Als twee lijnen evenwijdig aan elkaar zijn, betekent dit dat de richtingscoëfficiënten (a) van beide lijnen aan elkaar gelijk zijn. Lijnen p: y = 3x + 4 en g: y = 3x - 2 hebben dezelfde richtingscoëfficiënt, namelijk: rcp = rcg = 3 en zijn dus evenwijdig aan elkaar.
Evenwijdige lijnen zijn lijnen in een vlak die altijd even ver van elkaar staan. Evenwijdige lijnen snijden elkaar nooit. Loodrechte lijnen zijn lijnen die elkaar onder een rechte hoek (90 dragen) snijden.
Het snijpunt van twee lineaire formules berekenen doe je door de formules aan elkaar gelijk te stellen. Bijvoorbeeld: de formules y = 2x + 5 en y = 4x – 7. Als je deze gelijk stelt aan elkaar wordt het 2x + 5 = 4x -7. Deze formule kan je uitwerken met de balansmethode.
Evenwijdige lijnen noteer je met het teken //. Als lijn m evenwijdig is aan lijn l zou je dit als volgt noteren: l // m. Een voorbeeld hiervan kun je zien in de afbeelding 'Evenwijdige Lijnen'.
Formule bepalen van een lijn
Stap 1: Bedenk dat de vorm van de formule y = ax + b is. Stap 2: Bereken b door x = 0 in te vullen in de formule. Stap 3: Bereken a met behulp van de formule: richtingscoëfficiënt a=verticale afstandhorizontale afstand.
Als je aan de linkerkant iets optelt of aftrekt, moet je dat rechts ook doen.En als je de linkerkant door iets deelt of met iets vermenigvuldigt, dan moet je dat ook aan de rechterkant doen. Zo blijft de vergelijking in evenwicht. Dit noemen we dan ook de balansmethode.
Selecteer de cel die u het eerst wilt combineren. Gebruik komma's om de cellen te scheiden die u wilt combineren en gebruik aanhalingstekens om spaties, komma's of andere tekst toe te voegen.Sluit de formule af met een haakje en druk op Enter. Een voorbeeld van een formule is =TEKST.
More videos on YouTube
Je berekent de richtingscoëfficiënt (rc) door over een lijn twee punten te pakken en daarvan het verschil te berekenen. In een formule wordt dit: rc = Δy ⁄ Δx. De Δ noemen we delta. Dit staat voor het verschil tussen punt 1 en punt 2.
Elke rechte is evenwijdig met zichzelf omdat samenvallende rechten ook evenwijdige rechten zijn (de reflectieve eigenschap).
Als 2 lijnen evenwijdig aan elkaar zijn, hebben ze dezelfde richting, maar vallen ze niet samen.
Die twee evenwijdige lijnen hebben dezelfde richting, dus ze snijden deze derde lijn dan ook onder dezelfde hoek. Die twee hoeken noemen we overeenkomstige hoeken. Als twee evenwijdige lijnen gesneden worden door een derde lijn, dan zijn de overeenkomstige hoeken gelijk.
Selecteer de cel waar de tekst wilt samenvoegen tot 1 aansluitende tekst. Gebruik de formule “=TEKST. SAMENVOEGEN(tekst1;tekst2;tekst3;…)”
De ALS functie in Excel voert een logische vergelijking tussen twee waarden uit.Het resultaat van de ALS functie (IF) is WAAR (TRUE) of ONWAAR (FALSE). We kunnen bijvoorbeeld testen of de waarde in cel B2 groter is dan de waarde in cel A2. Zo ja, dan is het resultaat WAAR, zo niet, dan is het resultaat ONWAAR.
Een grootheid groeit lineair als er na elke tijdseenheid een vaste waarde wordt bijgeteld. Deze waarde noemen we de groeisnelheid. Een grootheid groeit exponentieel als ze na elke tijdseenheid met een vaste waarde wordt vermenigvuldigd.
Methode. De grafiek van de lineaire formule y = ax + b is een lijn met de volgende gegevens: a is de richtingscoëfficiënt. b is de constante (ook wel begingetal of startgetal genoemd)
Lineair of annuïtair, wat is goedkoper? Een annuïteitenhypotheek lijkt goedkoper, als je naar het eerste maandbedrag kijkt. Toch is een lineaire hypotheek over de hele looptijd uiteindelijk goedkoper. Dit komt doordat je met een lineaire hypotheek in het begin veel meer aflost dan met een annuïteitenhypotheek.
Als je aan de linkerkant iets optelt of aftrekt, moet je dat rechts ook doen. En als je de linkerkant door iets deelt of met iets vermenigvuldigt, dan moet je dat ook aan de rechterkant doen. Zo blijft de vergelijking in evenwicht. Dit noemen we dan ook de balansmethode.
Je vermenigvuldigt de teller van de ene breuk met de noemer van de andere breuk. Wat we eigenlijk doen is de breuk wegwerken door deze te vermenigvuldigen met zijn noemer.
Een vergelijking (soms ook comparatio) is een vorm van beeldspraak die expliciet de overeenkomst noemt tussen het onderwerp en iets anders met de woorden als, zoals of gelijk, de tweede naamval of een koppelwerkwoord.
Een formule is een wiskundige zin met variabelen. Je gebruikt een formule om het verband tussen variabelen te beschrijven of om een rekenregel kort op te schrijven. Een formule wordt vaak zo kort mogelijk geschreven. Woorden in de formule, de variabelen, worden afgekort tot één letter (liefst geen hoofdletters).
Om een kwadratische vergelijking op te kunnen lossen moet het rechterlid gelijk zijn aan 0. Als het rechterlid nog niet gelijk is aan 0 zul je eerst de vergelijking moeten omschrijven. Vervolgens kun je de kwadratische vergelijking oplossen.