Rh-null – ook wel 'gouden bloed' genoemd, is de zeldzaamste bloedgroep op aarde.
6,8% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep 0-negatief (O-). Deze bloedgroep is dus zeldzaam in Nederland, maar het voordeel is dat patiënten met alle bloedgroepen bloed van donors met bloedgroep 0-negatief kunnen ontvangen. Ze worden daarom ook wel universele donors genoemd.
38,2% van de Nederlanders heeft deze bloedgroep. Wat is de zeldzaamste bloedgroep? Bloedgroep AB-negatief komt het minst voor in Nederland. 0,5% van de Nederlanders heeft deze bloedgroep.
1. Er zit goud in je bloed. Het lichaam bevat zo'n 0,2 milligram goud – waarvan het grootste deel zich in je bloed bevindt. Even snel rekenen: om een gouden ring van 8 gram te kunnen maken, moet je dus het bloed van 40.000 mensen aftappen.
AB is de zeldzaamste bloedgroep. Donoren met de bloedgroep AB-positief ontvangen iets minder vaak een oproep, juist omdat dit een relatief zeldzame bloedgroep is en er dus minder vraag naar is. Bloedgroep AB-positief kan over het algemeen van iedereen bloed ontvangen.
Wie A positief of A negatief is, heeft volgens een recente studie in de American Journal of Epidemiology 20 procent meer kans op maagkanker dan types B of O. Het immuunsysteem van types A zou immers sterker reageren op de H. pylori-bacterie, waardoor het risico op maagkanker verhoogt.
38,2% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep 0-positief (0+). Deze bloedgroep komt het vaakst voor in ons land. Als je bloedgroep 0-positief hebt, dan kunnen patiënten met bloedgroep 0-positief, A-positief, B-positief en AB-positief jouw gedoneerde bloed ontvangen.
De bloedgroep van Christus is AB. Die bloedgroep werd teruggevonden op de lijkwade van Turijn.
Als uw bloedgroep Rhesus D negatief of Rhesus C negatief is, kan uw lichaam antistoffen gaan aanmaken tegen het bloed van uw kindje. Tijdens de zwangerschap kan bloed van het kind in het bloed van de moeder komen. Bij de geboorte is de kans dat dit gebeurt zelfs vrij groot.
Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat muggen mensen met bloedgroep O twee keer zo aantrekkelijk vinden als mensen met een andere bloedgroep.
23% meer risico op een infectie met het virus (SARS-CoV-2) voor mensen met bloedgroep A; 23% minder risico voor mensen met bloedgroep O.
In deze folder leest u hier meer over. Welke bloedgroep uw baby heeft, hangt af van uw bloedgroep en die van de vader. Heeft u bijvoorbeeld bloedgroep A en de vader bloedgroep O, dan krijgt uw baby bloedgroep A of O. Maar ook als u beiden A heeft, kan de bloedgroep van uw baby A of O zijn.
Zo komt bij mensen van Afrikaanse origine vaak bloedgroep A voor en bij Aziaten komt vaak bloedgroep B voor.
Dit heeft te maken met hoe vaak een bloedgroep voorkomt in Nederland. De meeste mensen hebben bloedgroep O (47 procent) of A (42 procent). Bloedgroepen B (8 procent) en AB (3 procent) komen beduidend minder voor en daar is dan ook een stuk minder van nodig.
Je vader en moeder geven ieder één kopie van het gen voor bloedgroepen aan jou door. Dit kan een A, B of O zijn. De kopie van je vader bepaalt samen met de kopie van je moeder welke bloedgroep jij krijgt.
Zeldzamer zijn B+ (8,5%) en AB+ (4%). Bloed zonder resusfactor is veel minder frequent: O- (7%), A- (6%), B- (1,5%) en AB- (1%). Om zoveel mogelijk complicaties uit te sluiten, geven ziekenhuizen patiënten bij voorkeur bloed van dezelfde bloedgroep.
Mensen die tot de bloedgroep O behoren, worden ook wel 'universele donors' genoemd omdat ze hun rode bloedlichaampjes aan gelijk welke ontvanger kunnen doneren. De bloedgroep O- wordt voornamelijk gebruikt in noodgevallen.
De rhesusfactor (Rh) is een eiwit dat op de oppervlakte van de rode bloedcellen kan zitten en daarmee je bloedgroep bepaalt. Als de rhesusfactor op je rode bloedcellen zit, ben je rhesus positief.Dit is het geval bij 85% van de mensen.Als de factor ontbreekt, ben je rhesus negatief.
"Over het algemeen is er geen enkele reden om je bloedgroep te laten bepalen. Het heeft helemaal geen invloed op je dagelijks functioneren. Je lichaam weet zelf wat voor bloedgroep het heeft, dat is genoeg."
Wereldwijd is bloedgroep AB negatief het minst voorkomend (0,45% van de wereldbevolking), gevolgd door bloedgroep B negatief (1,39%), bloedgroep A negatief (3,52%), bloedgroep AB negatief (4,33%) en bloedgroep AB positief (5,06%).
Jezus werd gekruisigd in het jaar 33 op Golgota, de 'schedelplaats' bij Jeruzalem. Volgens de evangelist Johannes moest Jezus zijn eigen kruis erheen dragen.
Als donor met bloedgroep O-negatief geef je dus best 4 keer per jaar bloed. Als je nog bijkomend wil helpen, kan je bloed geven combineren met een plasma- of bloedplaatjesdonatie. Je mag bloed geven aan iedereen ongeacht de bloedgroep, maar mag zelf enkel bloed ontvangen van O-.
Je bloedgroep is erfelijk bepaald. Je wordt er mee geboren en je houdt hem de rest van je leven. Toch kan het gebeuren dat je bloedgroep verandert. Na een stamceltransplantatie krijgen patiënten namelijk de bloedgroep van de donor.
Mag bloed geven aan:
O+ A+ B+ AB+