Alles wat jij als ondernemer hebt verkocht aan producten en/of diensten vormt samen de omzet. De omzet is dus het totaalbedrag dat is ontstaan uit zakelijke verkoop. Om dit totaalbedrag te berekenen vermenigvuldig je het aantal verkochte producten/diensten met de verkoopprijs.
De omzetcijfers kunt u terugvinden in de winst- en verliesrekening onder bedrijfsopbrengsten. Dit onderdeel van de jaarrekening geeft de inkomsten en uitgaven in het boekjaar weer. Onderaan het overzicht vindt u de behaalde winst of het verlies. De winst- en verliesrekening wordt ook wel de resultatenrekening genoemd.
In je resultatenrekening zet je omzet, kosten en winst. Je omzet is het eindresultaat van de verkopen van producten en/of diensten in een jaar. Daar trek je de inkoopwaarde af en alle bedrijfskosten die je maakt om het verkoopresultaat te halen af. Winst/verlies = omzet - inkoopwaarde en kosten.
De omzet is opgebouwd uit twee componenten; de prijs (voor hoeveel geld je diensten of producten verkoopt) en de afzet (hoe vaak je die diensten of producten hebt verkocht). De omzet wordt altijd exclusief btw berekend (ook al bereken je wel btw op je facturen).
Omzet is niet hetzelfde als winst. Je kunt heel veel omzet behalen en toch verlies lijden. Omzet, dat zijn de opbrengsten inclusief de btw. De winst van je bedrijf bereken je door de kosten van de opbrengsten af te trekken.
Het verschil tussen omzet en winst is dus vrij eenvoudig. Alle opbrengsten binnen jouw bedrijf (inclusief de btw) zijn samen je omzet. Winst is wat je overhoudt wanneer je alle kosten van deze omzet aftrekt.
Omzet is niks anders dan alle verkopen binnen jouw bedrijf. Verminder je dit bedrag met de inkoopwaarde, dan houdt je de brutowinst over. Bij het bepalen van de omzetcijfers houdt je dus nog geen rekening met de daadwerkelijke ontvangsten, de zogenoemde debiteuren en liquide middelen.
Je kunt de netto omzet berekenen door de prijs van producten of diensten te vermenigvuldigen met de afzet. Stel je voor dat een fabrikant van klokken 5.000 klokken verkoopt voor € 20 per stuk. De omzet is dan 5.000 × € 20 = € 100.000. De inkoopwaarde van de omzet zijn de kosten van het inkopen van de klokken.
Omzet als zodanig heeft weinig nut natuurlijk, maar veel omzet met relatief weinig winst geeft wel grote kansen en risico's. Als je 1M omzet met 50k winst (5%, komt voor) kun je de winst verdubbelen door maar 5% te besparen op kosten en inkoop... maar als je kosten en inkoop 10% stijgen maak je opeens zwaar verlies.
Hoe bereken je de brutowinst? De formule voor brutowinst is: omzet - inkoopwaarde of directe kosten. Om tot de nettowinst te komen, trek je daar nog de andere kosten en belastingen vanaf.
De omzet is de totale opbrengst die een bedrijf binnenkrijgt door het verkopen van producten in een bepaalde periode. Je kijkt er hier dus naar hoeveel geld een bedrijf in bijvoorbeeld een dag, week, maand of jaar binnenhaalt. De omzet wordt in formules vaak aangeduid met de letters TO (Totale Opbrengst).
Omzet wordt meestal gegenereerd middels de verkoop van goederen of diensten, maar er zijn ook andere bronnen van omzet zoals rente en dividend. Omzet is altijd exclusief btw, je moet de btw immers altijd afdragen aan de Belastingdienst. Btw wordt ook wel omzetbelasting genoemd.
1. Je omzet: wat je gefactureerd hebt. Dit is het brutobedrag dat je binnenkrijgt van je klanten, exclusief btw. Tenzij je btw-vrijgesteld bent, zullen je klanten hun btw betalen bovenop de factuur, waarna jij die btw op jouw beurt doorstort naar de overheid.
Let goed op: inkomsten zijn anders dan omzet. Daar waar inkomsten gaan over het geld dat daadwerkelijk is ontvangen, kijkt omzet naar het totaalbedrag van verkopen.
Als je een hoge omzet hebt, maar je hebt bijvoorbeeld heel veel geld uitgegeven aan advertenties en geïnvesteerd in dure apparatuur, dan kunnen omzet en winst ver uit elkaar liggen. Winst en cashflow kunnen soms gelijk zijn, maar op papier kan winst hoger zijn, omdat er nog openstaande facturen zijn.
Onder omzet wordt verstaan het bedrag van de verkoop van goederen en de levering van diensten aan derden, in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening van de vennootschap, onder aftrek van de op de verkoopprijs in de handel toegestane kortingen (afslag, ristorno, rabat); dit bedrag omvat niet de belasting over de ...
- Jaaromzet gedeeld door het aantal fte's (1,0 fte = 1 voltijdbaan) = de omzet per medewerker.
Het jaarinkomen als zelfstandige van een zzp'er (voor wie het zzp-inkomen het hoofdinkomen is) bedroeg in 2021 gemiddeld 43,7 duizend euro. Voor zmp'ers lag dit op 71,9 duizend euro. Het doorsnee of mediane inkomen als zelfstandige komt voor beide groepen lager uit, respectievelijk 33,1 duizend en 59,5 duizend euro.
Dan kun je de netto omzet gaan berekenen. Trek hiervoor de omzetkosten af van de totale bruto omzet. De formule voor de netto omzet is dan dus: Netto omzet = bruto omzet – inkoopkosten, of: Netto omzet = bruto omzet – omzetkosten.
Als algemene vuistregel geldt dat een nettowinstmarge van 10% gemiddeld is, een marge van 20% of hoger goed is en een marge van 5% laag is. Soms verandert de marge als bijvoorbeeld de vaste kosten stijgen. Bereken de marge van jouw bedrijf regelmatig, zodat je zeker weet dat je financieel goed bezig bent.
Omzet is het totaal van een aantal verkopen in een periode. Zo kunt u bijvoorbeeld de omzet per jaar, per kwartaal of zelfs per dag hebben. De omzet kunt u zowel inclusief btw als exclusief btw berekenen, maar vaak wordt er gesproken over omzet exclusief btw.
Cashflow is niet hetzelfde als winst of verlies. Het is belangrijk om dat goed te beseffen. Je hebt net kunnen lezen dat winst het bedrag is dat overblijft nadat de kosten zijn verrekend. Daarbij wordt niet gekeken of het geld ook al daadwerkelijk op je eigen rekening staat.
Voorbeeldberekening bruto omzet winkel
Hoe bereken je de omzet? Bovenstaande formule TO = P × Q wordt gebruikt bij het berekenen van de bruto omzet. In deze formule staat TO voor de totale opbrengsten, Q voor de afzet (quantity) en P voor prijs (price). De bruto omzet voor dat jaar is dus € 150.000.
De brutowinstmarge is het percentage van de omzet wat overblijft als je alle inkopen hebt betaald. Dit betekent dus dat je er verder geen andere kosten afhaalt, alleen de kosten van de inkopen. De belasting, vaste kosten en andere uitgaven, zoals personeelskosten, worden nog niet in deze berekening meegenomen.