Het kind heeft problemen met de plaats van getallen en heeft weinig inzicht in het de getalopbouw. Schattend rekenen is erg lastig. Het kind vindt het moeilijk om getallen die ze hoort of denkt op te schrijven en maakt veel fouten in het correct lezen en schrijven van getallen. Bijvoorbeeld: getallen omkeren.
Daarom is het noodzakelijk dat een daartoe opgeleide orthopedagoog-generalist of (gz)psycholoog een kind uitgebreid diagnostisch onderzoekt voordat hij de diagnose dyscalculie stelt.
Wanneer je als (jong) volwassene echter dagelijks tegen problemen aanloopt waar rekenvaardigheden bij nodig zijn, zoals centiliters aflezen bij koken, klokkijken, schatten van de duur van een reis, aflezen van meterstanden, betalingen met contant geld, enzovoort, dan kan er zeker sprake zijn van dyscalculie.
Onderzoek naar dyscalculie
Het is mogelijk om een dyscalculie test te doen. Dit onderzoek bestaat uit een intelligentietest en een rekentoets. De kosten hiervoor zijn rond de 1000 euro en worden niet vergoed vanuit de basisverzekering of de aanvullende verzekering.
Rekenspecialisten beschikken over een 'dyscalculie screeningtest', waarmee ze meestal binnen een uur kunnen vaststellen of je kind mogelijk dyscalculie heeft. Er kan al getest worden vanaf groep 5.
Wanneer dyscalculie tijdig vastgesteld wordt, heeft dat een hoop voordelen: De kans op het ontwikkelen van rekenangst zal verminderen. Het kan voor een kind met dyscalculie een enorme opluchting zijn te beseffen dat het niet 'dom' is, en dat hij/zij er niks aan kan doen dat het rekenen moeilijk is.
Gevolgen dyscalculie
De rekenproblemen kunnen leiden tot slechte leerprestaties, grote frustraties, een negatief zelfbeeld, faalangst en zelfs tot depressies. Dit kan nog versterkt worden als de omgeving het probleem niet erkent en niet weet hoe om te gaan met de gevolgen van dyscalculie.
Toch is dyscalculie wel zeker te behandelen: met de juiste aanpak én een intensieve begeleiding kan een kind met dyscalculie vaak een enorme vooruitgang boeken!
"Bij kinderen met dyscalculie gaat 90 procent naar het vmbo, 10 procent naar de havo en 0 procent naar het vwo.
Dyslexie en dyscalculie wordt in sommige gevallen pas op latere leeftijd ontdekt. Dit bijvoorbeeld wanneer er meer verwacht wordt vanuit de professionele omgeving of een nieuwe opleiding gestart wordt. Soms ontdekken volwassenen het van zichzelf pas op het moment dat hun eigen kind lees- en/of rekenproblemen heeft.
Dyscalculie kan je letterlijk vertalen naar 'niet (kunnen) rekenen'. Het is een aangeboren leerstoornis die ervoor zorgt dat je weinig inzicht in getallen hebt. De oorzaak van dyscalculie is nog niet bekend. Waarschijnlijk werken bepaalde hersendelen die betrokken zijn bij rekenen minder goed.
Kosten dyscalculieonderzoek
In de regel wordt een onderzoek naar dyscalculie niet vergoed door uw gemeente, maar in sommige gevallen is het wel mogelijk om een deel van de kosten vergoed te krijgen.
Er worden drie vormen van dyscalculie onderscheiden: geen cijfers en getallen kunnen lezen of op de juiste manier opschrijven; het op de verkeerde plek plaatsen van cijfers en getallen; de rekenregels niet (meer) beheersen.
Daarom moeten we voorzichtig zijn met het noemen van aantallen. Maar deskundigen schatten dat het bij dyscalculie, net als bij dyslexie, gaat om drie tot vier procent van de leerlingen. Dyscalculie wordt een complexe stoornis genoemd. Dat komt omdat, om goed te kunnen rekenen, meerdere hersengebieden worden gebruikt.
Dyscalculie wordt ook niet veroorzaakt door te weinig onderwijs. Er zijn aanwijzingen dat dyscalculie erfelijk is en dat de stoornis een neurologische achtergrond heeft. Deskundigen schatten dat 3 á 4% van de kinderen de stoornis in meer of mindere mate heeft. Jongens hebben drie keer zoveel dyscalculie als meisjes.
Met de juiste begeleiding kan een leerling met dyscalculie gewoon wiskunde op een havo- of vwo-niveau volgen. Een bemoedigende rol van de wiskundeleraar is daarbij belangrijk. De leraar moet leerlingen helpen waar nodig, bemoedigen en zelfvertrouwen geven.
Dyscalculie wordt gesignaleerd door de ouders en/of leerkrachten, maar kan alleen worden vastgesteld na onderzoek door een GZ-psycholoog of een orthopedagoog met een BIG registratie. (Inzicht in de waarde van cijfers) 1. Bij schrijven: cijfers spiegelen of omdraaien (37/73). 2.
Dyscalculie is een langdurige leerstoornis, die zich levenslang manifesteert. De stoornis gaat ook vaak samen met andere stoornissen zoals dyslexie, ADHD, zwakke oog-handcoördinatie, zwak werkgeheugen, epilepsie, fragiele-X-syndroom, Williams syndroom en syndroom van Turner.
Wanneer de kosten voor een dyslexieonderzoek niet vergoed worden door uw gemeente, bedragen de kosten voor een dyslexietest €. 715,-. Een particulier dyslexieonderzoek is verder identiek aan een vergoed onderzoek.
Dit onderzoek kost €250 zonder intelligentieonderzoek. Moet er tevens een intelligentieonderzoek afgenomen worden dan betaal je €160 extra.
De leeftijd van uw kind ligt bij aanmelding voor een dyslexieonderzoek en behandeling tussen de 7 en 12 jaar. De dyslexiezorg mag in elk geval niet gestart worden nadat uw kind 13 jaar is geworden.
Ouders van kinderen met dyslexie stellen ons vaak de vraag of de Cito-toets of Entreetoets daar rekening mee houdt. Het antwoord is: ja. Zowel op de Entreetoets in groep 7 als op de Cito-toets in groep 8 wordt rekening gehouden met kinderen die dyslexie hebben. In dit artikel leest u er meer over.
Het dyslexieonderzoek
Er wordt gekeken naar de intelligentie om informatie te verkrijgen over de algemene cognitieve vaardigheden van het kind. Daarnaast wordt een dyslexieonderzoek gedaan. Bij dit onderzoek worden enkele schoolse opdrachten gedaan zoals leesteksten, dictee, letteroefeningen en geheugentaakjes.