hij gelijk al woorden van drie- of meer lettergrepen zeggen. De baby heeft al vroeg veel begrip voor gesproken taal. Het kindje heeft een erg duidelijke eigen wil.
Researchers aan de University of Washington en in Glasgow zijn het er na uitgebreid onderzoek over eens: de intelligentie van een kind wordt bepaald door het genetisch materiaal langs moeders kant. Het genetisch materiaal van de vader heeft geen invloed.
Temperament is de primaire, aangeboren manier waarop je baby reageert op haar omgeving. Het karakter van je baby wordt gevormd door haar temperament en haar omgeving. Een karakter is dus niet aangeboren, maar moet zich nog ontwikkelen. Het karakter groeit vervolgens door de jaren heen uit tot de persoonlijkheid.
Dat hoort bij een kind en bij bepaalde ontwikkelingsfasen van een kind. Het wordt een probleem als het kind voortdurend druk is, niet kan concentreren, impulsief is en slecht luistert. Erg druk doen, niet stil kunnen zitten, rondrennen en friemelen. Dit zijn wat kenmerken van een hyperactief kind.
Hoogsensitieve personen zijn gevoelig voor prikkels van buitenaf. Ze raken dan ook snel overprikkeld en vermoeid. Ze kunnen slecht tegen harde geluiden, een drukke omgeving, schrikken snel en zijn erg gevoelig voor pijn. Een hoogsensitief kind kan last hebben van kleren die kriebelen, nat zijn of niet lekker zitten.
Laat je baby in eigen bedje slapen:
Vooral overdag hebben ouders dan de neiging maar wat toegeeflijk te zijn en het kindje in de box of op schoot te laten slapen. Het gevaar daarvan is dat de baby helemaal niet meer in zijn eigen bedje wil slapen en bovendien ook overprikkeld raakt.
Hij laat zich minder beïnvloeden door anderen en is gemotiveerd om iets te bereiken. Vaak kan je kind ergens helemaal voor gaan. Ze kunnen zich goed uiten en laten van zichzelf horen. Ook zijn temperamentvolle kinderen vaak creatief in het bedenken van oplossingen om hun doel te bereiken.
'Pittige kinderen' zijn snel verdrietig of flink boos, komen vaak in 'opstand', hebben moeite met nee' en 'moeten'. Deze kinderen kunnen bazig, koppig en dwingend zijn. Ze willen graag bepalen hoe dingen gaan en hebben behoefte aan de regie nemen. Ze zijn vaak niet flexibel wat kan leiden tot een uitbarsting.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
Je IQ of intelligentieniveau is niet aangeboren en ligt dus niet vast bij je geboorte. Overigens is het meten van IQ niet hetzelfde als het meten van intelligentie of slimheid. IQ testen meten vooral abstracte logica.
Genen die zowel de structuur als het functioneren van het brein beïnvloedden, vormen een verklaring voor de gemeten IQ-verschillen. Posthuma zegt in haar proefschrift dat verschillen in IQ voor wel tachtig tot negentig procent aan erfelijke factoren liggen.
Alerte baby's worden vaak van een kleine prikkeling al wakker, zoals van het laten van een windje. Dit maakt het doorslapen voor deze groep baby's moeizamer. Een baby die te lang wakker is of te weinig slaap krijgt, kan de prikkels tussendoor niet verwerken en bouwt deze prikkels op.
Hoe groter de baby wordt, des te meer kunnen de handjes u iets vertellen. Armbewegingen zijn ook heel belangrijk. Heftig op en neer gaande armen bijvoorbeeld geven een bepaalde opwinding weer. Prettige opwinding is een aanwijzing dat de baby een spelletje wil beginnen.
Als een kind op een IQ-test tussen 121 en 129 scoort, wordt een kind begaafd of ook wel meerbegaafd genoemd. Het betreft hier ongeveer 7% van de kinderen. Kinderen die boven 130 scoren, worden zeer begaafd of hoogbegaafd genoemd.
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
In vergelijking met andere kinderen reageren temperamentvolle kinderen intenser. Dit uit zich door heel enthousiast zijn, dingen diep beleven en uitbundig reageren. Temperamentvolle kinderen hebben een groot oog voor detail. Je zou ook kunnen zeggen: ze hebben een groot opmerkingsvermogen.
Hoewel je het dominante gedrag van je kind misschien een vervelende eigenschap vindt, is het belangrijk om dit gedrag richting je kind niet te veroordelen. Het helpt je kind niet om steeds tegen hem te zeggen dat het altijd de baas speelt of dat het niet goed samen kan spelen.
We spreken van ernstige gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, en/of gauw geprikkeld is en driftig wordt, en/of anderen ergert, en/of antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen), en/of zich agressief gedraagt; èn. het kind, u of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervindt; èn.
Het karakter en temperament van je baby zijn aangeboren. Je kind wordt ook gevormd door omgevingsfactoren als de plaats in de kinderrij (is hij de oudste, middelste of de jongste), opvoeding en liefde die hij krijgt. Maar of hij extravert of introvert is, is dus in aanleg aanwezig.
Een baby wassen na de geboorte hoeft niet elke dag in een babybadje. Twee of drie keer per week is voldoende als je het luiergebied goed schoonhoudt en zijn/haar handen regelmatig schoonmaakt. Doe je baby in bad vóór etenstijd. Te snel na het eten zal hij/zij misschien moeten overgeven.
Tot je kindje echt een duidelijk dag en nachtritme heeft ontwikkeld maakt het niet zoveel uit waar je kindje slaapt overdag. Volg hier vooral je eigen gevoel in. Slaapt je kindje fijn bij jou in de draagzak of doek, bovenop jou in jouw armen, of juist in zijn eigen bedje. Het is allemaal goed.
Je kan dit doorbreken door je baby slaperig, maar wakker in zijn bed te leggen. Blijf in de buurt en reageer snel wanneer hij begint te huilen. Gebruik bijvoorbeeld lieve woordjes of aai over zijn bol om hem te troosten. Een baby jonger dan 6 maanden kan je beter niet laten huilen.